Bedenk dat wanneer het TPMS niet goed functioneert, of wanneer je de reserveband gebruikt, het lampje voor lage bandenspanning een minuut knippert en vervolgens uitgaat.
Mocht je nou onderweg zijn en je bandenspanning lampje gaat branden dan zul je snel moeten handelen. Parkeer je auto ergens veilig langs de weg en controleer of een van je vier banden lek is. Mocht dit het geval zijn dan raden we aan om niet door te rijden, maar de ANWB te bellen of zelf het wiel te vervangen.
Zodra uw banden de juiste spanning hebben, kan het lampje vanzelf uitgaan. Als het niet meteen uitgaat, zou het helpen om de bandenspanningssensor te resetten door ongeveer 10 minuten met 50 mph te rijden.
Het bandenspanningslampje uitzetten doe je door simpelweg lucht in de banden te pompen. Versleten banden: Vaak over het hoofd gezien, kan het ook de oorzaak zijn dat het bandenspanningslampje blijft branden.
De spanning wordt gekalibreerd duurt circa 20-60 minuten, afhankelijk van uw rijpatronen. U ontvangt een melding wanneer het kalibratieproces is voltooid.
Een te lage bandenspanning veroorzaakt een hogere en/of onregelmatige slijtage. Dan moet je de banden dus eerder vervangen. Verder heeft een band die zacht is een breder loopvlak, waardoor hij meer weerstand ondervindt. En meer weerstand betekent dat de motor harder moet werken, oftewel een hoger brandstofverbruik.
Elke keer dat u een of meer banden oppompt, verwisselt of roteert, moet u het systeem opnieuw kalibreren. Het kalibratieproces vereist ongeveer 30 minuten cumulatief rijden met snelheden tussen 30-65 mph (48-105 km/u) . Het voertuig moet worden gestopt om de kalibratie te starten en het proces wordt automatisch voltooid.
Als de bandenspanning te laag is, wordt de band in elkaar gedrukt.Tijdens het rijden wordt hij daardoor sneller warm. Het gevolg: het verbruik neemt toe, het rijgedrag van de auto wordt slechter en de band slijt sneller.
Wanneer dit lampje daarna nog steeds blijft branden kan dit logischerwijs erop duiden dat de accu leeg is. Wanneer dit het geval is, is het zaak om de accu op te laden. Daarnaast kan dit icoontje ook duiden op bijvoorbeeld storingen in de dynamo of de aandrijfsnaar.
Wanneer je zeker weet dat de banden op de juiste spanning staan dan kan je het bandenspanning lampje gaan resetten. Hiermee zorgt je ervoor dat het lampje dat blijft branden, zelfs na het oppompen, zal verdwijnen.
Als uw banden te zacht zijn opgepompt, kan dit invloed hebben op uw ABS . Dat komt omdat ABS afhankelijk is van het vermogen van uw band om grip te hebben op het wegdek.
Banden spanning in banden loopt in ca. 2 weken terug van 2.5 bar naar 1.0 bar.
U hoeft niet meteen te stoppen als u het ziet oplichten, maar u moet wel zo snel mogelijk actie ondernemen. Als u op de snelweg of in druk verkeer rijdt, is het over het algemeen veilig om een korte afstand te rijden (maximaal een paar mijl ) om een veilige plek te vinden om te stoppen en uw banden te controleren.
Gele of oranje waarschuwingslampjes geven aan dat er iets aan de hand is maar behoeven niet direct actie, je kan nog doorrijden maar maak wel een afspraak met de garage. Als het waarschuwingslampje rood brandt, dan moet je onmiddellijk stoppen en de wegenwacht of garage bellen.
De sensor zit direct achter het ventiel en kan dankzij deze locatie de exacte druk accuraat meten. Wanneer de drukverlaging een bepaalde hoeveelheid overschrijdt (doorgaans 25%), is een waarschuwing op het dashboard te zien en moet de auto naar het benzinestation worden gereden om de banden te laten oppompen.
U heeft een stuk gereden met te lage bandenspanning. Daar bent u op tijd achter gekomen, de kans op schade aan de band door rijden met 1,5 bar bij 2,3 geadviseerd is vrijwel uitgesloten. Het verschil is te klein om direct schade te veroorzaken.
Het TPMS resetten via het Infotainmentsysteem
Druk op de knop met de tekst "Car" op het touchscreen en klik vervolgens op "Setup" of "Settings". Selecteer daar "Tires" en vervolgens "Set". Het systeem knippert een snelle bevestiging. Als u op "Confirm" klikt, wordt het TPMS gereset.
Als het lampje voor de banden spanning op je dashboard blijft branden, is dat een teken dat één of meerdere banden te weinig lucht hebben. Dit signaal mag niet genegeerd worden.Het kan namelijk de veiligheid op de weg en het brandstofverbruik beïnvloeden.
Als u niet zeker weet of uw band een lage spanning heeft, let dan op de volgende tekenen: Een bult waar de band de grond raakt (idealiter is de zijwand van de band stevig en rond, en ziet er niet samengedrukt uit) Ongelijkmatige slijtage van de banden op het loopvlak (lage spanning kan ervoor zorgen dat de slijtage aan de ene kant sneller verloopt dan aan de andere kant)
Als het bandenspanningslampje (ook wel bekend als de TPMS–melding) in uw cockpitscherm gaat branden, moet u zo snel mogelijk uw banden controleren.
Het controlelampje gaat branden wanneer één of meer banden een te lage bandenspanning hebben. Dit werkt zo: in ieder wiel zit een sensor en deze geeft door wat de luchtdruk is in de band. De luchtdruk wordt gemeten in bar. Gemiddeld heeft een band 2,5 bar luchtdruk nodig.
- druk lang (ongeveer 3 seconden) op een van de knoppen 2 of 3 om het resetten te starten. Wanneer het controlelampje 'SET' ongeveer vijf seconden knippert, betekent dit dat het verzoek om de referentiewaarde voor de bandenspanning opnieuw in te stellen, is verwerkt. Het resetten is afgerond na enkele minuten rijden.
Gevolgen van een te lage bandenspanning
Verminderde grip op de weg, wat kan resulteren in een langere remweg en verminderde controle over het voertuig. Onregelmatige slijtage van de banden, waardoor ze sneller versleten raken en je eerder nieuwe banden moet aanschaffen.
In het instructieboekje van je auto staat de juiste bandenspanning vermeld. Vaak staat het ook op stickers op de deurpost, op de achterkant van de zonneklep of aan de binnenkant van het brandstofklepje. Controleer alleen koude banden, dan krijg je de juiste spanning.