Veel inbrekers slaan toe tussen 10.00 uur 's morgens en 15.00 uur 's middags. Over het algemeen geven inbrekers de voorkeur aan overdag een woning leeg te roven. Hierbij zijn ze vooral op zoek naar huizen waarvan ze vrij zeker zijn dat er tegen die tijd niemand thuis zal zijn.
Je zou misschien verwachten dat 's nachts het vaakst wordt ingebroken, maar niets is minder waar. In Nederland vindt slechts 13 procent van de woninginbraken in de nachtelijke uren plaats, tegenover ruim 60 procent in de middag- en avonduren. Vooral tussen 15:00 uur en 19:00 uur vinden veel inbraken plaats.
“Een inbreker wil niet gezien worden. Daarom heeft hij vaak een voorkeur voor de achterzijde van de woning. Daar is doorgaans minder straatverlichting en er lopen minder mensen. Een schutting of heg kan het hem moeilijker maken om in de tuin te komen.
Inbrekers hebben niet meer dan een tandenstoker nodig om te zien of u thuis bent. Ze steken de tandenstoker tussen de deur en kijken of hij er na een paar dagen nog steeds zit. Voor dezelfde truc gebruiken ze een munt, een stuk papier, een stuk karton of een stuk plastic.
Inbrekers gaan voor snel en makkelijk
Anders dan je misschien zou verwachten, wordt er vaker ingebroken in rijtjeshuizen dan in vrijstaande woningen. Het hang- en sluitwerk in deze woningen is vaker verouderd, zodat de inbreker makkelijker en sneller naar binnen en buiten kan.
Kast in woonkamer
Zij verklapten dat de eerste en voornaamste plek die ze doorzoeken de woonkamer en keuken zijn, meer bepaald kastlades. Het is dus geen goed idee om juwelen of sleutels in de kast te verstoppen, want de kans is groot dat de inbrekers ze meenemen.
Een inbraak duurt gemiddeld slechts 5 minuten. Inbrekers weten dat ze weinig tijd hebben voordat ze opgemerkt worden. Ze hebben maar één minuut nodig om het huis binnen te dringen, 3 minuten om alle waardevolle spullen te verzamelen en nog een minuut om het huis weer te verlaten.
Hou inbrekers op afstand met buitenverlichting. Een goede manier om inbrekers af te schrikken, is met buitenverlichting met een bewegingssensor. Ex-inbreker Evert Jansen legt uit waarom je het beste kunt kiezen voor sensorverlichting: “Stel dat je op vakantie gaat en je zet de vaste verlichting aan.
136 keer per dag een inbraak
Sterker nog, uit onderzoek van de stichting blijkt dat dit geldt voor twee op de vijf Nederlanders. “Als je het slot of cylinder de afgelopen vijf jaar niet hebt vervangen, dan is er een grote kans dat een inbreker binnen drie minuten bij je binnen staat”, aldus Staal.
Met de komst van tablets, smartphones en laptops worden ze een steeds belangrijker doelwit. Bewaar de facturen van deze artikelen en hun serienummers zorgvuldig, zodat u in geval van diefstal uw bezittingen kunt identificeren. Cash geld is duidelijk een gemakkelijk doelwit voor inbrekers.
Door je te bewapenen neem je namelijk het risico op escalatie. Het gevaar bestaat dat je het wapen te snel gebruikt. Wapens in huis hebben mag sowieso niet, maar dat is niet relevant als het om inbraak gaat.
Misschien is dit wel de meest efficiënte inbraakpreventie maatregel om in te zetten; verlichting. Inbrekers houden er niet van om in het zonnetje gezet te worden. Zorg voor verlichting buiten. Overweeg lampen met een bewegingsmelder, of werk met lampen die werken op een tijdschakelaar.
Bijna 50% van de inbrekers komt binnen een jaar terug. Een mogelijke verklaring dat daders van de eerste inbraak terugkeren, is waarschijnlijk omdat ze de weg kennen, weten wat er te halen valt en hopen dat je nieuwe laptops en televisies hebt gekocht nadat ze de vorige keer gestolen zijn.
Veel inbrekers slaan toe tussen 10.00 uur 's morgens en 15.00 uur 's middags. Over het algemeen geven inbrekers de voorkeur aan overdag een woning leeg te roven. Hierbij zijn ze vooral op zoek naar huizen waarvan ze vrij zeker zijn dat er tegen die tijd niemand thuis zal zijn.
Een klein takje wordt schuin tegen de voordeur gezet, een stukje plakband word in een hoek van de deur en het kozijn geplakt. Wanneer het takje, of het plakband is verschoven, of weg is dan weet de inbreker dat er iemand aanwezig is Wanneer het nog in dezelfde staat is, is duidelijk dat er niemand thuis is.
De meeste inbraken vonden vorig jaar plaats in de hoofdstad Amsterdam (1716), gevolgd door Rotterdam (1012) en Den Haag (1002). In deze drie steden vinden zelfs opgeteld evenveel woninginbraken plaats als in heel Drenthe, Flevoland, Friesland, Overijssel én Groningen samen.
De gemeenten waar in 2021 het vaakst werd ingebroken (inbraken per 1 000 huishoudens) liggen bijna allemaal in de provincie Utrecht en in het Gooi. In Zeist vonden relatief de meeste woninginbraken plaats, meer dan 8 per 1 000 huishoudens.
Een inbreker loopt door de wijk en zodra hij ziet waar hij zijn gang kan gaan, slaat hij zijn slag. Inbrekers zien hun kans wanneer er een raam of deur open staat. Mocht dit niet zo het geval zijn maar kunnen ze er wel gemakkelijk door naar binnnen dan gebruiken ze een zwaar voorwerp zoals een breekijzer.
Het gedrag dat hierbij hoort, kunt u als buurtbewoner zien. Denk hierbij aan speurend rondlopen, meerdere malen dezelfde route lopen, bij huizen naar binnen kijken, aanbellen, aan deuren of ramen voelen, om huizen heen lopen, gereedschap of een steen verstoppen (om later te gebruiken).
Voor inbrekers zijn juwelendoosjes, geldkistjes en kluisjes stuk voor stuk onweerstaanbare voorwerpen, die erom vragen meegenomen te worden! Gebruik bijouterie-dozen daarom liever alleen als siervoorwerp, veranker geldkistjes in een kast of – nog beter – huur een kluis bij een bank.