En dan begint dus na een jaar of 2 tot 3 (afhankelijk van de leeftijd van de boom die je kocht) de oogst. Naast wieden (voorzichtig want je wilt geen wortels beschadigen) kun je denken aan water geven bij bomen die dat jaar zijn geplant.
Pruimenbomen veel of weinig snoeien? Een pruimenboom die geen of weinig vruchten draagt, gaat door snoeien niet meer vruchten dragen! Het tegendeel zelfs! Snoeien bevordert de vegetatieve groei en hierdoor krijg je (iets) minder vruchten.
Voor appel- en perenbomen moet je er rekening mee houden dat die pas na 2 a 4 jaar na het aanplanten vruchten zullen geven. Kersenbomen zullen ietsje sneller vruchten geven pakweg na 2 a 3 jaar. Perzikbomen geven meestal meteen vruchten.
Een Eldense Blauwe pruim weegt voor het gemak 25 gram. Dan gaan er 40 in een kilo. Stel aan een forse boom komt 50 kilo pruimen, dan praat je over 2000 pitten.
Een pruimenboom kan snel groeien en heeft niet ieder jaar vruchten. Soms groeien er slechts enkele vruchten en soms heb je een royale oogst.
Door de wortels door te steken in de rustperiode creëer je echt geen bloesem (en dus vruchten) voor het volgende jaar.
Hoe plant ik een pruimenboom? Pruimen verdragen de halfschaduw, maar een zonnige plek is het meest geschikt. De beste tijd om te planten is tussen Oktober/November en Maart.
Een pruimenboom bemesten
Tussen maart en april kun je de bodem rondom de boom verrijken met organische meststof. Staat de boom op een ondergrond van zand, dan kun je ervoor kiezen om in juli nog een keer te bemesten. Net als een appelboom heeft een pruimenboom geen kunstmest nodig om goed te gedijen.
Pruimenbomen zijn er in verschillende soorten te krijgen en die krijgen ook verschillende kleuren vruchten. Uiteraard is er altijd een winnaar. De pruimenboom met de lekkerste vrucht is volgens vele de Prunus demestica Opal.
De Pruimenboom heeft ongeveer 24-48 liter per dag aan water nodig. Dit is afhankelijk van het weer en de grootte van de boom.
Als je kiest voor een fruitboom zoals de Malus d. Gloster appelboom, heb je er dubbel plezier van. Deze boomsoort geeft heerlijk sappige appels met een prachtige, donkerrode kleur. Met een voedingsrijke bodem kun je rekenen op een zeer krachtige, snelgroeiende boom die ook geschikt is voor de kleine tuin.
Nog kleiner dan een laagstam, zijn de zogenaamde mini fruitbomen, dwerg fruitbomen, of zuilfruit boompjes. Niet alleen vertakken ze al vanaf heel laag, maar ze blijven ook erg smal. Ideaal voor als je echt weinig ruimte hebt, of voor in een pot of bak. Zuilvormige fruitbomen worden ook wel Ballerina fruitbomen genoemd.
De pruimenboom staat het liefste op de (lichte) klei grond, maar een fruitboom groeit ook prima op zand, zavel en loss; De fruitboom mag op een vochtige en een droge grond staan, als deze maar genoeg water krijgt; De pruimenboom staat het liefst op een ietwat zonnige plek, maar halfschaduw lukt ook.
Snoeien kan in principe tussen april tot september. Maar bij voorkeur vindt het snoeien of uitdunnen na de oogst pas plaats, dus in augustus/september. In de winter mag de pruimenboom zeker niet gesnoeid worden. Snoei op een warmere dag, wanneer het niet gaat regenen, zodat de boom goed kan herstellen.
Wanneer pruimenboom snoeien
Jonge pruimenbomen (tot drie jaar oud) kun je het beste licht snoeien in het voorjaar. Snoei wanneer de knoppen net openen, of wanneer de boom net begint te bloeien. Gevestigde pruimenbomen (ouder dan drie jaar) kun je in de zomer, vanaf half juni, snoeien.
Deze inheemse fruitboom betovert tot 150 jaar als decoratieve schaduwleverancier. Vanaf het vijfde jaar genieten jonge pruimenbomen van zoete steenvruchten. Met goede zorg verrijkt het jaarlijks het regionale fruitaanbod.
Eén pruim bevat evenveel antioxidanten als een handvol blauwe bessen. Hierdoor biedt dit fruit een goede bescherming tegen kanker en hart- en vaatziekten. Zo helpen pruimen je bloeddruk verlagen en de nare gevolgen van stress binnen de perken te houden. Daarnaast dragen ze bij tot de darmwerking.
De steenmarter heeft een gevarieerd dieet. Vooral muizen en ratten staan op het menu. Ook insecten (kevers en rupsen), regenwormen, mollen, jonge konijntjes, vogels (en hun eieren) maar ook fruit en bessen (pruimen, kersen, braam, vogelkers, zwarte nachtschade …) worden gegeten.
Steenfruitbomen (kersen, pruimen, perzik, ...), zwarte moerbei, vijgen en druiven groeien meestal beter op een licht alkalische grond. Boomstammen kan u nu insmeren met witkalk om vorstscheuren te voorkomen. WAAROM KALK STROOIEN? Een juiste zuurtegraad (pH) van de grond is nodig voor een goede groei.
Een jaarlijkse kalkgift (magnesium houdend), na de herfst, verdient de aanbeveling om verzuring van de grond te voorkomen en het kalkgehalte zo nodig te verhogen. Een 2 jaar oude hoogstamfruitboom geef je een paar handjes vol. Een 25 jaar oude fruitboom krijgt jaarlijks een halve emmer vol (1 kg) met kalk.
Snoei van pruimenboom. De eerste snoei na het planten van een pruimenboom is belangrijk omdat hier het geraamte van de ideale boomvorm wordt gevormd. Een pruimenboom met een centrale stam met enkele gesteltakken met zijtakken. Dit is de basis, waaraan mooi verdeeld vruchttakken en vruchthout moet komen.
Als de pit is ontkiemd kan je deze ongeveer 1-2 centimeter diep in de aarde planten, in een pot. Zet de pot binnen zo lang het buiten nog niet warm genoeg is (vóór half mei). Pruim heeft meer dan één vierkante meter nodig om in de volle grond te groeien.
Geschikt als bodembedekker onder fruitbomen o.a. Oost-Indische kers, afrikaantjes, bosaardbeien, hondsdraf (meerjarig) en goudsbloemen. Op vrijliggende percelen waar u volgende winter opnieuw fruitbomen wil planten kan u afrikaantjes (Tagetes) zaaien.