Als je weer naar huis mag, zijn je afweersysteem en conditie nog niet volledig hersteld. Gemiddeld duurt dit na een allogene transplantatie een jaar. Tijdens dit jaar kun je beperkt worden in je dagelijks leven. Vooral de eerste 3 tot 6 maanden zijn lichamelijk gezien zwaar.
De gekregen stamcellen groeien niet direct uit tot bloedcellen. Het duurt zo'n 2 tot 3 weken voor dat zover is. Deze periode heet 'de dip'.
Het herstel van uw conditie kan maanden in beslag nemen. Wij adviseren u om uw energie zo goed mogelijk te verdelen over de dag en zo nodig rust te nemen. Een vast dagritme kan u hierbij helpen. Door in beweging te blijven in en rond huis, werkt u aan het herstel van uw conditie.
Na een stamceltransplantatie zijn de eerste 3 tot 6 maanden lichamelijk erg zwaar. Vooral na een allogene stamceltransplantatie is langdurig intensieve controle vereist. De eerste drie maanden onderzoekt uw arts u wekelijks op infecties, de graft-versus-host ziekte (transplantaat tegen gastheer) en andere complicaties.
Nee, echt pijnlijk is de afname van stamcellen niet. Er zijn twee manieren om stamcellen af te nemen bij een donor: uit het bloed en uit het beenmerg. Een afname uit het beenmerg gebeurt onder algemene verdoving, wat op zich vrij ingrijpend is om als gezond persoon te ondergaan.
Een stamceltransplantatie kost rond de 35.000 tot 40.000 euro.
Na de stamceltransplantatie moet een afweerreactie door donor afweercellen optreden om overgebleven kwaadaardige cellen te doden. De donor afweercellen die dit doen heten T-lymfocyten, ook wel T-cellen genoemd. Soms komt deze reactie spontaan op gang.
Met beenmerg transplantatie wordt bedoeld het transplanteren van afgenomen beenmerg. Met stamceltransplantatie wordt bedoeld het transplanteren van stamcellen die door een speciale voorbehandeling vanuit het beenmerg naar het bloed verplaatst zijn.
Stamceltransplantatie. Aan het eind van de behandeling met chemotherapie blijft er nog steeds een grote kans bestaan dat de leukemie 1 tot 2 jaar na de behandeling weer terugkomt. Bij sommige patiënten is er daarom nog een behandeling met chemotherapie gevolgd door een stamceltransplantatie nodig.
Vervolgens worden de nieuwe stamcellen via een infuus aan de patiënt gegeven. Dan volgt het wachten … een lange periode waarbij je in isolatie verpleegd moet worden vanwege het risico op infecties. Er zijn ook bijwerkingen op organen als de lever, nieren, longen.
Als een stamceltransplantatie mislukt, kunt u overlijden. Dit kan komen doordat de donorstamcellen niet aanslaan. Maar vaker komt het door ernstige complicaties zoals de graft-versus-host-ziekte of infecties. De kans op overlijden na een allogene stamceltransplantaties ligt tussen 15 en 20%.
Voorafgaand aan de infusie van de stamcellen krijgt de patiënt chemotherapie en immuunremmers om plaats te maken voor de donorcellen in het beenmerg en tevens de zieke cellen zoveel mogelijk op te ruimen.
Wanneer er verder geen complicaties zijn, kun je na drie tot vijf weken naar huis. Je moet nog wel regelmatig naar het ziekenhuis voor controles. Het herstel duurt bij een autogene stamceltransplantatie ongeveer een half jaar en bij een allogene transplantatie een jaar.
Graft-versus-host-ziekte (oftewel 'graft versus host disease'; GvHD) wordt ook wel omgekeerde afstotingsziekte genoemd. Graft-versus-host-ziekte ontstaat als de afweercellen van de donor de weefsels van de patiënt als vreemd herkennen. Daardoor vallen de afweercellen van de donor, het weefsel van de patiënt aan.
Aan het afnemen van het beenmerg zelf zijn geen risico's verbonden, behalve het geringe risico van de algehele narcose. Er kan een lichte bloedarmoede ontstaan na de beenmerg-afname, wat vermoeidheid kan veroorzaken. Vaak krijgt u voor een maand ijzertabletten mee om dit tekort weer aan te vullen.
Isala heeft een samenwerkingsverband met het Amsterdam UMC (locatie VUmc) op het gebied van allogene stamceltransplantaties. De eventuele voorbehandeling met chemotherapie gebeurt in Isala, net als voorbereidende onderzoeken voorafgaande aan een allogene stamceltransplantatie.
Er zijn twee manieren om stamcellen af te nemen. Het kan via het bloed (PBSC: perifere stamcelbloeddonatie) of via het beenmerg. In tweederde van de gevallen wordt gekozen voor stamceldonatie via het bloed. Het is de arts die bepaalt welke vorm wordt gekozen.
Bij acute leukemie rijpen de witte bloedcellen in het beenmerg niet uit. Bij chronische leukemie rijpen de cellen nog redelijk goed uit, maar werken ze niet helemaal normaal. Het soort bloedcellen dat ongecontroleerd gaat delen, bepaalt of het om lymfatische of myeloïde leukemie gaat.
Bij leukemie, lymfeklierkanker of andere kanker in de beenmergcellen komt stamceltransplantatie vaak in beeld. Maar ook bij andere soorten kanker kan een stamceltransplantatie een optie zijn. Bij de volgende vormen van kanker kan een stamceltransplantatie mogelijk zijn: acute lymfatische leukemie.
Waarom iemand acute leukemie krijgt, is vaak niet te zeggen. De oorzaak zijn meerdere fouten (mutaties) in het DNA van de stamcellen in het beenmerg. Deze mutaties ontstaan spontaan. Wel neemt de kans op deze mutaties toe door bestraling of blootstelling aan bepaalde chemische stoffen.
Stamcellen kunnen zich nog tot elke cel met een functie differentiëren, oftewel veranderen. Stamcellen zijn in te delen in vier verschillende categorieën: totipotente stamcellen, pluripotente stamcellen, multipotente stamcellen en unipotente stamcellen.
Om het risico op terugkeer van de leukemie te verkleinen. Die nabehandeling kan bestaan uit intensieve chemotherapie met of zonder aanvullende bestraling in combinatie met een stamceltransplantatie. Stamceltransplantatie is een behandeling waarbij je stamcellen krijgt toegediend.