Dat is de welbekende '5-10 minuten regel', ook wel de gradual extinction of de gecontroleerde uitdoving genoemd.. Hierbij ga je elke 5 minuten terug om je baby of kind te troosten en het aantal minuten voer je stapsgewijs op. `Je laat je baby gecontroleerd huilen.
De eerste drie maanden slaapt een baby nog niet zo diep. Op elke slaapperiode volgt een voeding. De hersenen blijven actief als ze slapen. Vandaar dat ze soms even huilen of onrustig zijn maar gelijk weer in slaap vallen.
De slaapcyclus (van diepe tot lichte slaap) duurt ongeveer: 90 minuten bij een volwassene; 45 minuten bij een pasgeborene; 50 minuten bij een baby tussen de drie en acht maanden.
Je kunt je baby een beetje helpen door hem in je armen wat slaperig te maken en hem neer te leggen als hij bijna in slaapt valt. Later kun je dit moment van neerleggen dan steeds iets gaan vervroegen, totdat je je baby wakker in het bedje kunt leggen en hij zelf in slaap valt.
Kinderen die gaan huilen als ze in bed worden gelegd zijn meestal kinderen die niet gewend zijn om uit zichzelf in slaap te vallen. Het kortdurende huilen hoort voor hen bij het gewennen aan het zelf in slaap vallen.
Als je kindje oververmoeid is, is het erg onrustig. De eerste stap is dus om je baby te kalmeren. Baker je kindje bijvoorbeeld in, schommel het zachtjes heen en weer of gebruik je zangtalent door een slaapliedje te zingen. Dat biedt de basis om je kindje uiteindelijk weer te kunnen laten slapen.
Sommige baby's huilen zichzelf vaak in slaap, ook als ze 's nachts even wakker worden. Dat kan erbij horen. Is het alleen wat gepruttel, dan kun je het even aankijken. Als het echt huilen wordt, probeer je baby dan in bed te troosten met wat aaien en door er naast te zitten.
Baby's hebben een aangeboren behoefte aan lichamelijke intimiteit. Die hunkering naar aanraking heet bij baby's tot ongeveer zeven weken huidhonger. Vandaar dat heel wat baby's vlak na de geboorte op je blote huid worden gelegd. Ze genieten heel erg van knuffelen.
Je baby alleen laten huilen kan negatieve invloed hebben op veilige hechting. Veilige hechting in in de eerste maanden van het leven vormt de basis voor een goede en gezonde geestelijke gezondheid in het volwassen leven. Stress kan negatieve invloed hebben op de hechting tussen ouder en kind.
Een avondritueel en een vaste bedtijd op deze leeftijd zijn extra belangrijk. Een voorspelbaar, kalm en liefdevol slaapritueel kan je kind helpen om makkelijker en sneller in slaap te vallen. Want dat zorgt ervoor dat je kind weet waar hij of zij aan toe is, wat meer rust geeft en minder 'strijd' met jou oplevert.
Je kunt je baby een paar minuutjes laten huilen, in de hoop dat de baby zichzelf in slaap 'jengelt', maar als de baby na een paar minuten nog niet slaapt, ga dan naar je baby toe om hem te troosten.
Laat je baby in eigen bedje slapen:
Vooral overdag hebben ouders dan de neiging maar wat toegeeflijk te zijn en het kindje in de box of op schoot te laten slapen. Het gevaar daarvan is dat de baby helemaal niet meer in zijn eigen bedje wil slapen en bovendien ook overprikkeld raakt.
In de Actieve Slaap, slaapt je kleintje heel licht. Deze fase lijkt een beetje op de REM-slaap die wij volwassenen ook hebben. In de REM-slaap (rapid eye movement) kun je de oogjes zien bewegen. Ook kan je baby zelf nog wat bewegen of zelfs heel vriendelijk lachen in zijn of haar slaap.
Maar als je baby regelmatig overdag weigert te slapen, of juist steeds 's nachts wakker wordt, dan kan dit leiden tot een verstoord slaappatroon. Signalen van zo'n verstoord slaappatroon uiten zich in veel huilen waarbij de baby niet neergelegd wil worden en het alleen in jouw armen slaapt.
Eindeloos doorgaan met huilen
Meestal is er geen sprake van een medische reden maar het is wel belangrijk om dit even na te gaan bij de Jeugdgezondheidszorg. Je baby kan bijvoorbeeld oorpijn hebben. Als je vragen hebt over het huilgedrag van je baby, neem dan contact op met de huisarts of de Jeugdgezondheidszorg.
Vaak herken je of je baby overprikkeld is: hij valt moeilijk in slaap of wordt juist van elk geluid wakker. Is schrikachtig, extreem alert of huilerig. Je baby wil gedragen worden, of juist niet: elke aanraking is een prikkel teveel en veroorzaakt een ontroostbare huilbui.
Je kan scheidings- of verlatingsangst verminderen door niet fysiek aanwezig te zijn in dezelfde kamer van je baby, maar wel in de kamer ernaast wat geluid te maken. Zing bijvoorbeeld een liedje of rommel wat in de kasten. Zo beseft je kleintje dat je wel nog in de buurt bent, ook al kan het je niet zien.
Slaapregressie bij baby's van 4 maanden
De meeste slaapregressies, dus ook deze, hebben een aantal kenmerkende signalen. Je baby is onrustiger, ook in bed. Het kan zijn dat je kleintje ook telkens probeert om te rollen. Het voelt alsof je baby 'terugvalt' in het oude slaappatroon en dus niet meer doorslaapt.
Al vanaf 6 maanden kan je baby de eerste tekenen van verlatingsangst en eenkennigheid laten zien. Sommige baby's laten het al wat eerder zien. Je kindje heeft er vaak het meest last van als hij tussen de 8 en 18 maanden is. Meestal zijn de ergste klachten verdwenen als je kind 3 jaar is.
Een baby is voor honderd procent afhankelijk van de zorg van anderen en kan nog niets zelf. Je jonge baby is dus nog helemaal afhankelijk van jou en je kan hem dus niet verwennen. Laat het goedbedoelde advies van je kraambezoek dus maar voorbij vliegen.
Als hij zich niet lekker voelt, kromt hij zijn lijfje en trekt hij zijn beentjes op. Als hij blij is, kruipt hij ook in elkaar, maar dan van plezier. Je kunt plezier ook merken aan het gezicht en het geluid dat je baby maakt. Als hij ontspannen is, is zijn lichaam recht en zijn de handjes open.
De meest opvallende symptomen van het KISS-syndroom bij baby's zijn duidelijke voorkeurshoudingen en een scheve stand van het hoofd. Andere symptomen zijn: Scheef ruggetje. Asymmetrisch bewegen van armen en benen.
Het kan zijn dat je baby een langer slaapje nodig heeft, maar het kan ook goed zijn dat korte slaapjes voor jouw baby voldoende zijn. Hoe weet je dat? Puur door naar je baby te kijken. Als je baby na 30 minuten vrolijk wakker wordt en verder gedurende de dag actief en vrolijk is, dan is er echt niets aan de hand.
Doorgaans duiken de huiluurtjes op als een kindje ongeveer 3 à 4 weken oud is, met een piek op 6 à 8 weken. Rond de leeftijd van 3 maand zouden de huiluurtjes verdwenen moeten zijn. Houdt het excessief huilen toch nog aan? Praat er dan zeker over met je vroedvrouw of kinderarts.