Op de Moerdijkbrug worden spoorstaven met een lengte van maar liefst 157 meter gebruikt. Voorheen waren de spoorstaven maar 50 meter lang. Hierdoor waren er veel lassen nodig, die een zwak punt vormden en veel onderhoud vergden. De lange sporen worden ingegoten in een rubbere laag.
Rijtuigen en bakken van treinstellen zijn gemiddeld 25 meter lang. Hier heeft de NS er ongeveer 2775 van. Dus reken maar na!
Dit is ProRail : Over ons
We verdelen als onafhankelijke partij de ruimte op 7.000 kilometer spoor, regelen alle treinverkeer (1,4 miljoen ritten per werkdag) en bouwen en beheren stations. Dit doen we met aandacht voor onze samenleving én met oog voor toekomst.
Railinfratrust BV is het bedrijf (eigendom van de Nederlandse Staat) dat in juridische zin eigenaar is van het overgrote deel van de spoorweginfrastructuur. Dochteronderneming ProRail BV is de economisch eigenaar van het spoorwegnet.
Het Nederlandse spoorwegnet is 3,2 duizend kilometer lang. Van het spoor is 67 procent twee- of meersporig, ruim 70 procent is geëlektrificeerd. Vooral in het noorden en het oosten van ons land zijn de spoorwegen niet geëlektrificeerd.
Een spoor is gemaakt van twee stalen spoorstaven op een vaste afstand van elkaar, de rails. De trein rijdt met zijn wielen precies over die rails heen. Een opstaand randje aan het wiel, de flens, zorgt ervoor dat de wielen er niet af kunnen glijden. De flens raakt de rails zelf niet, alleen in sommige bochten.
Een trein heeft geen stuur en is dus onbestuurbaar. Doordat hij op de rails rijdt kan er dus voor gezorgd worden dat de trein daarheen gaat waarheen wij dat willen. De rails wordt daar dan heengelegd.
Een flens is een opstaande rand aan trein- of tramwielen. De vorm van de rails (bol) en de conische vorm van het loopvlak van de wielen zorgen dat het railvoertuig in het spoor blijft.
De stenen vormen het ballastbed waarin de betonnen of houten dwarsliggers (spoorbielzen) liggen. Daarop liggen de spoorstaven waar de trein overheen rijdt. De stenen zorgen ervoor dat spoor in een rechte lijn blijft liggen, dempen trillingen en voeren overtollig regenwater af.
De langste trein ter wereld, bijna 5 kilometer lang, maakt een testrit in de Verenigde Staten. De trein van Union Pacific heeft 580 containers oftewel 1.160 teu aan boord. Hiervoor werden maar liefst negen locomotieven ingezet.
Sein- en wisselstoringen moeten eerst worden opgelost door een externe partij. Bij een aanrijding met een persoon wordt eerst onderzoek uitgevoerd door de politie. We kunnen dus niet precies zeggen hoe lang het oponthoud zal duren. Gemiddeld rekenen we echter met 30 tot 90 minuten.
Voor de treindetectie worden spoorsecties toegepast die onderling elektrisch geïsoleerd zijn door elektrische scheidingslassen: ES-lassen. Deze elektrisch gescheiden secties zijn nodig om te voorkomen dat treinen met elkaar botsen, maar ook om overwegen te laten sluiten en openen.
Treinen krijgen hun stroom via de bovenleiding. Stroomafnemers op het dak van de trein transporteren de stroom naar de motor. Bij een defect aan de bovenleiding valt de stroom op het betreffende stuk spoor meteen uit. De treinen die zich op dit stuk spoor bevinden, komen dan stil te staan.
De trein maakt contact met de bovenleiding via één of meer pantografen om de stroom af te nemen. In de trein zit een sterke elektromotor. Een trein met pantografen die tegen de bovenleiding aan zitten, en die geen uitlaatgassen produceert, rijdt op stroom. Er zijn ook dieseltreinen.
Het beste antwoord. Bij sommige typen materieel kan het wel, bij andere typen niet. Ook als het bij een bepaald type materieel normaal gesproken wel kan, heb je kans dat je net een trein treft waar ze extra meetapparatuur onder hebben gehangen.
De meeste stoomlocomotieven. Veel tenderlocomotieven kunnen in beide richtingen gebruikt worden, maar veel grotere locomotieven mogen niet met volle snelheid achteruit rijden en moeten dus gekeerd worden, meestal op een draaischijf.
De meeste personentreinen rijden op elektriciteit. Op enkel trajecten heb je nog dieseltreinen voor het personenvervoer. Onder andere Roermond-Venlo. Bij het goederenvervoer rijden wel de meeste treinen op diesel.
Het huidige systeem van 1500 Volt (1,5KV) op de bovenleiding kent relatief veel energieverlies in het systeem en levert een beperkt tractievermogen.
Zo heeft de NS ongeveer 488 rijtuigen, 2286 bakken en 84 locomotieven. Voor de echte trein-fanaten zijn hier nog wat meer cijfers, over de verschillende onderdelen. De bakken zijn onderverdeeld in: 87 ICM's (intercitymaterieel of koplopers) 3-wagenstel en 50 ICM's 4- wagenstel.
Bij treinen wordt de rem pneumatisch (door luchtdruk) bediend (zie westinghouserem). Door de gehele trein loopt de treinleiding van de doorgaande zelfwerkende luchtdrukrem. In elke trein is één remkraan in dienst. Deze remkraan houdt de luchtdruk in de treinleiding op 5 bar (overdruk).
Het grootste station van Nederland is wederom Utrecht Centraal met 194.000 in- en uitstappers en gaat traditioneel nek-aan-nek met Amsterdam Centraal met 192.000.
De treinen hebben een topsnelheid van 160 kilometer per uur. Dit kan in Nederland echter nog nergens gereden worden, aangezien het beveiligingssysteem dit niet toestaat. De maximale dienstsnelheid in Nederland is voorlopig nog 140 kilometer per uur.
Thalys. Nederland staat in het lijstje van de Railway Gazette op plek 17. Hoewel de Thalys tussen Schiphol en Rotterdam kort de 300 kilometer per uur aantikt, ligt de gemiddelde snelheid op het HSL-Zuid op 'slechts' 167 kilometer per uur.