Al vanaf 6 maanden kan je baby de eerste tekenen van verlatingsangst en eenkennigheid laten zien. Sommige baby's laten het al wat eerder zien. Je kindje heeft er vaak het meest last van als hij tussen de 8 en 18 maanden is. Meestal zijn de ergste klachten verdwenen als je kind 3 jaar is.
Hoe lang duurt de angst om alleen te zijn bij je baby? Verlatingsangst bij je baby is helaas niet iets dat na een paar weken overgaat. Bij veel baby's start het vanaf de 6 maanden (kan eerder of later). De piek van de mate waarin je kind er last van heeft, bereikt hij/zij tussen de 8 en 18 maanden.
Je kan scheidings- of verlatingsangst verminderen door niet fysiek aanwezig te zijn in dezelfde kamer van je baby, maar wel in de kamer ernaast wat geluid te maken. Zing bijvoorbeeld een liedje of rommel wat in de kasten. Zo beseft je kleintje dat je wel nog in de buurt bent, ook al kan het je niet zien.
Dit is volledig normaal in de emotionele ontwikkeling van je baby. Het begint vaak tussen de 6 en 9 maanden. De piek van deze verschijnselen vindt meestal plaats tussen de 10 en 18 maanden, en het is meestal volledig verdwenen wanneer je kindje 3 jaar oud is.
In deze fase van de ontwikkeling kunnen kinderen er erg veel moeite mee hebben, wanneer de ouders weggaan, ook wanneer het kind bij een zeer vertrouwde oppas blijft. Dit moeite hebben met de afwezigheid van de ouders duurt vaak tot het kind anderhalf/ twee jaar is en soms wel tot een jaar of vier.
Al vanaf 6 maanden kan je baby de eerste tekenen van verlatingsangst en eenkennigheid laten zien. Sommige baby's laten het al wat eerder zien. Je kindje heeft er vaak het meest last van als hij tussen de 8 en 18 maanden is. Meestal zijn de ergste klachten verdwenen als je kind 3 jaar is.
Gebruik een vast bedritueel en maak jouw kind duidelijk dat hij lekker gaat slapen. Voor kinderen met verlatingsangst kan het helpen om nog een tijdje op de gang te rommelen en/of wat (huishoudelijke) klussen te doen op dezelfde verdieping. Je kan om de paar minuten even bij je kind gaan kijken.
Verlatingsangst is de angst van je kind dat je hem verlaat. We spreken van verlatingsangst als je kind gaat huilen zodra vertrouwde mensen (zoals jij) weggaan, zelfs al is het maar voor even. Je kind kan de situatie nog niet goed overzien en dat maakt hem of haar boos en/of verdrietig.
Het durft niet bij vriendjes te spelen of te logeren. Uw kind is bang dat er iets ergs gebeurt als u niet in de buurt bent. Het is bijvoorbeeld bang dat er brand uitbreekt of ingebroken wordt. Uw kind wordt verdrietig, heel stil of juist heel boos als het toch ergens alleen heen moet of als u weg gaat.
De oorzaak van verlatingsangst heeft soms te maken met een onveilige hechting in de kindertijd. Bij onveilige hechting zijn de ouders niet beschikbaar voor het kind als veilig persoon. Verschillende factoren dragen hieraan bij. Zo kan onveilige hechting ontstaan doordat de ouders van het kind wisselend aanwezig waren.
Mensen met verlatingsangst hebben last van symptomen als: Angst om alleen te zijn, dus zonder bekenden om je heen. Extreme jaloezie, als de ander goed op kan schieten met iemand anders, of daar ook leuke dingen mee wil doen. Dit wakkert de angst dat je denkt dat de ander je wil verlaten aan.
Slaapregressie 4 maanden: omrollen. Slaapregressie 8 maanden: zitten en kruipen. Slaapregressie 12 maanden: beginnen met lopen. Slaapregressie 18 maanden: zelfstandig lopen.
Wat is slaapregressie? Een slaapregressie is een periode waarin je baby slechter slaapt. Je baby wordt 's nachts regelmatig wakker en kan vervolgens niet of moeilijk meer in slaap komen. Het kan elke baby overkomen: baby's die altijd al wat moeilijker slapen, maar ook baby's die voorheen sliepen als een roosje.
Verlatingsangst is een angststoornis die je met therapie onder controle kunt krijgen. Afhankelijk van jouw klacht kun je een behandeltraject ingaan. Een vorm die vaak gebruikt wordt en bewezen effectief is, is Cognitieve Gedragstherapie (CGT). Samen met een psycholoog onderzoek je jouw ideeën over alleen zijn.
Ook ervaringen op latere leeftijd kunnen zorgen voor verlatingsangst. Gebeurtenissen op latere leeftijd kunnen ook zorgen voor verlatingsangst. De angst is meestal latent aanwezig in de jeugd maar komt bijvoorbeeld pas aan de oppervlakte bij een eerste relatie, een overlijden of als je op jezelf gaat wonen.
Separatieangst is de overmatige angst om gescheiden te worden van degene aan wie we gehecht zijn. Bij kinderen gaat dit meestal om de ouders of verzorgers. Bij peuters tussen de 8 en 18 maanden is separatieangst (verlatingsangst) en eenkennigheid normaal.
Eenkennigheid komt meestal voor als je kind tussen een en twee jaar oud is. Het is in deze fase heel normaal dat je kind zich aan je vastklampt. Dat hoort bij de normale ontwikkeling.
Spreek met jezelf (en je partner) af, hoe lang jullie het kind laten huilen. Een richtlijn is minimaal 3 tot maximaal 10/15 minuten.
De slaapregressie bij 24 maanden komt vooral door een aantal grote mentale ontwikkelingen. Peuters krijgen rond deze leeftijd een eigen wil, leren dat ze een keuze hebben en dat gedrag gevolgen heeft.
Dat is de welbekende '5-10 minuten regel', ook wel de gradual extinction of de gecontroleerde uitdoving genoemd.. Hierbij ga je elke 5 minuten terug om je baby of kind te troosten en het aantal minuten voer je stapsgewijs op. `Je laat je baby gecontroleerd huilen.
Je baby alleen laten huilen kan negatieve invloed hebben op veilige hechting. Veilige hechting in in de eerste maanden van het leven vormt de basis voor een goede en gezonde geestelijke gezondheid in het volwassen leven. Stress kan negatieve invloed hebben op de hechting tussen ouder en kind.
Uit internationaal onderzoek blijkt dat maarliefst 52% van de moeders zich (extreem) eenzaam voelenen tijdens de eerste periode na de geboorte hun kind. Hoe mooi en bijzonder het is om een kindje te krijgen; hoe heftig is ook de omschakeling om 24/7 verantwoordelijk te zijn voor een minimensje.
Je kunt je baby een beetje helpen door hem in je armen wat slaperig te maken en hem neer te leggen als hij bijna in slaapt valt. Later kun je dit moment van neerleggen dan steeds iets gaan vervroegen, totdat je je baby wakker in het bedje kunt leggen en hij zelf in slaap valt.