De gemiddelde overleving van alle patiënten met een uitzaaiing was 22,5 maanden vanaf diagnose van de uitzaaiing. De driejaarsoverleving van patiënten met een longuitzaaiing was het grootst: 61,5%. Bij leveruitzaaiingen was drie jaar na diagnose nog 50 procent in leven.
Meestal is een behandeling van longuitzaaiingen gericht op het terugdringen van de ziekte en/of het verminderen van klachten. Dit heet een palliatieve behandeling. De behandeling kan het leven verlengen. Heel soms kan een enkele longuitzaaiing genezend behandeld worden.
Jaarlijks overlijden meer dan 10.000 mensen in Nederland aan longkanker. De helft van de gevallen wordt pas ontdekt als er uitzaaiingen op afstand zijn. Door late diagnose is een operatie niet meer mogelijk en is de kans op overleving klein. De 5-jaarsoverleving van deze patiënten in stadium 4 is slechts drie procent.
De klachten die uitzaaiingen in de longen geven zijn vaak beperkt en onopvallend, denk aan hoesten en kortademigheid, of het ophoesten van bloed. Hierdoor kan het enige tijd duren voordat de uitzaaiingen worden ontdekt.
Voordat zo'n uitzaaiing zichtbaar wordt moeten er enkele jaren verstrijken. Na vijf (of soms tien jaar) tumorvrij te zijn, gaat men ervan uit dat er geen uitzaaiingen waren. In feite was iemand dus al genezen op het moment dat de behandeling was gestopt. Het kan ook dat de kanker 'terugkomt'.
Het woord 'uitbehandeld' betekent voor iedereen die kanker heeft wat anders. Soms kan het betekenen dat je niet meer lang zult leven. Het kan ook inhouden dat je nog jaren kunt leven. Je ziekte is niet te behandelen of te genezen, maar gelukkig niet zo agressief dat je direct moet vrezen voor je leven.
Mogelijke klachten bij uitzaaiingen zijn: botpijn, misselijkheid, hoofdpijn, benauwdheid en vermoeidheid. Bij uitzaaiingen zijn er behandelingen mogelijk die uw leven verlengen en klachten verminderen, bijvoorbeeld bestraling tegen pijn.
Uitzaaiingen zijn kwaadaardige gezwellen die ontstaan zijn uit een bestaande kanker. Ze zitten alleen op een andere plaats dan waar de kanker begon. Een uitzaaiing is dus geen nieuwe soort kanker.
Vanuit de lymfe of het bloed kunnen uitzaaiingen ontstaan, zoals in de lever, de longen, de botten of de hersenen. De plaats waar uitgezaaide kankercellen terechtkomen, is niet precies te voorspellen. Wel is bekend naar welke organen of weefsels bepaalde tumoren meestal uitzaaien.
Een combinatie van een operatie en chemotherapie direct in de buik (HIPEC) kan de uitzaaiingen soms genezen. HIPEC staat voor Hypertherme IntraPeritoneale Chemotherapie. De behandeling kan alleen als er geen uitzaaiingen zijn naar de lever of de longen.
Longkanker kan uitzaaien naar de lymfeklieren rondom de longen. Dan is er nog kans op genezing. Bij de helft van de mensen is de ziekte bij de diagnose al verder uitgezaaid. De kankercellen hebben zich dan verspreid naar andere delen van de long, lever, hersenen of botten.
T1c: de tumor is tussen de 1 en 2 centimeter groot. T2: de tumor is tussen de 2 en 5 centimeter groot. T3: de tumor is groter dan 5 cm. T4: de tumor is in de omliggende weefsels gegroeid.
Terwijl de tafel verschuift, maakt de CT-scan een aantal foto's. Op een foto is telkens een ander stukje van het orgaan of weefsel afgebeeld. Deze foto's maken een tumor en eventuele uitzaaiingen zichtbaar. Ze laten ook zien hoe groot de tumor is en welke vorm deze heeft.
Nee, kanker opsporen met alleen een bloedafname, zonder te zoeken naar een specifieke kanker, kan niet. Als een arts een bepaalde kanker vermoedt, kan hij in een aantal gevallen wel (proberen) die op te sporen in het bloed. Meestal volstaat een bloedonderzoek echter niet.
Een vlekje op de longen wijst op een afwijking; deze kan goedaardig of kwaadaardig zijn. Om te kunnen vaststellen wat de oorzaak is van de afwijking, is verder onderzoek nodig. Deze folder geeft u informatie over de longen en de verschillende onderzoeken.
Mensen die sterven, hebben vaak weinig of geen behoefte meer aan voedsel en vocht. Ze kunnen snel in gewicht afnemen. Het lichaam verandert: de wangen vallen in, de neus wordt spits en de ogen komen dieper in hun kassen te liggen.
De terminale fase is de laatste levensfase van iemands leven. Concreet is deze persoon ziek en is deze ziekte ook niet meer te genezen of behandelen. Of de nadelen van de behandeling wegen niet op tegen de voordelen. Deze fase duurt meestal maximaal 3 maanden, maar kan ook langer duren.
Voorbeelden hiervan zijn pomelo, ugli, mineola, tangelo en de zure sinaasappel (ook wel Sevilla sinaasappel genoemd). Het advies is om deze vruchten ook niet te nemen rondom chemotherapie.
Deze tweede chemo is harder binnen gekomen dan de eerste. Ik voelde op de eerste dag de chemo daadwerkelijk met een hoog tempo door mijn lichaam razen. De tweede dag was dat minder en ben ik in de ochtend zelfs nog naar de markt geweest, 's-middags een uurtje geslapen, daarna nog veel op geweest.
Je gedrag kan veranderen door chemo. Je kunt prikkelbaarder worden. Of je trekt je meer terug of wordt duidelijk emotioneler: je gaat bijvoorbeeld snel huilen. Het is mogelijk dat je je moeilijker kunt concentreren.
Kankercellen voeden zich, meer dan gezonde cellen, met suikers. Daarom zou een beperking van suikerinname via de voeding in theorie tumorgroei kunnen helpen vertragen. In de praktijk gebeurden de meeste wetenschappelijke studies die het verband tussen suiker en kanker bestudeerden, op dieren.
Snelheid waarmee de kankercellen delen
Hoe sneller (agressiever) de kankercellen delen, hoe groter de kans op uitzaaiingen. Soms zijn kankercellen in de borst agressief en groeien en delen ze snel. Dan ontstaan de uitzaaiingen vaak eerder dan wanneer de kankercellen minder agressief zijn.
Om de overlevingskansen bij kanker uit te drukken, wordt vaak de vijfjaarsoverleving gebruikt. De vijfjaarsoverleving is het gemiddelde aantal mensen dat vijf na de diagnose kanker nog in leven is.
"Vaak weten we uit onderzoek dat een behandeling bij een bepaald percentage patiënten aanslaat, bijvoorbeeld bij veertig procent. Maar je weet niet of die specifieke patiënt die tegenover je zit, hoort bij de veertig of de zestig procent.