Dat is de welbekende '5-10 minuten regel', ook wel de gradual extinction of de gecontroleerde uitdoving genoemd.. Hierbij ga je elke 5 minuten terug om je baby of kind te troosten en het aantal minuten voer je stapsgewijs op. `Je laat je baby gecontroleerd huilen.
Spreek met jezelf (en je partner) af, hoe lang jullie het kind laten huilen. Een richtlijn is minimaal 3 tot maximaal 10/15 minuten.
Je kunt je baby een paar minuutjes laten huilen, in de hoop dat de baby zichzelf in slaap 'jengelt', maar als de baby na een paar minuten nog niet slaapt, ga dan naar je baby toe om hem te troosten.
Om in slaap te komen hebben sommige baby's het soms nodig om 5-20 minuten te huilen/ jengelen om vervolgens van het ene op het andere moment in slaap te vallen. Zet eventueel een kookwekker om het jezelf gemakkelijker te maken om deze huiltijd door te komen. Spreek met jezelf af hoe lang je kind mag huilen.
Al vanaf 6 maanden kan je baby de eerste tekenen van verlatingsangst en eenkennigheid laten zien. Sommige baby's laten het al wat eerder zien. Je kindje heeft er vaak het meest last van als hij tussen de 8 en 18 maanden is. Meestal zijn de ergste klachten verdwenen als je kind 3 jaar is.
Het durft niet bij vriendjes te spelen of te logeren. Uw kind is bang dat er iets ergs gebeurt als u niet in de buurt bent. Het is bijvoorbeeld bang dat er brand uitbreekt of ingebroken wordt. Uw kind wordt verdrietig, heel stil of juist heel boos als het toch ergens alleen heen moet of als u weg gaat.
Verlatingsangst is de angst van je kind dat je hem verlaat. We spreken van verlatingsangst als je kind gaat huilen zodra vertrouwde mensen (zoals jij) weggaan, zelfs al is het maar voor even. Je kind kan de situatie nog niet goed overzien en dat maakt hem of haar boos en/of verdrietig.
De meest opvallende symptomen van het KISS-syndroom bij baby's zijn duidelijke voorkeurshoudingen en een scheve stand van het hoofd. Andere symptomen zijn: Scheef ruggetje. Asymmetrisch bewegen van armen en benen.
Cry-it-out methode: vrij vertaald als 'je baby laten uitwenen'. Dit is de snelste methode om je baby te laten stoppen met huilen. Het is wel de meest controversiƫle methode en je hebt er een sterk hart voor nodig. Je laat je kindje huilen tot het stopt en gaat slapen, hoe lang het ook duurt.
Eindeloos doorgaan met huilen
Meestal is er geen sprake van een medische reden maar het is wel belangrijk om dit even na te gaan bij de Jeugdgezondheidszorg. Je baby kan bijvoorbeeld oorpijn hebben. Als je vragen hebt over het huilgedrag van je baby, neem dan contact op met de huisarts of de Jeugdgezondheidszorg.
Kinderen tussen 1 en 3 jaar slapen 's nachts gemiddeld 10 tot 12 uur. Het middagdutje neemt af van 2 tot 3 uur naar 1 tot 2 uur. Daarna slapen kinderen tot 6 jaar ongeveer 10 tot 12 uur per nacht, zonder middagdutje.
Het laten huilen kan nadelige gevolgen hebben voor het stressniveau van de baby en dat kan langdurige schadelijke gevolgen hebben. Alleen huilen geeft je kind veel stress en dat leidt tot aanmaak van het hormoon cortisol.
Vaak herken je of je baby overprikkeld is: hij valt moeilijk in slaap of wordt juist van elk geluid wakker. Is schrikachtig, extreem alert of huilerig. Je baby wil gedragen worden, of juist niet: elke aanraking is een prikkel teveel en veroorzaakt een ontroostbare huilbui.
Baby gecontroleerd laten huilen: gecontroleerde uitdoving/ graduele extinctie. Dat is de welbekende '5-10 minuten regel', ook wel de gradual extinction of de gecontroleerde uitdoving genoemd.. Hierbij ga je elke 5 minuten terug om je baby of kind te troosten en het aantal minuten voer je stapsgewijs op.
Een avondritueel en een vaste bedtijd op deze leeftijd zijn extra belangrijk. Een voorspelbaar, kalm en liefdevol slaapritueel kan je kind helpen om makkelijker en sneller in slaap te vallen. Want dat zorgt ervoor dat je kind weet waar hij of zij aan toe is, wat meer rust geeft en minder 'strijd' met jou oplevert.
Methode 4: Gecontroleerd huilen
Bij het gecontroleerd huilen blijf jij in de buurt van je baby. Je begint met jouw kindje eerst 3 minuten te laten huilen. Daarna kom je de slaapkamer weer in en stel je jouw kindje gerust door te aaien over rug of buikje en een sussend geluid te maken.
Zorg voor een rustige omgeving en laat hem niet naar beeldschermen kijken vlak voor bedtijd. Misschien wil je peuter nog even spelen, of kan je hem een boekje voorlezen. Zeg op tijd dat het bijna bedtijd is, zodat je peuter weet dat het einde van de dag eraan komt.
Kinderen die gaan huilen als ze in bed worden gelegd zijn meestal kinderen die niet gewend zijn om uit zichzelf in slaap te vallen. Het kortdurende huilen hoort voor hen bij het gewennen aan het zelf in slaap vallen.
Kinderen kunnen allerlei symptomen krijgen als gevolg van het hersenletsel, bijvoorbeeld verminderde eetlust, overgeven, moeite met ademhalen of slikken, verminderd bewustzijn of zelfs een coma, epileptische aanvallen, verlaagde spierspanning of slapheid.
Osteopathie kan baby's onder andere helpen bij het kiss-syndroom, spanning en stijfheid in armen, benen en romp, achterblijvende motorische ontwikkeling, niet kruipen of laat lopen, overstrekken, een onregelmatig of afgeplat schedeltje of voorkeurshoudingen van het hoofd of de romp.
Stress bij de baby door te veel licht-, pijn- en geluidsprikkels na de geboorte. Scheidingsangst wanneer een kind in het ziekenhuis moet blijven en wordt gescheiden van zijn moeder, bijvoorbeeld doordat hij onderzocht moet worden of in de couveuse moet liggen.
Hij wordt zich heel erg bewust van zijn kleren, hij kan heel ijdel zijn en is heel bezitterig als het om zijn speelgoed gaat. Hij gaat nu kunst met een grote K maken: hij krast niet meer bij het tekenen, maar tekent nu bijvoorbeeld 'paarden', 'boten' en 'zichzelf. ' En hij kan echt van muziek genieten.
Je kunt je baby een beetje helpen door hem in je armen wat slaperig te maken en hem neer te leggen als hij bijna in slaapt valt. Later kun je dit moment van neerleggen dan steeds iets gaan vervroegen, totdat je je baby wakker in het bedje kunt leggen en hij zelf in slaap valt.
Je kan scheidings- of verlatingsangst verminderen door niet fysiek aanwezig te zijn in dezelfde kamer van je baby, maar wel in de kamer ernaast wat geluid te maken. Zing bijvoorbeeld een liedje of rommel wat in de kasten. Zo beseft je kleintje dat je wel nog in de buurt bent, ook al kan het je niet zien.