Niet-invasieve beademing (NPPV) heeft als belangrijkste doel de klachten die ontstaan door de verminderde ademhaling te verlichten. Daarnaast heeft het bij iemand die leeft met ALS zonder ernstige bulbaire spierzwakte ook een bewezen levensverlengend effect van gemiddeld zes à negen maanden.
Het staken van de behandeling zal uiteindelijk leiden tot het overlijden van de patiënt. Dit kan binnen een paar minuten gebeuren, soms duurt het een aantal uren of zelfs dagen. Bij jonge patiënten duurt dit doorgaans langer dan bij oudere patiënten.
Tijdens de beademing worden patiënten met medicijnen in slaap gehouden. De beademing kan kort duren maar ook meerdere dagen of zelfs weken. Patiënten die een lange periode aan de beademing liggen worden steeds zwakker. De organen gaan hierdoor vaak minder goed functioneren.
Een beademingsmachine beademt de longen van een patiënt heel anders dan de manier waarop wij normaal ademhalen. Hierdoor kan schade aan de longen ontstaan.Door deze schade kunnen de longen stug worden, waardoor het beademen steeds lastiger wordt.Ook kan door de beademing een klaplong (pneumothorax) ontstaan.
Hersendood en orgaandonatie
Het hart zou stoppen als de beademingsmachine wordt afgekoppeld. Door de beademing krijgen de organen nog zuurstof, en kunnen de organen van deze hersendode patiënt geschikt zijn voor donatie. Ongeveer de helft van de patiënten die na overlijden organen doneert is hersendood.
Soms moet iemand worden beademd omdat hij zelf niet genoeg zuurstof kan opnemen, bijvoorbeeld bij een zware longontsteking. Ook dan wordt hij in een kunstmatig coma gebracht. Er kunnen ook andere redenen zijn, bijvoorbeeld omdat de patiënt nog sterk onderkoeld is na zijn operatie.
Het kan zes maanden duren voordat u normale activiteiten weer kunt doen zoals u gewend was. Soms is hiervoor meer tijd nodig. Deze Engelse term betekent letterlijk vertaald: 'op de IC gekregen (spier)zwakte'.
De belangrijkste risico's van een intubatie zijn weefselschade (keel, stembanden en luchtpijp) en schade aan gebitselementen (met name de boventanden). Daarnaast bestaat het risico op verslikken, waarbij maaginhoud in de longen terechtkomt.
Meestal bouwen we dat langzaam af. De patiënt wordt dan niet direct wakker; dit kan een paar uur of zelfs een paar dagen duren. De patiënt kan tijdens het wakker worden verward en onrustig zijn.
Zowel de ingebrachte tube als het beademen zelf is onprettig voor de patiënt. Daarom worden tijdens de beademing meestal slaap- en pijnstillende medicijnen via een infuus toegediend. De slaap kan variëren van een lichte slaap waarbij de patiënt wekbaar is, tot een diepe slaap.
De belangrijkste risico's van intubaties zijn weefselschade (keel, stembanden en luchtpijp) en schade aan gebitselementen (meestal de boventanden). Daarnaast bestaat het risico op verslikken, waarbij maaginhoud in de longen terechtkomt.
Geef 2 beademingen
Adem in één seconde gelijkmatig uit in de mond van het slachtoffer. Kijk daarbij uit je ooghoek of de borstkas van het slachtoffer omhoog komt. Herhaal dit, zodat je totaal 2 beademingen geeft binnen 10 seconden.
Het is nooit volledig te voorspellen hoe lang iemand kunstmatig beademd moet worden. Het kan enkele uren of dagen zijn maar er zijn ook patiënten die nooit volledig van de beademing af komen. Het hangt allemaal af van de aandoening en eventuele complicaties die zich kunnen voordoen.
Het bewustzijn verlagen kan tijdelijk en oppervlakkig gebeuren of voortdurend en diep. In het laatste geval is de verwachting dat de patiënt binnen enkele dagen, maximaal binnen één tot twee weken aan de ziekte zelf overlijdt.
De laatste levensfase is de periode in iemands leven waarin duidelijk wordt dat het einde dichterbij komt. Dit gebeurt vaak door een ongeneeslijke ziekte, door ouderdom of door lichamelijke en geestelijke achteruitgang.
Zodra de patiënt weer helemaal zelfstandig ademt, wordt de beademingsbuis verwijderd. De patiënt kan na het verwijderen van de tube wat hees zijn en moeite hebben met spreken. Dit komt door irritatie van de stembanden door de beademingsbuis en geneest doorgaans binnen een paar dagen.
Soms blijkt het tijdens een standaard intubatie onmogelijk om de tube in de trachea te plaatsen. Dan spreken we van een moeilijke intubatie. Mensen zijn vaak geneigd om de moeilijke luchtweg en de moeilijke intubatie door elkaar te gebruiken, alsof er hetzelfde mee wordt bedoeld, maar dat is niet correct.
Via de mond en keel (af en toe via de neus) wordt een tube in de luchtpijp geplaatst. De beademingsbuis wordt via een slang aangesloten aan het beademingsapparaat. Wanneer de tube op de juiste plaats zit, wordt het aan de buitenkant goed gefixeerd. De tube wordt in de luchtpijp tot voorbij de stembanden geschoven.
Complicaties. Door de intubatie kan beschadiging optreden van gebit, de farynx, de epiglottis, de stembanden en (of) de trachea. 25 Na extubatie kunnen patiënten klagen over heesheid en keelpijn, onder meer afhankelijk van de maat van de toegepaste ademwegbuis.
Een verblijf op de IC kan één nacht duren, maar ook langer, tot zelfs meerdere weken. Dit hangt af van hoe het met de patiënt gaat.
Tijdens het ontwennen van de beademing -ook wel 'weaning' genoemd- moet de patiënt zijn ademhalingsspieren trainen.In deze fase krijgt de patiënt meer beweging, veel fysiotherapie en bouwen we de beademing af. Het wennen kan moeilijk zal als patiënten onrustig, angstig of in de war zijn.
Over beademing in buikligging
De longen van sommige patiënten op de Intensive Care kunnen minder goed zuurstof opnemen. Om dit te verbeteren, liggen patiënten soms op hun buik. Als een patiënt in buikligging ligt, gaat het opnemen van zuurstof door de longen beter.
Ook kan een arts besluiten om iemand in een kunstmatige slaap, kunstmatig coma te houden tot de situatie stabieler is. De meeste mensen die in coma liggen kunnen na enkele dagen tot weken weer bij bewustzijn komen. Voor anderen kan dat helaas veel langer duren; maanden of jaren.
Iemand die in coma ligt, is bewusteloos. Hij ziet niets, hoort niets en voelt niets.