Vanaf het planten tot het oogsten moet je bij de vroege rassen rekenen op ca.90 dagen, bij de halfvroege komt dit op tot 110 dagen en bij de late variëteiten loopt dit verder op tot 150 dagen.
Als de planten beginnen te bloeien zitten er al kleine aardappeltjes aan. Dan kun je krieltjes oogsten. Wil je grotere aardappels, dan oogst je pas als de plant geel wordt en afsterft: bij vroege aardappels is dat rond eind juni, bij latere in juli of augustus.
De opbrengst per plant varieert tussen de 1 en 2 kg, afhankelijk van het ras en de oogsttijd. Vroege aardappelen leveren gemiddeld 900 gram per plant, terwijl late rassen tot 2,5 kg per plant kunnen produceren.
Als alle aardappelen zijn gepoot en afgedekt zie je er dus niets meer van. Het duurt ongeveer 4 weken voor de aardappelen boven de grond komen (afhankelijk van het weer). En zo ziet dat er dan uit.
Er zijn echter ook jaren dat de aardappels pas laat geoogst kunnen worden, bijvoorbeeld bij veel regenval. Het is dan te nat om met de trekker en de aardappelrooier op het land te komen. Het risico is dat je met de machines vast komt te zitten. Toch is er wel een richtlijn wanneer aardappels te oogsten zijn.
Het idee is dat boeren hun gewassen op tijd oogsten zodat ze voor 1 oktober een 'vanggewas' op het land kunnen inzaaien. Dat is een plantje dat stikstof uit de bodem opneemt en uitspoeling naar het grondwater tegengaat.
Ja hoor eet ze gerust, maar snij de uitlopers wel ruim uit. Dan voorkom je dat je solanine binnenkrijgt.
Vaak gebeurt dat in het voorjaar en afhankelijk van het aardappelras is bepaald hoe lang deze onder de grond blijven. Vroege rassen hebben een groeiperiode van 90 – 100 dagen, waar dat bij late aardappelen minimaal 150 dagen is. Hoe langer een aardappel onder de grond blijft, hoe beter deze beschermd is.
Variëteiten worden ingedeeld in vroege, halfvroege of laat oogstbare aardappelen. Vanaf het planten tot het oogsten moet je bij de vroege rassen rekenen op ca.90 dagen, bij de halfvroege komt dit op tot 110 dagen en bij de late variëteiten loopt dit verder op tot 150 dagen.
Hoeveel water heeft een aardappel nodig? Geef om de dag ongeveer 2 tot 3 liter water. Pas als dat nodig is de hoeveelheid een klein beetje aan. Als de bodem nog erg vochtig is dan kun je het water geven een keer overslaan.
Algemeen voorschrift is dat in Nederland slechts 1 keer in 3 jaar (1:3) op hetzelfde perceel aardappelen geteeld mogen worden (geen teelt van aardappelen in de 2 voorafgaande jaren).
Je zou ook een aardappel uit de supermarkt kunnen gebruiken maar deze zijn meestal behandeld met een product waardoor ze niet snel kiemen en dus ook geen grote plant zullen geven. Om een aardappel voor te kiemen zet je ze in kiembakjes of eierdozen met het stompe eind, waar de ogen zitten, omhoog.
Wanneer aardappels poten? Als u zelf aardappelen wilt planten, dan poot u ze bij voorkeur tussen juni en oktober. De bodem dient voldoende bemest en los te zijn. Een vaste structuur is voor de late aardappelsoorten echter geen probleem.
Je kunt de aardappels ook in de grond laten zitten, ondergronds blijven ze namelijk best goed.
Voor een gezonde groei moet de grond altijd iets vochtig zijn. Tijdens lang aanhoudende periodes van droogte moet je aardappelplanten water geven of besproeien. Een aardappelplant in een kuip moet je regelmatig water geven, omdat deze plant geen vocht uit de grond kan halen. Pak de gieter zodra de aarde droog aanvoelt.
Gebruik geen aardappelen uit de supermarkt
Pootaardappelen worden speciaal gekweekt om te poten en ze zijn dan ook vrij van virussen. Daarom moet je ook geen aardappelen uit de supermarkt gebruiken. Pootgoed zal hoe dan ook een betere oogst opleveren.
Basisregels voor een heerlijke oogst piepers
Kies om te beginnen een zonnige, beschutte plek. Aardappelen houden van een lichtzure bodem, dus vermijd plekken die onlangs gevoed zijn met kalk.
Als je nu in het eerste vak aardappelen kweekt, zet je daar volgend jaar je peulgewassen. En op de plek waar eerst de peulgewassen stonden, zet je vervolgens de koolgewassen. Zo schuiven alle groenten een vak op.
Deze vroege aardappelen hebben over het algemeen een kortere groeiperiode. De aardappelen mogen gerooid worden na ongeveer 3 maanden. Deze aardappelen zijn beschikbaar vanaf april/mei.
Plant de aardappelen in rijen.
Zorg voor voldoende afstand tussen de rijen (± 70 cm), zo kan je je aardappelplanten achteraf gemakkelijker aanaarden. Maak plantgaten van zo'n 5 cm diep. In lichte grond (zandgrond) mogen ze zelfs iets dieper zijn (tot 10 cm). Respecteer een afstand van 30 tot 50 cm tussen de plantgaten.
Aardappelen worden vaak in richels of heuvels geplant omdat dit zorgt voor een goed gedraineerde, goed beluchte omgeving voor een sterke gewasgroei. In koudere bodems verhogen de richels de bodemtemperatuur waardoor sneller kieming en vroege groei mogelijk zijn.
Door ze tweemaal te koken, verdwijnen niet alleen de vitamine C, maar ook andere waardevolle voedingsstoffen. De beste manier is ze goed te spoelen, water aan de kook te brengen en ze pas dan in het water te leggen om ze verder te garen. Dezelfde methode geldt voor geschilde aardappelen.
Drogen en bewaren
Voordat je de aardappelen in de opslag doet, laat je ze één dag drogen. Dit kan buiten of binnen; leg ze dan op kranten. Laat ze niet langer dan 1 dag in het licht, anders worden ze groen.
Aardappelen zijn erg gevoelig voor vorst.