De vetplant heeft weinig water nodig. Eens in de maand is voldoende.In de zomer is eens in de 2 weken raadzaam. Omdat vetplanten van nature een droge omgeving gewend zijn is het sproeien van een vetplant niet nodig.
Cactussen en vetplanten hoef je maar heel weinig water te geven: geef in de zomer af en toe een flinke plens water in een keer en laat de grond daarna bijna helemaal uitdrogen. In de winter hoef je maar eens in de 4 weken een beetje water te geven. Controleer wel regelmatig.
De meeste vetplanten gaan dood door te veel aan water.
Of de wortelkluit droog is kan je best controleren door de plant voorzichtig uit de pot te heffen en te kijken of de grond donker (= vochtig) of licht (= droog) van kleur is.
Vetplanten zijn de ideale planten voor beginnende tuiniers: met een plek in volle zon en een minimum aan water zijn ze tevreden. Ze leven van nature erg lang, makkelijk tientallen jaren, ze kosten niet veel en er is ontelbaar veel keuze.
Zet ze altijd bij het raam, liefst met de hele dag zon. Of anders op een plek met zoveel mogelijk licht. Heb je een donker huis, en geen directe zon of lichtinval dan zullen vetplantjes het lastig krijgen. Het is een roep om hulp als ze hoog groeien of lange stengels maken richting het licht.
Vetplanten hebben veel licht nodig om goed en gezond te groeien. Maar plaats ze niet in direct zonlicht, want net als andere planten verbranden ze dan. De bladeren krijgen dan witte- of bruine plekjes.
Hoe langer je weggaat, hoe meer je planten je zullen missen. Althans, de meeste van hen. Vetplanten vinden het bijvoorbeeld prima als je langer dan een week weggaat, maar bloeiende planten zullen daar minder blij mee zijn. Die kunnen namelijk echt niet langer een/twee weken zonder verzorging.
Is de potgrond vollédig uitgedroogd? Zet dan je plant met binnenpot 15 minuten (of tot de grond helemaal doorweekt is) in een emmer water. Besproei de plant vervolgens ook lichtjes met een plantenspuit. Extra tip: als je potgrond turf bevat, voeg dan een druppeltje ecologisch afwasmiddel toe aan de emmer water.
Bruine binnenkant
Krab met je nagel of een mesje over de tak, het liefst zo dicht mogelijk bij de kluit. Laat 'ie veel los en ziet de tak er van binnen bruin uit dan is de kans groot dat de plant dood is. De takken van een plant brokkelen uit elkaar als 'ie dood is. Een levende tak is van binnen groenig van kleur.
Bij teveel water zullen de wortels dit niet meer opnemen, en kunnen ze gaan rotten. Het beste is om jouw plant rustig aan te redden: geef regelmatig kleine beetjes water en bouw het langzaam op naar het juiste niveau. Zo geef je de wortels de beste kans om opnieuw te hydrateren.
De kamerplanten welke altijd in vochtige grond moeten staan, krijgen water wanneer de bovenkant van de grond lichter van kleur wordt. Nog beter; steek een vinger in de grond, plakt er aarde aan je vinger? Dan is de grond nog vochtig genoeg. Wacht nog even met water geven.
Of je plant krijgt veel te weinig licht, waardoor hij niet genoeg energie kan maken om al het blad te onderhouden; dan laat hij bladeren afsterven, die dan eerst geel zullen worden. In een enkel geval kan het ook zo zijn dat je plant juist te veel direct licht krijgt.
Er zijn verschillende soorten kamerplanten in de volle zon waar u uit kunt kiezen. Denk bijvoorbeeld aan diverse tropische planten, zoals cactussen, vetplanten en palmen. Daarbij is het wel belangrijk om te weten dat elke kamerplant in de volle zon weer anders moet worden onderhouden.
Er zijn een pak grassen die prima tegen droogte kunnen, zoals vedergras (Stipa tenuissima), het zilvergrijze schapengras (Festuca), Sesleria, Bouteloua gracilis... Alle planten met dikke bladeren kunnen in principe goed tegen de droogte – denk maar aan een cactus.
Dat is mogelijk. Net als cactussen kunnen vetplanten makkelijk buiten staan in de zomer. Laat net als bij andere binnenplanten de vetplanten wennen aan de buitenomgeving. Vetplanten kunnen buiten in de volle zon, maar wel nadat ze gewend zijn.
Water dat je hebt gekookt, bevat minder kalk. Het water is dus minder hard. Dit komt ten goede aan je (kamer)planten. Wij koken er niet speciaal water voor, maar er blijft toch best vaak water achter in de waterkoker.
Er zijn een hoop zaken die invloed hebben op de hoeveelheid water die je plant nodig heeft. Type, formaat, leeftijd en gezondheid van je plant zijn allemaal van belang. Als vuistregel kun je aanhouden om je plant 5-10% van de capaciteit van zijn pot in water te geven.
Als je je plant te veel water hebt gegeven, herken je dat vaak aan blad dat geel wordt en afvalt. Maar het kan ook zijn dat bladeren juist verdrogen en bruin worden. Altijd goed dus om onder de grond te checken hoe het staat met de vochtigheid als je ziet dat je plant ongelukkig wordt.
Als je plant al wat langer te veel water krijgt kan je dat zien aan de bladeren. Ze zullen lichtgroen of geel worden en uiteindelijk van de stam afvallen. Heeft je plant al wortelrot door een overschot aan water, dan is de kans groot dat de bladeren juist verdorren en van de plant afvallen.
Planten die te weinig licht opnemen, groeien langgerekt uit – op zoek naar licht. Ze zullen weinig blad vormen, en bladeren die ontstaan zijn meestal erg klein.
Wanneer jouw vetplant gaat woekeren, kan je hem snoeien. Met een scherp mes snijd je voorzichtig lange of lelijke vertakkingen weg. Let op, je veroorzaak zo wel een wond op de plant. Deze wond droogt vanzelf op, maar het sap kan giftig zijn.