De ontwenningsverschijnselen beginnen in de regel binnen één of twee dagen nadat je je laatste dosis van dit medicijn hebt gekregen. Ze verdwijnen over het algemeen na een week. Tramadol wordt daarom gezien als een minder sterke pijnstiller dan zeer verslavende opioïden zoals oxycodon en fentanyl.
Om deze onthoudingsverschijnselen te minimaliseren kun je de tramadol langzaam afbouwen in een periode van bijvoorbeeld vier tot zes weken. Van tramadol bestaat een druppelvloeistof van 100 mg/ml die uitermate geschikt is om af te bouwen. Vraag eventueel aan je arts of apotheker om een afbouwschema op te stellen.
Metabolisme, interacties en contra-indicaties
Tramadol wordt afgebroken in de lever; de afbraakproducten verlaten het lichaam met de urine (dus via de nieren). De halveringstijd is ongeveer 6 uur; deze kan bij ouderen en leverpatiënten tot 40% verlengd zijn - dan moet de dosis navenant worden verlaagd.
De eerste dagen zijn het heftigst. Na 24 uur zijn de onthoudingsverschijnselen op een hoogtepunt en na drie dagen is het ergste voorbij. Na 7 tot 10 dagen zijn ze volledig verdwenen. Als iemand een half jaar 8 glazen per dag drinkt kan hij/zij bij stoppen al last hebben van onthoudingsverschijnselen.
Ontwenningsverschijnselen. Ontwenningsverschijnselen en hun duur verschillen per middel en mate van afhankelijkheid. Tot de mogelijke verschijnselen behoren spasmodermie, misselijkheid, diarree, onrustigheid, rillen, transpireren en slapeloosheid. Deze kunnen enkele dagen tot in extreme gevallen een maand aanhouden.
Neem contact op met uw arts als u last krijgt van een van de volgende ontwenningsverschijnselen: onrust, diarree, hartkloppingen, loopneus, niezen, kippenvel, koorts zweten, rillen, gapen, verlies van eetlust, misselijkheid en maagkrampen.
Tramadol kunt u in 1 keer stoppen als u het kort heeft gebruikt. Gebruikt u het langer dan een maand? Dan kunt u vrij snel afbouwen. U neemt bijvoorbeeld elke week de helft van wat u eerder nam.
Lichamelijke en geestelijke klachten
De ontwenningsverschijnselen uiten zich zowel lichamelijk als geestelijk. Voorbeelden van lichamelijke klachten zijn onder andere trillen, pijn, jeuk, koorts en misselijkheid. Bij geestelijke klachten moet je denken aan angsten, verminderde concentratie en depressiviteit.
Medicijngebruik staken
Sommige bijwerkingen kunnen door een lange werking van het medicijn nog wel dagen tot soms weken aanwezig zijn na het stoppen of veranderen van het medicijn. Tenslotte kan je arts soms een ander medicijn voorschrijven dat de bijwerkingen vermindert.
Bij langdurig gebruik kan tramadol wel gevaarlijk worden, omdat je er dan verslaafd aan kunt raken. Je krijgt dan ontwenningsverschijnselen, waardoor de verleiding groot is om toch weer tramadol te blijven nemen. Ontwenningsverschijnselen van tramadol zijn onder andere: Onrust.
Tramadol is een sterke pijnstiller. Morfine, fentanyl en oxycodon zijn heel sterke pijnstillers. Bijwerkingen zijn suf zijn, moeilijk poepen, duizelig zijn en verslaving.
Niet iedereen die sterke pijnstillers gebruikt, krijgt er last van dat tramadol verslavend kan zijn. De kans op verslaving is het kleinst bij kortdurend gebruik en bij lagere doseringen. Maar ook bij een lage dosis, voorgeschreven door een arts, kan tramadol gevaarlijk zijn en leiden tot een verslaving.
Tramadol is een sterke pijnstiller voor matige tot ernstige pijn. Hoewel het een minder krachtige pijnstiller is dan bijvoorbeeld Fentanyl, is het bij apotheken alleen beschikbaar op recept. Door frequent en langdurig gebruik van Tramadol kan tolerantie ontstaan wat uiteindelijk kan leiden tot een verslaving.
Gelijktijdig gebruik van alcohol of andere centraal depressieve stoffen (zoals anesthetica, antipsychotica, anxiolytica, hypnotica en sedativa) kan de depressieve werking van tramadol op het centrale zenuwstelsel versterken (meer kans op ademhalingsdepressie, versterkte sedering).
De maximale dosering bedraagt 400 mg per dag, behalve in speciale klinische omstandigheden. De NHG-Standaard geeft aan (bij misselijkheid of slikproblemen): start met zetpil 100 mg 1–2×/dag. Verhoog zo nodig geleidelijk tot maximaal 100 mg 4×/dag (max. 400 mg/dag).
Ontwenningsverschijnselen pijnstillers
Ontwenningsverschijnselen die je kunt krijgen wanneer je stopt met het gebruik van pijnstillers, zoals oxycodon en tramadol (opiaten) zijn: pijnlijke spieren. griepachtige verschijnselen. angst.
De lichamelijke ontwenning en eventueel het afbouwen van medicijnen duurt meestal 1 tot 2 weken.
Het zenuwstelsel is veranderd: het aantal receptoren in de hersenen is door het vele gebruik afgenomen of er zijn in de lever extra enzymen ontwikkeld om de alcohol of andere drugs af te breken. Zweten, slecht slapen, maagklachten, misselijkheid; onrust ; angst; gespannenheid.
Tramadol is één van de zwakkere opiaten. Oxycodon is een sterker opiaat, net als morfine. De werking van oxycodon is dus beter dan die van tramadol. Behalve de werking zijn ook de bijwerkingen en het risico op verslaving hoger bij oxycodon versus tramadol.
Medicijnen en drugs die het dopamineniveau kunstmatig verhogen, behoren hierdoor tot de meest verslavende stoffen. Alle opiaten, waaronder tramadol, oxycodon en morfine, hebben dit verslavende effect. Niet alleen lichamelijk, maar ook geestelijk door de werking op het dopaminesysteem.
De combinatie van tramadol en paracetamol wordt gebruikt bij matige tot ernstige pijn.
Wanneer je lever ernstig beschadigd is geraakt, kan het maanden duren voordat de leverenzymen naar normaal gedaald zijn, en soms herstelt je lever helemaal niet meer (je leverenzymen blijven dan verhoogd).
De gebruikelijke aanvangsdosis voor volwassenen en jongeren vanaf 12 jaar is één tot vier keer per dag 50 mg tramadol. Je neemt de tabletten iedere vier tot zes uur in. Zo nodig wordt de dosering verhoogd tot maximaal 400 mg per dag. Afhankelijk van de pijn is de stof ongeveer vier tot acht uur effectief tegen pijn.
Soms komen de volgende bijwerkingen van tramadol voor: Effecten op hart en bloedcirculatie, zoals hartkloppingen, snelle hartslag en flauwvallen. Maagklachten, opgeblazen en drukkend gevoel in de maag, diarree en braakneiging. Huidreacties, zoals jeuk en huiduitslag.