Tijdens het onderzoek wordt de blaas gevuld met water via de cystoscoop. Heeft u tijdens het onderzoek aandrang om te plassen, zeg dit dan tegen de arts of verpleegkundige. Het onderzoek kan een vervelend gevoel geven, maar is niet pijnlijk. Het gehele onderzoek duurt ongeveer twintig minuten.
Een cystoscopie is een inwendig onderzoek van de plasbuis en de blaas. Dit onderzoek wordt uitgevoerd met een cystoscoop, een dunne holle buis, met een camera die aangesloten is op een scherm. Op dit scherm kan de patiënt zelf meekijken. De cystoscopie kan met een starre buis of een flexibele slang gedaan worden.
Het onderzoek is niet pijnlijk, maar kan wel als onaangenaam ervaren worden. U kunt dit verminderen, door u zo goed mogelijk te ontspannen en de aanwijzingen van de uroloog op te volgen. Omdat er tijdens het onderzoek steriele vloeistof in de blaas gebracht wordt, kunt u aandrang tot plassen krijgen.
Een cystoscopie is een kijkonderzoek van de blaas. Hierbij kijken we naar de binnenkant van de urineblaas. Tijdens dit onderzoek kunnen eventuele afwijkingen in de plasbuis, prostaatgebied of urineblaas ontdekt worden of verder bekeken worden.
Klachten Meestal worden blaaspoliepen vastgesteld na een episode van pijnloos bloed plassen. Hierbij is de urine rose gekleurd, maar het geeft soms ook de indruk puur bloed te plassen. Ook kunnen klachten ontstaan zoals pijn in de onderbuik, pijn in de flanken en/ of het gevoel heel vaak te moeten plassen.
Blaastumoren kunnen zowel goed- als kwaadaardig zijn. Goedaardige tumoren van de blaas worden goedaardige poliepen of benigne papillomen genoemd. De kans dat een tumor in de blaas goedaardig is, is ongeveer 5%. De resterende 95% is kwaadaardig; dan is sprake van kanker.
De kankercellen zijn goed gedifferentieerd. Dat betekent dat de tumorcellen voor een groot deel lijken op gezonde cellen van het orgaan waarin ze zijn ontstaan. De kankercellen groeien meestal langzaam.
Het onderzoek kan een vervelend gevoel geven, maar is niet pijnlijk. Het gehele onderzoek duurt ongeveer twintig minuten. Het kijken in de blaas neemt over het algemeen niet meer dan een paar minuten in beslag. Bij mannen wordt de plasbuis verdoofd met een vloeistof die tevens ook een glijmiddel is.
Het eerste uur tot enkele dagen na de cystoscopie kan een branderig gevoel bij het plassen en een versterkte plasdrang optreden. Ook kan er wat bloed in de urine zitten. Hier hoef je je geen zorgen over te maken.
Een cystoscopie is een onderzoek waarbij met een dun instrument in de plasbuis en de blaas gekeken kan worden. Er kan eventueel ook een kleine ingreep gedaan worden. Bij volwassenen kan dit op de polikliniek, maar bij kinderen gebeurt dit altijd onder narcose. Een (dag-)opname is dan noodzakelijk.
Om goed zicht te houden, laat de arts voortdurend water in uw blaas lopen. Hierdoor kunt u op een gegeven moment aandrang voelen om te plassen.
Wanneer krijgt u een blaasonderzoek? U krijgt een blaasonderzoek als u blaasklachten heeft of klachten heeft bij het plassen. Ook wordt een blaasonderzoek verricht als er bloed in de urine zit of als u gecontroleerd wordt na het verwijderen van een blaastumor.
Bij zichtbaar bloed in de urine is het verstandig om zonder uitstel naar de huisarts te gaan. Indien nodig zal hij u doorverwijzen naar het ziekenhuis, ook gedurende de coronaperiode. Bloed in de urine, zichtbaar of onzichtbaar, wordt hematurie genoemd.
Het is belangrijk dat u met een volle blaas naar de poli komt. Dit verbetert de kwaliteit van het onderzoek en is bovendien nodig voor het plasonderzoek. Begin twee uur vóór het onderzoek met het drinken van water, limonade, thee of koffie. Drink elke 20 minuten één vol glas.
Bij uw eerste polikliniekbezoek heeft u een gesprek met de arts en misschien wordt er een lichamelijk onderzoek gedaan. Ook kan het zijn dat er een blaasonderzoek (cystoscopie) gedaan wordt (zie folder cystoscopie). Tijdens dit bezoek vraagt de arts vooral naar uw klachten.
De belangrijkste oorzaak van bloed in de urine is een ontsteking van de urinewegen. Het kan ook een symptoom zijn van nierstenen, nier- en prostaatziekten en bloedstollingsstoornissen, of na een ongeval wijzen op een nier- of blaasletsel.
Meestal bedragen de kosten €225, maar afhankelijk van de aard van de onderzoeken kan dat bedrag hoger liggen.
Het weghalen van een blaaspoliep gaat via de plasbuis. U krijgt hiervoor een ruggenprik (plaatselijke verdoving) of een algehele verdoving (narcose). U blijft 2 tot 3 dagen in het ziekenhuis. Voordat u wordt opgenomen heeft u een afspraak voor een aantal onderzoeken op het preoperatief spreekuur.
Bij vrouwen vallen de volgende organen onder het specialisme urologie: De nieren. De urineleiders. De blaas.
Een blaasonderzoek (cystoscopie) is een inwendig onderzoek van de blaas. De uroloog brengt via uw plasbuis een dunne buigzame slang met een camera en een lichtje in uw blaas. De camera maakt opnames en zendt de beelden naar een beeldscherm.
Bloed bij de plas kan een alarmsignaal zijn en dient daarom nader onderzocht te worden. Er zijn verschillende redenen waarom u bloed bent gaan plassen. Het kan het gevolg zijn van een blaasontsteking, een niersteen of een kwaadaardige aandoening aan de urinewegen.
De uroloog doet lichamelijk onderzoek, zet een echo apparaatje op uw buik, om de blaas op te meten en kijkt met een dun kijkertje via de plasbuis in uw blaas. Hierna volgt het eindgesprek. De informatie in deze folder is belangrijk voor u.
De meest gebruikte behandelingen bij blaaskanker zijn: chirurgie (bij een oppervlakkige blaastumor, een CIS of bij een infiltratieve tumor) spoelingen van de blaas met chemotherapie of BCG. een laserbehandeling.
Hematurie kan als geïsoleerd symptoom voorkomen of in combinatie met pijn (nierstenen) of mictieklachten. Bij een urinewegontsteking kan hematurie optreden. Pijnloze hematurie is vaak een toevalsbevinding. Er zijn geen klachten en de (huis)arts wordt niet geraadpleegd.
Macroscopische hematurie. Hierbij is de urine roze, rood of donkerbruin. Er kunnen bloedklontertjes in de urine zitten. De hoeveelheid bloed in de urine zegt niet altijd iets over de ernst van het onderliggende probleem.