De teams mogen 10 minuten inspelen op hun bij de tos gekozen speelhelft. (4 minuten links, 4 minuten rechts inslaan en 2 minuten opslaan.) Wanneer een aanvoerder heeft gekozen om apart in te slaan, krijgt ieder team 5 minuten om in te slaan.
Gemiddeld genomen duurt een volleybalwedstrijd van 3 sets ongeveer een ruim uur.Een wedstrijd van 4 sets ongeveer 1,5 uur en wedstrijd van 5 sets rond de 2 uur. De duur van de wedstrijd is dus afhankelijk van het aantal sets dat gespeeld moet worden en hoeveel het aantal punten dat beide teams weten te maken.
Fluit kort en hard, zodat je voor iedereen goed hoorbaar bent.Houd het fluitje in je mond.Maak rustige handgebaren.Geeft duidelijkheid.
Slechts één Libero kan tegelijkertijd op het speelveld zijn. De Libero mag niet de aanvoerder en niet de aanvoerder in het veld zijn.
Elk team mag tot drie balcontacten gebruiken om de bal terug over het net te spelen.
Je mag de bal niet vangen en/of gooien. Twee speeltechnieken zijn bovenhands en onderhands spelen. Er zijn drie fouten bij het spelen van de bal: • viermaal spelen binnen je team, • vasthouden van de bal, • tweemaal achter elkaar aanraken door één speler.
Deze lange sokken worden compressiekousen genoemd. Tijdens het volleyballen worden afvalstoffen door het bloed vervangen door voedingstoffen en bloed dat rijk is aan zuurstof. Door het dragen van lange sokken (zogeheten compressiekousen) wordt dit proces versneld. De afvalstoffen worden op een betere manier afgevoerd.
Bij volleybal heeft de libero een ander shirt aan dan de rest van het team, omdat de scheidsrechter de libero (de speler met het andere shirt) moet kunnen onderscheiden van de andere spelers op het veld.
De libero is de speler in het 'andere shirt' in een volleybalteam. De functie van een libero is uitsluitend passen en verdedigen. De liberospeler mag ook alleen in de achterste 3 posities van het volleybalveld staan. Je zult een libero dus nooit zien aanvallen of serveren.
Het komt het vaakst voor dat de libero in het veld komt voor de middenblokkeerders, omdat dat meestal de mindere verdedigers zijn. Dit is echter niet verplicht. Een libero mag net zo goed voor een diagonaal, passer/loper of spelverdeler in het veld komen.
De diagonaalspeler is over het algemeen de “puinruimer” en puntenmachine van een ploeg. Veel aanvallen worden over deze speler uitgespeeld. Vaak is dit de sterke aanvaller van het team, die minder goed kan passen en verdedigen. De term 'Diagonaal' is gebaseerd op zijn of haar positie in het veld.
Dat constateert ook Joëlle Staps, algemeen directeur van de Nevobo: “Volleybal is een relatief moeilijke sport, voor zowel leerlingen als docenten. In de traditionele zes-tegen-zes vorm komt het zeker niet voor alle leeftijden goed uit de verf.” Het volleybal wil een vaste waarde blijven in de gymzaal.
Volleybal is een intensieve sport die veel vraagt van je lichaam, vooral je knieën, schouders en enkels. Door regelmatig te trainen kun je je lichaam sterker maken en de spieren rondom deze kwetsbare gewrichten versterken, waardoor je minder snel geblesseerd raakt.
De rallypas of juist de servicepass.
Morgan combineerde regels uit andere sporten zoals tennis, basketbal en honkbal. Volleybal werd oorspronkelijk mintonette genoemd, maar is vlug daarna omgedoopt.
De diagonaalspeler, of opposite, speelt aan de netpaal aan de rechterkant van het veld.Dit betekent dat ze tegenover de buitenaanvaller van de tegenstander staan. "Diagonaalspelers moeten goede blokkers zijn, want ze blokkeren de buitenaanvaller van de tegenpartij.
De libero is bij volleybal sinds 1999 een speler die gespecialiseerd is in verdediging. Deze speler is verplicht een contrasterend outfit te dragen, omdat er voor hem/haar andere regels gelden. Libero's zijn meestal kleiner van gestalte, zodat ze dichter bij de grond staan en dus gemakkelijker kunnen verdedigen.
Het op één na hoogste niveau is Nationale 1, daarna komt Nationale 2 (vroeger 1ste divisie).Het laagste landelijke niveau is Nationale 3 (vroeger 2de divisie). Nationale 2 en 3 zijn zowel bij de mannen als de vrouwen nog opgedeeld in verschillende groepen A, B tot maximaal C.
De diagonaal of diagonaalspeler is in het volleybal vaak de sterkste aanvaller. De voornaamste taak van deze speler is namelijk aanvallen. Waar een belangrijke taak voor de passer/loper ook het verzorgen van de pass is, geldt voor de diagonaalspeler juist dat deze speler vaak niet in de pass staat.
Enkel nu moet ze dus op de volleybal verplicht een strak broekje aan, wat ze al helemaal niet fijn vindt zitten en wat nog net niet in haar bilnaad gaat zitten. Een wijder broekje gaat niet, dat zakt van haar billen af.Ze vindt het broekje verschrikkelijk.Het zit niet fijn en daardoor leidt het haar af van het spel.
Deze doelman staat vaak verder voor zijn doel dan gebruikelijk, en probeert lange voorzetten van de tegenstander onschadelijk te maken door ze buiten het strafschopgebied weg te trappen. Hij heeft meestal tactische eigenschappen en een hoge snelheid - noodzakelijk om snel uit zijn doel te komen voor een aankomende bal.
De teams mogen 10 minuten inspelen op hun bij de tos gekozen speelhelft. (4 minuten links, 4 minuten rechts inslaan en 2 minuten opslaan.) Wanneer een aanvoerder heeft gekozen om apart in te slaan, krijgt ieder team 5 minuten om in te slaan. In dit geval begint het team dat de eerste opslag heeft.
Ja, volleybal is goed voor je. Het is een sport die helpt om je hart- en longfunctie te verbeteren, je spieren te versterken en je coördinatie en behendigheid te verbeteren.
Waarom kousen met gaten? Het idee hierachter is dat de kuiten dan meer kunnen 'ademen'. Als een voetballer gespierde kuiten heeft, kunnen die voor hun gevoel bekneld raken. Fabrikanten maken de kousen namelijk zodanig strak, dat de bloedcirculatie kan worden belemmerd en dat kan leiden tot een krampaanval.
Het is de nieuwste trend in voetballand. Spelers willen dat hun kuiten kunnen ademen en zetten de schaar in hun sokken omdat ze denken zo een optimale bloedcirculatie te creëren.