De werkgelegenheid kun je berekenen door: Werkgelegenheid = productie / arbeidsproductiviteit.
Werkgelegenheid in personen of in arbeidsjaren
= het aantal mensen dat een betaalde baan heeft. Dit getal is vooral van belang wanneer we willen zien voor hoeveel mensen er wel/geen werk is. = hierbij wordt het zogenaamde arbeidsvolume berekend.
Aanbod van arbeid = werklozen + werknemers + zelfstandigen. Vraag naar arbeid = werknemers + zelfstandigen + vacatures.
Definitie. Een arbeidsjaar is een fulltime baan gedurende een heel jaar.
werkgelegenheid is dus de totale vraag naar arbeid en niet de vacatures is onvervulde vraag naar arbeid. Vraag en aanbod van arbeid bepalen de prijs van arbeid: het loon. Als de vraag naar arbeid groter is dan het aanbod van arbeid is er sprake van een krappe arbeidsmarkt (veel vacatures, weinig werkloosheid).
Werkgelegenheid in banen, werkzame personen, arbeidsjaren en gewerkte uren. De 9,8 miljoen werkzame personen die Nederland in 2021 telde, bezetten gemiddeld 11 miljoen banen. Zowel voltijdbanen als deeltijdbanen tellen mee. Gemiddeld heeft een baan een arbeidsduur gelijk aan 72 procent van een voltijdbaan.
De overheid en de bedrijven zijn de vragers van arbeid.
Eén arbeidsjaar bestaat uit 240 werkdagen van 8 uur.
De hoeveelheid arbeid die is ingezet in het productieproces, uitgedrukt in arbeidsjaren of gewerkte uren.
Iedereen die 12 of meer uren per week betaald werk verricht en tussen de 15 en 75 jaar is, behoort tot de werkzame beroepsbevolking. De totale beroepsbevolking is dus de optelsom van de werkzame beroepsbevolking (zij die werk hebben) en de werkloze beroepsbevolking (zij die op zoek zijn).
Als de samenstelling van het personeelsbestand verandert, beïnvloedt dit de gemiddelde loonkostenstijging. Neemt het aandeel ouderen en hoger opgeleiden toe, dan stijgen de gemiddelde loonkosten.
De prijs die op de arbeidsmarkt tot stand komt, is het loon. Voor de vragers naar arbeid is loon een kostenpost en voor de aanbieders van arbeid is het loon inkomen. Het aanbod van arbeid of de beroepsbevolking bestaat uit de bezette banen (werkgelegenheid) en de mensen die op zoek zijn naar een baan, de werklozen.
Er is volledige werkgelegenheid, wanneer alle werknemers die willen werken een arbeidsplaats kunnen vinden. Dit betekent niet per se een werkloosheid van 0%, maar meestal een acceptabel geacht niveau (doorgaans een paar procent) dat rekening houdt met frictiewerkloosheid en seizoensgebonden werkloosheid.
De economische groei wordt gemeten aan de hand van het bruto binnenlands product. Dit is, afhankelijk van de gekozen benadering, de optelsom van de totale productie, bestedingen of het inkomen van Nederland. De totale waarde van het bbp wordt bepaald met behulp van het systeem van nationale rekeningen.
Als de economie groeit, stijgt meestal ook de werkgelegenheid. Wel reageert de arbeidsmarkt meestal met enige vertraging op economische ontwikkelingen. Bovendien zijn de veranderingen op de arbeidsmarkt vaak wat kleiner dan die in het bruto binnenlands product (bbp).
Wat is het? In een notendop: Sociale Maribel middelen zijn loonsubsidies om iemand extra uren te geven of iemand bij aan te werven. Het doel is om zo extra tewerkstelling te creëren in de sector. We drukken die toekenning uit in voltijdse equivalenten (vte).
Werknemers. Voor de privésector komen enkel de werknemers in aanmerking op voorwaarde dat ze volledig aan de sociale zekerheid zijn onderworpen.
Als er veel vraag is en veel productie, dan zal de werkgelegenheid stijgen, en andersom zal deze dalen. Daarnaast geldt vaak dat er bij een hogere werkgelegenheid minder werkloosheid is. De werkgelegenheid wordt beïnvloed door de kosten die een bedrijf maakt aan het personeel ten opzichte van kapitaal.
Een abstracte markt omvat het geheel van vraag en aanbod zonder dat er een plaats is waar vragers (kopers) en aanbieders (verkopers) elkaar ontmoeten. De vraag en aanbod bepalen de prijs. Op de arbeidsmarkt komen vraag naar arbeid en aanbod samen. Hierdoor wordt bepaald hoeveel mensen daadwerkelijk arbeid verrichten.
De belangrijkste invloeden op de arbeidsmarkt, zijn de beroepsbevolking, de werkloosheid, de demografische invloeden, de economie zowel nationaal als internationaal en de ontwikkelingen die op dit moment plaatsvinden op de arbeidsmarkt. De beïnvloedende factoren zorgen ervoor dat er veel werk te vinden is of weinig.
De functies assistent supermarktmanager, IC-verpleegkundige en fietskoerier komen met stip binnen op de jaarlijkse lijst van kansrijke beroepen van Randstad. Dit heeft deels te maken met de heersende pandemie. Door de vele bezorgmaaltijden is er bijvoorbeeld dringend behoefte aan meer pizzabakkers.
Momenteel is er in Zweden erg veel vraag naar specialistische artsen, huisartsen, verpleegkundigen en ander medisch personeel. Met vragen over dit soort vacatures kun je ook goed bij Eures terecht⁴. Werken in Zweden is dus makkelijker dan je misschien dacht.
Wanneer er gedurende 3 maanden wekelijks of minimaal 20 uur per maand gewerkt wordt, dan is er zeer waarschijnlijk en wettelijk gezien sprake van een arbeidsovereenkomst. De werkgever moet in deze gevallen zelf bewijzen dat er géén sprake is van een arbeidsovereenkomst.