U bouwt af in stapjes zodat u niet opeens last krijgt van onttrekkingsverschijnselen. U krijgt dan iedere week een iets lagere dosering. Vaak duurt het in totaal 2 tot 8 weken om te stoppen met citalopram. Hoe snel u afbouwt hangt af van of u klachten krijgt.
Antwoord. Onttrekkingsverschijnselen van een antidepressivum kunnen enkele weken duren, maar vier weken is wel lang. Alles kan, maar frustratie, boosheid, en alles te veel vinden zijn niet de meest typische onttrekkingsverschijnselen van citalopram.
Stopt u in 1 keer? Dan kunt u last krijgen van klachten. Bijvoorbeeld angst, duizeligheid, draaierigheid, hoofdpijn, misselijkheid en zweten. Deze klachten worden ook wel onttrekkingsverschijnselen genoemd.
De klachten treden meestal een aantal dagen na de dosisverlaging op en duren meestal ongeveer 1 tot 4 weken. Over het algemeen geldt: hoe sneller je afbouwt, hoe ernstiger de onttrekkingsverschijnselen.
Met betrekking tot mogelijke bijwerkingen op de langere termijn is bekend dat citalopram aanleiding kan geven tot het optreden van oorsuizen. Dit geldt in het bijzonder voor de zogenaamde tricyclische anti-depressiva, maar ook voor citalopram.
Citalopram behoort tot de SSRI´s (serotonineheropnameremmers). Gewichtsverandering komt vaker voor bij SSRI's en wordt gemeld als een van de bijwerkingen. Citalopram kan zowel gewichtstoename als gewichtsafname veroorzaken. Gewichtsafname komt bij ongeveer één op de tien gebruikers voor.
De arts kan de dosering langzaam verhogen naar 20 tot 30 mg per dag (acht tot twaalf druppels). De maximale dosering citalopram bij een angststoornis is 40 mg per dag. Dit staat ongeveer gelijk aan zestien druppels per dag. Voor ouderen is de maximale dosering 20 mg citalopram (ongeveer acht druppels).
Volwassenen: Citalopram dient te worden toegediend als een enkelvoudige orale dosis van 20 mg per dag. Afhankelijk van de individuele respons kan de dosis worden verhoogd tot maximaal 40 mg per dag. Ouderen (> 65 jaar): Voor ouderen dient de aanbevolen dosering gehalveerd te worden, d.w.z. 10-20 mg per dag.
Vaak voorkomende bijwerkingen van citalopram
De volgende bijwerkingen van citalopram komen vaak voor (één op de tien gebruikers): Rusteloosheid, nervositeit. Vermoeidheid.
Citalopram is net als alle andere SSRI's niet verslavend. Dat zou betekenen dat je behoefte hebt aan steeds meer van het medicijn. Wel kunnen er onttrekkingsverschijnselen optreden als je stopt met het middel. Je krijgt dan (weer) bijwerkingen die komen door het afbouwen of stoppen van het medicijn.
U kunt deze klachten krijgen binnen enkele dagen nadat u een lagere dosis bent gaan slikken, of gestopt bent. Dit kan ongeveer een week duren, soms wel langer. Blijven de klachten aanhouden dan is de depressie zelf mogelijk terug (een terugval).
Citalopram wordt soms gebruikt bij angstgevoelens, dwangstoornis, paniekstoornis, sociale fobie en posttraumatische stressstoornis (PTSS). Een angststoornis gaat vaak gepaard met veel emoties. Serotonine blijkt een belangrijke rol te spelen in de regulering van emoties.
Na zes maanden kan citalopram geleidelijk worden gestopt door bijvoorbeeld om de twee weken de doses te halveren onder controle van de klachten. Plotseling stoppen wordt afgeraden omdat er risico is op onthoudingsverschijnselen. Voorbeelden van onthoudingsverschijnselen zijn: Duizeligheid, hoofdpijn.
PSYCHOLOGIE Medicijnen tegen depressie – de zogenaamde antidepressiva – nemen niet alleen de depressieve gedachten weg bij mensen, maar zorgen ook voor persoonlijkheidsveranderingen. Een nieuwe onderzoek toont aan dat patiënten minder neurotisch worden. Ook gedragen mensen zich extraverter dan voorheen.
Voorbeelden van slaapmiddelen zijn temazepam, midazolam en zopiclon. Antidepressiva zijn medicijnen die bij angst en depressie worden gebruikt. Voorbeelden van antidepressiva zijn citalopram, paroxetine, mirtazapine en venlafaxine. Tryptofaan werkt kalmerend.
Bekend is wel dat bij langdurig gebruik door ouderen het gevaar op vallen kan toenemen, met de kans op heupfracturen en andere botbreuken. Ook worden sommige mensen bij langdurig gebruik van antidepressiva dikker.
Het gebruik van bepaalde kruidensupplementen, zoals ashwagandha, rhodiola en Griffonia simplicifolia gaat niet goed samen met het gebruik van antidepressiva.
Sommige antidepressiva kunnen leiden tot gewichtstoename door de neurotransmitter serotonine te verstoren die de eetlust kan beheersen. Antipsychotica worden vaak in verband gebracht met gewichtstoename. Deze medicijnen helpen bij de behandeling van psychische aandoeningen zoals een bipolaire stoornis of schizofrenie.
De middelen amitriptyline, escitalopram, mirtazapine, paroxetine, venlafaxine en vortioxetine zijn het meest effectief. Fluoxetine, fluvoxamine, reboxetine, en trazodon scoorden het laagst op effectiviteit. De meerderheid van de meest effectieve antidepressiva zijn niet meer onder patent en generiek verkrijgbaar.
Onderzoekers vinden een verband tussen antidepressiva en overgewicht. Daarmee is nog niet bewezen dat antidepressiva dik maken (al vermelden sommige bijsluiters wel gewichtstoename). Te veel mensen slikken deze pillen. Ermee stoppen kan niet zomaar, dus begin er nooit lichtzinnig aan.
Het idee dat extreme somberheid wordt veroorzaakt door een tekort aan de een stofje in het brein, namelijk serotonine, verliest aan grond. En dat terwijl de meeste antidepressiva – die soms wel, soms niet helpen – nog steeds op dat idee zijn gebaseerd. Van antidepressiva kun je soms nog somberder worden.
Citalopram is een antidepressivum, in België en Nederland onder meer op de markt onder de naam Cipramil®. Het remt de heropname van de neurotransmitter serotonine in de hersenen; het behoort tot de selectieve serotonineheropnameremmers, vaak afgekort tot SSRI (van het Engelse selective serotonin reuptake inhibitors).