De motivatie voor de gedragsverandering (wil ik het echt), de omgeving (helpt en stimuleert de omgeving mij of juist niet), de complexiteit van het nieuwe gedrag (kan ik het wel) en het verlies (wat moet ik er voor loslaten, wat raak ik kwijt) zijn voor een belangrijk deel bepalend voor de kans van slagen en het succes ...
Na zo'n 66 dagen kun je gemiddeld pas stellen dat je nieuwe gewoonte een automatisme is geworden. Om écht stevig geïmplementeerd te worden heeft een gewoonte gemiddeld zelfs nog langer nodig. Hóe lang verschilt per persoon, maar het aanleren van een nieuwe gewoonte varieert in het onderzoek tussen de 18 en 254 dagen.
Gemiddeld 66 dagen nodig
Gemiddeld kostte het 66 dagen om een gewoonte aan te leren. De variatie was echter groot. De benodigde tijd bleek vooral afhankelijk van het soort gedrag dat mensen wilden veranderen. Mensen die na het ontbijt een glas water wilden drinken, hadden deze gewoonte binnen 20 dagen aangeleerd.
Een eerste belangrijke belemmering: in ons brein werken twee soorten processen tegen elkaar in. Enerzijds maken we bewuste plannen. Maar anderzijds is ons brein primair ingericht op de volautomatische herhaling van gedrag dat “werkt” en weinig moeite kost: gewoontegedrag.
Iemand kan niet zomaar van de ene op de andere dag veranderen. Veranderen is een proces dat tijd kost en waar gedrag zich op een andere manier moet gaan vormen. Het kan zo zijn dat iemand andere dingen belangrijker gaat vinden dan voorheen. Dat proces gaat meestal gaandeweg en niet opeens.
De hersenen regelen ons gedrag en onze persoonlijkheid: het geheel van eigenschappen dat bepaalt wie je bent en hoe je je gedraagt. Als door een hersenaandoening schade ontstaat in de hersenen, kan er verandering optreden in je gedrag. Dit kan voor iedereen anders zijn: de een wordt ongeremd, de ander passief.
Je gewoontes ontstaan door dingen regelmatig te doen. Op een bepaald tijdstip, plek, in reactie op een gebeurtenis et cetera. Door de herhaling worden gedragingen op een gegeven moment onderdeel van je doen en laten en dus een gewoonte.
Leren door beloning en straf
Een manier van actief leren is door beloning en straf toe te passen. Als je puppy goed gedrag vertoont kun je hem belonen met bijvoorbeeld een snoepje. Als je puppy het verkeerde gedrag vertoont kun je hem bestraffen.
Hier is het antwoord op de vraag: 'Mag ik mijn partner vragen te veranderen? 'dus: 'Nee'. Anders gezegd: je kunt vragen of hij zijn gedrag aanpast, maar als dit gedrag ten diepste is verbonden met hoe hij wil zijn, dan is het te hopen dat hij dit niet verandert. Anders zou hij zichzelf verloochenen.
Wat is het verschil tussen gedrag en persoonlijkheid? Persoonlijkheid verwijst naar de aangeboren kwaliteiten van een persoon die zijn gevormd door een combinatie van genetische en omgevingsfactoren. Gedrag daarentegen is hoe een persoon op anderen overkomt in zijn handelingen.
Het karakter en temperament van je baby zijn aangeboren. Je kind wordt ook gevormd door omgevingsfactoren als de plaats in de kinderrij (is hij de oudste, middelste of de jongste), opvoeding en liefde die hij krijgt. Maar of hij extravert of introvert is, is dus in aanleg aanwezig.
Met die wetenschap geeft Clear het volgende advies: schrijf op welk gedrag je wanneer en waar in je dag gaat inpassen. De meeste kans van slagen heb je volgens hem als je het nieuwe gedrag koppelt aan bestaand gedrag. Hoe concreter, hoe beter. Bijvoorbeeld: 'Elke dag na het ontbijt mediteer ik tien minuten op zolder.
vaste wijze om dingen te doen.
Je moet herkennen of gedrag beredeneerd is of uit gewoonte wordt uitgevoerd. Bij beredeneerd gedrag weeg je verschillende opties tegen elkaar af. Bij gewoonte denk je niet na over je gedrag maar voer je het gewoon uit. Gewoontegedrag heeft het voordeel dat het geen tijd kost.
Wat is het meervoud van gewoonte? Het meervoud van gewoonte is 'gewoonten' maar ook 'gewoontes'.