Jupiter is de vijfde planeet vanaf de zon en de grootste planeet van het zonnestelsel. De afstand tot de zon is 778 miljoen kilometer, waardoor een jaar op Jupiter 11,8 aardse jaren duurt. De dagen op Jupiter zijn wel korter dan op aarde: een dag duurt daar maar 10 uur.
Ter vergelijking: de aarde draait op een afstand van 150 miljoen kilometer rond de zon. Jupiter doet er ongeveer twaalf jaar over om een rondje rond de zon te maken, maar draait wel een stuk sneller om zijn eigen as dan de aarde doet. Een dag op Jupiter duurt daarom maar tien uur.
Toch draait hij het snelst van allemaal om zijn as. Over één omwenteling doet hij nog geen tien uur. Jupiter staat vijf keer zo ver van de zon als de aarde. Daarom is het oppervlak heel koud: rond honderdvijfenveertig graden onder nul.
Jupiter, Saturnus, Uranus en Neptunus bestaan uit gas. Daardoor zijn ze ongeschikt voor leven zoals wij dat kennen, en trouwens ook om op te landen. Van de planeten in ons zonnestelsel is Mars dus de beste optie.
Om een idee te geven van de schaal van Jupiter, de witte ovale storm direct onder de grote rode vlek is ongeveer net zo groot als de Aarde. Het ovale object draait tegen de wijzers van de klok in, met een periode van ongeveer 6 dagen.
Acht jaar vliegen
Om bij Jupiter te komen, maakt de sonde een lange reis door het zonnestelsel. Hij draait daarbij in steeds grotere banen rond de zon, en gebruikt de zwaartekracht om genoeg snelheid te maken voor de oversteek. In 2024, 2026 en 2029 vliegt hij langs de aarde.
De ster met de grootste schijnbare helderheid (afgezien van de zon!) is Sirius, de hoofdster in het sterrenbeeld Grote Hond. Sirius is vooral in de wintermaanden goed zichtbaar.
Momenteel is het ook heel moeilijk te voorspellen. De gemiddelde oppervlaktetemperatuur bedraagt er een frisse -63°C en de planeet heeft een ijle ongastvrije atmosfeer die vooral uit koolstofdioxide bestaat. Alsof dat nog niet genoeg is werd de hele planeet vorig jaar maandenlang getroffen door een lentestorm.
Zouden we met zo'n rover ook op een gasplaneet zoals Jupiter (zie de foto) of Saturnus kunnen landen? Dat wordt lastig, want zoals de naam al zegt zijn deze planeten gasvormig en doordat er geen vast materiaal is, kun je er niet op landen.
Het enige verschil tussen een planeet en een dwergplaneet is dat planeten geen andere hemellichamen op hun baan hebben. Dwergplaneten hebben dit wel, zij zijn te klein om deze van hun weg te stoten. Pluto heeft veel hemellichamen om zich heen, waardoor hij een dwergplaneet genoemd wordt.
De temperatuur in de atmosfeer van Jupiter bedraagt -130 °C aan de toppen van de wolken, tot 30 °C op een diepte van 70 km.
Niet alleen wordt het oppervlak gebombardeerd met schadelijke straling, de temperaturen lopen er gedurende de dag op tot een verzengende 127 graden Celsius, terwijl het 's nachts afkoelt tot -173 graden Celsius.
Door het methaan krijgt Uranus zijn blauwgroene kleur. Uranus is de koudste planeet in het zonnestelsel, met een minimumtemperatuur van -224°C (-371°F).
Als we alle sterren aan de hemel rangschikken op basis van helderheid, gezien vanaf de aarde, dan prijkt bovenaan een duidelijke winnaar: Sirius A. Deze fonkelende ster oogt zelfs feller dan Proxima Centauri, de ster die het dichtst bij de aarde staat.
Licht is het snelste ding dat we kennen. Door de ruimte kan licht reizen met een snelheid van bijna 300 000 kilometer per seconde. Een lichtjaar is de afstand die licht in een jaar kan reizen - dat is ongeveer 9 460 000 000 000 kilometer!
Met het blote oog is-ie niet te zien, maar wetenschappers weten het zeker: ze hebben de felste planeet ooit ontdekt. LTT9779b staat op maar liefst 264 lichtjaar van de aarde en schittert sterker dan welke andere planeet dan ook. LTT9779b is een exoplaneet. Dat betekent dat hij rond een andere ster dan onze zon draait.
Water. Op Jupiter vind je alleen een klein beetje waterdamp in de atmosfeer. Mogelijk is er onder de dikke buitenste wolken een dun laagje van waterwolken, maar niemand die dat zeker weet!
We weten heel weinig over Pluto. Het oppervlak is heel erg koud, wel 230 graden onder nul. Alles is er dan ook bevroren. De laatste paar jaar staat de planeet iets minder ver van de zon.
Op andere planeten is ook zwaartekracht maar die is niet helemaal hetzelfde als op Aarde. Daarom weeg je op andere planeten niet hetzelfde als je hier weegt.
Mercurius is de planeet in het zonnestelsel met de kleinste en snelste baan om de zon. Het is de kleinste van de acht planeten, nauwelijks groter dan de Maan. Het is net als de Aarde een terrestrische planeet, met een vast oppervlak dat lijkt op de Maan.
Op basis van de hoeveelheid zonlicht die de gasreus Jupiter ontvangt, zou je in de bovenste atmosfeer een kille temperatuur van -73 °C verwachten. Maar uit metingen blijkt dat het er een zinderende 426 °C is. Wat deze hoge temperatuur veroorzaakt, was lang onduidelijk.
Water. Er is flink wat water op Neptunus. Een deel zit om de stenen kern, in een dikke mantel van ijs. Verder zijn er bovenin de atmosfeer wolken van waterdamp.