De palliatieve fase begint op het moment dat duidelijk wordt dat je niet meer beter kunt worden. De palliatieve fase kan kort of lang duren: van dagen tot enkele maanden of jaren.
Palliatieve zorg wordt gegeven als u niet meer kunt genezen. Deze zorg is gericht op kwaliteit van leven. De zorg kan weken, maanden of jaren duren.
Veelvoorkomende lichamelijke klachten van mensen met kanker in de terminale fase zijn pijn, misselijkheid/braken, vermoeidheid, anorexie (gebrek aan eetlust) en obstipatie. Pijn komt bij 70-90 procent van de kankerpatiënten voor, anorexie bij 40-80 procent.
Definitie. De stervensfase gaat in op het moment dat het overlijden zich onafwendbaar aandient en omvat de laatste dagen (tot zeven dagen) van het leven De aanbevelingen zijn gericht op wat haalbaar is om te doen in de laatste levensdagen.
Het lichaam verandert: de wangen vallen in, de neus wordt spits en de ogen komen dieper in hun kassen te liggen. Vochttekort leidt normaal gesproken tot dorst, maar in de stervensfase hebben mensen vaak geen of weinig dorstgevoel. Het kan prettig zijn om de lippen en de mond licht te bevochtigen.
Eerst vallen bijvoorbeeld de longen uit (ARDS) , gevolgd door lever, darmen, nieren en/of andere functies, zoals de bloedstolling.
Rust en vertrouwen zijn erg belangrijk. Het helpt de stervende als hij/zij voelt dat hij/zij kan gaan. Als je merkt dat er nog dingen zijn die de stervende bezighouden (zoals zorgen of spijt), kijk dan of je daarover kunt praten. Misschien heeft de stervende behoefte aan een geestelijk verzorger.
Hoe lang de palliatieve fase duurt is voor iedereen verschillend: van enkele weken tot enkele maanden of jaren. In deze fase staan palliatieve behandeling van de ziekte en symptomen, gezamenlijke besluitvorming en proactieve zorgplanning en ondersteuning centraal.
In tegenstelling tot wat vaak wordt gedacht, leidt het ophogen van morfine ook niet tot het bespoedigen van de dood. Morfine is wel geschikt om pijn en benauwdheid te behandelen en kan dus wel een belangrijke rol spelen in de fase van het levenseinde.
Terminale onrust
Gedurende het stervensproces is het mogelijk dat er onrust en verwardheid ontstaat bij de cliënt. Dit wordt ook wel 'delier' genoemd. De stervende maakt vaak dan kleine (hand) bewegingen, in de vorm van plukken of aanwijzen. Het lijkt alsof de persoon dingen ziet die er niet zijn.
Vermoeidheid, pijn, gebrek aan energie, zwakte en gebrek aan eetlust komen bij meer dan 50% van de patiënten voor. In de terminale fase treedt een verschuiving op: vermoeidheid, zwakte, gewichtsverlies, sufheid en verwardheid doen zich (nog) vaker voor, terwijl de prevalentie van pijn afneemt.
Zo komen vermoeidheid, pijn, benauwdheid en verlies van eetlust veel voor. In de terminale fase komen ook symptomen als gewichtsverlies, sufheid en verwardheid vaak voor.
Je bent ongeneeslijk ziek en krijgt van de arts te horen dat je bent uitbehandeld...De behandelingen wegen niet meer op tegen de nadelen ervan of het heeft geen zin meer. Jij en je naaste omgeving moeten zich voorbereiden op jouw laatste fase van het leven, oftewel de 'terminale fase'.
Een stervende heeft meestal weinig of geen behoefte meer aan eten en drinken.Hij of zij kan snel vermageren.De wangen vallen in, de neus wordt spits en de ogen komen dieper in hun kassen te liggen. Dit is natuurlijk en hoort bij het sterven.
Verschil tussen palliatieve zorg en terminale zorg
Het verschil is dat palliatieve zorg jaren kan duren, terwijl we pas van terminale zorg spreken wanneer het overlijden op korte termijn (3 maanden of minder) wordt verwacht. Palliatieve zorg richt zich op een zo goed mogelijke kwaliteit van leven.
De terminale fase is de laatste levensfase van iemands leven.Concreet is deze persoon ziek en is deze ziekte ook niet meer te genezen of behandelen. Of de nadelen van de behandeling wegen niet op tegen de voordelen. Deze fase duurt meestal maximaal 3 maanden, maar kan ook langer duren.
6 Wat als de sedatie lang duurt of de patiënt weer bij bewustzijn komt? Probeer een verklaring te vinden, overleg snel met de arts en/of dien medicatie toe zoals afgesproken. Was delier een refractair symptoom, dan kan de oorzaak zijn dat het delier toch nog aanwezig is, dus behandelen met haloperidol.
Deze palliatieve fase bestaat uit vier fasen: ziekgerichte palliatieve zorg, symptoomgerichte palliatieve zorg, palliatieve zorg in de stervensfase en nazorg. In dit artikel lichten wij deze vier fasen tijdens de palliatieve fase voor u uit. Standby Zorg helpt u graag tijdens deze palliatieve fase.
Voor de uitvoering van continue diepe sedatie heeft de KNMG richtlijnen gepubliceerd. Alleen morfine hoort volgens deze richtlijnen niet gebruikt te worden bij palliatieve sedatie, omdat dit vaak leidt tot sufheid maar niet altijd tot verlies van bewustzijn.
Bij uitgezaaide kanker is genezing meestal niet meer mogelijk. Dit heeft effect op de overleving. Bij mensen met uitzaaiingen is de gemiddelde overleving na 5 jaar ongeveer 15%. Bij mensen met kanker zonder uitzaaiingen is de overleving na 5 jaar een stuk hoger: 75%.
Hoe lang palliatieve zorg duurt, verschilt per persoon. Soms dagen, soms weken, maar een jaar of langer kan ook. Door op tijd met je (huis)arts en naasten te praten over je levenseinde, kun je ervoor zorgen dat je ook in het laatste deel van je leven de zorg krijgt die bij je past.
Een dodenmasker is een afgietsel van het gelaat van een overleden persoon, gewoonlijk gemaakt van was of gips.
Veranderingen in de ademhaling
Een mens leeft zo lang hij ademhaalt. Bij mensen die gaan sterven is een stokkende en onregelmatige ademhaling meestal een teken dat de dood snel dichterbij komt. De ademhaling valt dan regelmatig stil om daarna met een diepe zucht weer op gang te komen.
Uiteindelijk houden alle lichaamsfuncties ermee op: de ademhaling komt tot stilstand, het hart stopt met kloppen, het bloed stroomt niet langer en geleidelijk aan dooft de hersenactiviteit. Na de laatste ademhaling trekt de kleur helemaal weg uit het gezicht, de gestorvene wordt 'doodsbleek'.
De helft van de patiënten overlijdt binnen 13 dagen na het stoppen met eten en drinken. U heeft zelf ook enige invloed op de tijdsduur. Als u besluit om toch iets te drinken (meer dan een half kopje per dag), dan kunt u hiermee het proces vertragen. De periode tot overlijden kan dan enkele weken tot maanden duren.