De uitslag van een diagnostisch onderzoek helpt jou en de hulpverlening om de juiste therapie of begeleiding in te zetten. Een onderzoek is zo'n 2 tot 3 jaar geldig en relevant.
Sommige resultaten zijn enkele jaren geldig, bijvoorbeeld uitslagen over intelligentie of karaktereigenschappen. Andere resultaten worden meer bepaald door de situatie op het moment van het onderzoek en zijn niet jarenlang geldig. In het algemeen is de uitslag van een psychodiagnostisch onderzoek twee jaar geldig.
ADHD leidt tot levenslange problemen met aandacht of concentratie, moeite met organiseren, hyperactief of overbeweeglijk zijn en impulsiviteit. De diagnose ADHD wordt vaak al op jonge leeftijd gesteld. Vaak vallen kinderen op vanwege hun hyperactieve gedrag en impulsiviteit.
De diagnose ADHD kan worden gesteld door een huisarts of praktijkondersteuner huisarts – GGZ met voldoende kennis van ADHD of een kinderarts met ADHD expertise.
ADHD is op zich niet te genezen. Het vormt een blijvende kwetsbaarheid. De behandeling heeft als doel de symptomen te verminderen en het ontstaan van bijkomende problemen te voorkomen en/of te beperken.
Onderzoekers gaan ervan uit dat ADHD voor ongeveer 80 procent bepaald wordt door erfelijkheid. Er is nog geen specifiek gen voor ADHD ontdekt. Het wordt daarom gezien als een multigenetische aandoening.
Mensen met Attention Deficit Hyperactivity Disorder herken je vaak aan de concentratieproblemen of het aandachtstekort. Daarnaast zijn ze vaak ook hyperactief en impulsief. Hyperactiviteit herken je aan niet stil kunnen zitten, wiebelen, vaak opstaan of druk en luid praten.
ADHD is een neurobiologische stoornis. Er gaat iets niet goed in de hersenen; er is een tekort aan zogeheten neurotransmitters (dopamine en noradrenaline). Deze neurotransmitters zorgen ervoor dat informatie tussen de ene zenuwcel snel en goed worden doorgegeven aan een andere zenuwcel.
Vaak pas laat ontdekt
Mensen die de stoornis hebben, hebben echter vrijwel alle symptomen en worden vanaf de kindertijd al belemmerd in hun functioneren. De problemen worden erger naarmate iemand ouder wordt, omdat er steeds meer verantwoordelijkheden bijkomen in het leven.
Als er sprake is van de stoornis ADHD, moet de impact op het participeren in het maatschappelijk leven aangetoond worden volgens de basisdefinitie van een handicap (langdurige en belangrijke beperking van de kansen tot sociale integratie). Die impact kan zeer wisselend zijn.
Mensen met ADHD of ADD vinden het vaak moeilijk om zich te concentreren en zijn snel afgeleid. Iedereen heeft wel eens moeite om zich te concentreren, of is even wat drukker. Iemand met ADHD heeft hier erg vaak last van. Ongeveer 5 op de 100 kinderen en jongeren in Nederland hebben ADHD.
Bij vermoeden van AD(H)D wordt het zogeheten Diagnostisch Interview Voor ADHD (DIVA) afgenomen. Dit doet een psychodiagnostisch medewerker of een verpleegkundig specialist en duurt gemiddeld twee afspraken van elk 60 minuten.
Een psychologisch rapport heeft een be- perkte geldigheidsduur. Dat wil zeggen dat de conclusies die we nu trekken, over een jaar of drie anders kunnen zijn. Hoe lang duurt een psychologisch onder- zoek? Meestal duurt een psychologisch onder- zoek twee dagdelen.
Mensen met ADHD hebben een groot empathisch vermogen. Omdat ze 'verder' denken kunnen ze zichzelf makkelijk in de schoenen van de ander verplaatsen. Problemen oplossen is iets wat iemand met ADHD goed kan. Hij of zij kan van verschillende kanten het probleem bekijken en daardoor sneller tot een goede oplossing komen.
Kenmerken ADHD
De kenmerken van ADHD zijn te verdelen in 3 gebieden: aandachtsproblemen, hyperactiviteit en impulsiviteit.
Houd oogcontact. Dit helpt dat de ander niet afdwaalt. Het kan helpen om 's avonds, voor het slapen gaan, de belangrijkste zaken die op dat moment door het hoofd van degene met ADHD schieten op te schrijven. Dat geeft rust en doordoor ook een betere nachtrust.
De precieze oorzaak van ADHD is nog niet bekend, maar het is wel duidelijk dat je ermee geboren wordt. Erfelijkheid speelt dus een grote rol. Het ontstaat niet door bijvoorbeeld een slechte opvoeding. Het komt vaak bij meerdere gezins- of familieleden voor.
Comorbiditeit. De comorbide stoornissen die besproken worden, komen veel vaker tegelijk voor bij ADHD dan op grond van toeval te verwachten is. Het gaat hier om autismespectrumstoornissen, gedragsstoornissen, hoogbegaafdheid, motorische stoornissen, genetische stoornissen, tics, leerstoornissen en verslaving.
Autisme en ADHD komen vaak gezamenlijk voor, hoe vaak precies is nog onbekend. Wat betreft gedrag kennen de twee diagnoses opvallend veel overlap. Dit maakt het stellen van de juiste diagnose vaak lastig. De oorzaken van het gedrag kunnen totaal verschillend zijn.
De hersenen van mensen met ADHD reageren sneller op prikkels (impulsen, stemmingen en gebeurtenissen). Dit kan er toe leiden dat je je moeilijk kunt concentreren en snel afgeleid raakt. Je kunt ook impulsief gedrag vertonen. Vaak ben je lichamelijk overactief of onrustig (hyperactiviteit).
De meeste mensen zonder ADHD die de medicijnen nemen krijgen meer energie en zin om te praten. Ze voelen zich wakker en soms een beetje blijer. De pillen met cafeïne en L-theanine geven minder sterke effecten. De meeste mensen ervaren iets minder vermoeidheid als ze de pillen hebben genomen.
Toch zijn er veel mensen die zich herkennen in de beschrijving van HSP, oftewel Hoog Sensitieve Persoon. Het staat vooral voor overgevoeligheid voor prikkels uit je omgeving. Deze overgevoeligheid kennen ook veel mensen met ADHD of ADD, want als je AD(H)D hebt komen alle prikkels ongefilterd binnen.