Als u het
Contrastvloeistof kan allergische reacties veroorzaken zoals: jeuk, galbulten en verkleuring van de huid. De afdeling radiologie heeft medicijnen om dergelijke reacties direct tegen te gaan. Contrastdrank geeft soms bijwerkingen zoals misselijkheid, braken, diarree, buikpijn, hoofdpijn en galbulten.
Na het onderzoek is het belangrijk dat u extra drinkt, dat wil zeggen: in ieder geval twee liter. Op die manier gaat de contrastvloeistof weer snel uit uw lichaam. Als u een vochtbeperkt dieet heeft, is extra drinken niet noodzakelijk.
U mag na het onderzoek niet zelf autorijden. Door het inspuiten van de contrastvloeistof in het gewricht kan uw arm of been zwaar aanvoelen. Als u (veel) last hebt van claustrofobie (angst in kleine ruimtes), kunt u een rustgevend medicijn vragen aan uw behandelend arts of uw huisarts.
Na het onderzoek
Na afloop van het onderzoek kunt u normaal eten en drinken. We adviseren u om de rest van de dag extra te drinken. De contrastvloeistof verdwijnt dan sneller uit uw lichaam.
De spier 'werkt' dus tijdens deze opnemen. Daarom kan er na de MRI een 'moe gevoel' zijn. Het kan geen kwaad, maar als het alleen maar tijdens bepaalde opnemen optreedt, en ze erg hinderlijk zijn, kan je overwegen juist deze opnamen niet te maken en kijken of ze door andere vervangen kunnen worden.
Contrastmiddel via de bloedbaan
Door het contrastmiddel direct in de bloedbaan te injecteren kunnen bloedvaten goed zichtbaar gemaakt worden. Ook organen in het lichaam die goed doorbloed worden, kunnen zo in beeld worden gebracht.
Ook krijgt u een half uur voor het onderzoek nog een ander medicijn toegediend (tavegyl). Dit medicijn kan de rijvaardigheid beïnvloeden. Houdt er rekening mee dat u in dat geval na het CT-onderzoek niet zelf mag rijden. Na de CT-scan blijft u nog een half uurtje op de afdeling, ter controle.
Na de CT-scan
Na het onderzoek mag u weer alles eten en drinken. Wij adviseren u tot 2 dagen na het onderzoek extra te drinken om te zorgen dat u de contrastvloeistof sneller uitplast.
Een contrastmiddel is niet schadelijk voor de gezondheid. Wel is het belangrijk dat de nieren en de schildklier goed functioneren.
Om de urinewegen goed zichtbaar te maken moet u in het uur voor het onderzoek een liter water drinken. Dit mag u onderweg naar het ziekenhuis doen.
Als standaard zou je kunnen aanhouden dat iemand niet meer dan drie maal per jaar CT-onderzoek mag ondergaan.
Een CT-scan wordt gebruikt om te zien waar de tumor precies zit, hoe groot deze is en of er nog meer afwijkingen zijn.
Na het MRI-onderzoek
De contrastvloeistof wordt vanzelf door het lichaam uitgescheiden en is kleurloos. Door de injectie met buscopan kunt u kort wazig gaan zien. Dit is vrijwel altijd binnen een half uur weer over. Een radioloog maakt een verslag van het onderzoek dat naar de behandelend arts wordt gestuurd.
Tijdens het onderzoek krijgt u de vloeistof via een infuus in de ader in de arm toegediend. Hierbij is het belangrijk om de dag voor en na het onderzoek voldoende te drinken (1,5 liter). Het kan ook zijn dat u de contrastvloeistof te drinken krijgt, bijvoorbeeld bij een CT-scan van de buik.
Een CT-scan wordt vaak gebruikt bij het opsporen van ziektes. Een nadeel van een CT-scan is dat patiënten tijdens deze scans worden blootgesteld aan straling. Dit kan mogelijk stralingsgerelateerde tumoren veroorzaken.
Het gebruik van cafeïne kan dit onderzoek nadelig beïnvloeden. Het is dus heel belangrijk dat u op de dag vóór het onderzoek én op de dag van het onderzoek géén cafeïnehoudende producten gebruikt. Dit betekent geen koffie, thee, cola, chocolade of andere cafeïnehoudende producten eten of drinken, zoals energy drank.
Ook mag u voor de CT-scan en de bestraling niet plassen. Een volle blaas helpt uw dunne darm uit het bestralingsgebied te drukken. Ook de blaas zelf komt zo voor een groter deel buiten het bestralingsgebied te liggen. Zo heeft u minder kans op bijwerkingen voor uw blaas.
Bij de meeste onderzoeken wordt gebruik gemaakt van Technetium 99m. De hoeveelheid radioactiviteit van deze stof halveert iedere 6 uur. Daarnaast scheidt het lichaam deze stof via de natuurlijke weg uit. Hierdoor is de radioactieve stof slechts enkele dagen in uw lichaam aanwezig.
We doen dit onderzoek om te kijken of iemand een bepaalde aandoening heeft. Bijvoorbeeld een abces, verwijd bloedvat, gebroken bot, bloeding, tumor, galsteen, niersteen of ontsteking. Met een CT-scan kunnen we ook controleren wat het resultaat is van een behandeling zoals een operatie of een medicijnenkuur.
Na het onderzoek heeft u nog ongeveer 24 uur lang radioactiviteit in uw lichaam. Dit is voor volwassenen niet gevaarlijk. Wel kunt u beter afstand houden van kinderen en zwangere vrouwen.
De hoeveelheid radioactiviteit die voor dit onderzoek wordt gebruikt is zo gering, dat u daar geen nadelige gevolgen van ondervindt. contrastvloeistof kleurt de bloedvaten en de organen en maakt deze goed zichtbaar.
U krijgt voor en/of tijdens het onderzoek een injectie met contrastvloeistof in uw arm. Daardoor kan de laborant vooral uw bloedvaten beter in beeld brengen. Met de scan kan de arts afwijkingen aan de bloedvaten, organen en botten beter opsporen of beter in beeld krijgen.
Het kan zijn dat we gebruik maken van contrastvloeistof. Deze contrastvloeistof heet Gadolinium en wordt tijdens het onderzoek via een infuus toegediend. Het Gadolinium mengt zich met het bloed en komt zo overal in het lichaam. Gadolinium is een zeer veilig contrastmiddel.