Niet aan de teugel willen heeft vaak te maken met niet goed ondertredende achterbenen. Door het op een grote volte te proberen en deze volte spiraalsgewijs te sluiten, treedt het binnenachterbeen van je paard automatisch meer onder. Daarbij buigt hij ook nog eens in zijn lijf.
Dit kan je bereiken door bijvoorbeeld schoudervoor te rijden. Zet je paard eens op een volte en rijd een beetje schoudervoor, waarbij je dat achterbeen echt aan het werk zet. Vervolgens verander je van hand en ga je dat andere achterbeen met dezelfde oefening prikkelen.
Let op: je hulpen moeten hierbij ook kleiner en vlugger worden. Dus niet flink bij-drijven met je been wanneer je paard van stap naar draf moet. Maar zelf klein en vlug je hulp geven. Je tikt hem dan meer aan met je been, twee keer snel achter elkaar, inplaats van een flinke plof van je been.
Laat hem z'n hoofd midden tussen beide voorbenen door buigen. Met een wortel daag je hem uit om zo laag naar de grond te gaan en zo ver mogelijk naar achter te strekken. Hou deze 'sit-up' even vast. Laat je paard weer rustig omhoog komen en herhaal dit een paar keer.
De achterhand is de benaming voor het deel van het paardenlichaam achter de lendenen. Het kruis, de broekspieren en de achterbenen behoren tot de achterhand. De term op de achterhand rijden is de basis in de dressuur, maar is in alle takken van de paardensport van belang.
Galopperen is bij uitstek de beste gang om de buikspieren te trainen. Je paard spant namelijk automatisch zijn buikspieren aan in de galop (mits hij geen lichamelijk problemen heeft, waardoor hij liever niet zijn rug loslaat). Door te galopperen kantelt hij zijn bekken en spant daarmee zijn buik aan.
Een goed trainingsschema voor je paard is: 2 dagen trainen 1 dag rust en dit steeds zo herhalen. De actieve rustdagen tussen de trainingen door zijn nodig om de spieren, banden en pezen te herstellen van de training.
Eén rustdag per week is meestal wel toegestaan, maar meer zeker niet. Dat is slecht voor het paard, of dan kan je voordeliger op een manege gaan rijden. Een gitaar kun je makkelijk een hele week in de hoek laten staan zonder dat ie er onder lijdt.
Na een zware training, zoals een les of een wedstrijd kost 48 uur tot 72 uur voordat de spieren van je paard goed hersteld zijn. Te snel achter elkaar een zware training inplannen, zorgt er dus eigenlijk voor dat je training niet zo effectief zijn.
In reactie op jouw actief voorwaarts drijvende hulp brengt hij zijn hoofd en hals meer naar voren. Als jij dit zacht opvangt met een weerstand biedende hand en hij aanvaardt dat met een ontspannen rug, dan zal hij gaan nageven.
Piaffe is als het ware draf op de plaats, met slechts een voorwaartse beweging ter grootte van één hoeflengte. Het paard buigt daarbij in de achterhand, de achterbenen treden meer onder het zwaartepunt en het ondersteuningsvlak van het paard verkleint. Het bekken kantelt, de rug welft zich en het paard richt zich op.
Wat is contragalop? Contragalop is de normale 3-takt galop gereden op de andere hand. Dus wanneer je op de linkerhand galoppeert, zou normaal gesproken het linkervoorbeen het meest naar voren gaan. In de contragalop op de linkerhand gaat echter het rechtervoorbeen het meest naar voren.
Om de achterhand sterker te maken zijn er diverse oefeningen die je kunt toepassen in je training. “Schouderbinnenwaarts is een prima oefening, want het paard moet hierbij meer op het achterbeen komen. De beenzetting loopt over drie sporen en hij moet zijn binnenachterbeen onder de massa brengen. Dat kost kracht.
Door licht te rijden op het goede been is het voor een paard gemakkelijker om wendingen te lopen. Lichtrijden doe je op het buitenvoorbeen van een paard. Dat betekent dat jij moet staan als het buitenvoorbeen naar voren gaat. Dat kun je zien door even naar beneden te kijken, naar het buitenvoorbeen.
Een paard dient minimaal 2 keer per dag buiten de stal te komen. Bijvoorbeeld 1 keer voor de training en 1 keer minimaal 1 uur weidegang of vrije beweging in een paddock. Indien er geen training plaatsvindt, dient er sprake te zijn van minimaal 2 uur weidegang of paddock.
Onder de 6 jaar is het paard vaak nog 'in de groei' en zijn banden, spieren en pezen kwetsbaar. Gemiddeld duurt het maar liefst 2 jaar voordat pezen en kraakbeen zich voldoende aangepast hebben aan zwaardere belasting. Boven de 20 jaar gemiddeld duurt het langer voor banden, pezen en spieren herstellen en opbouwen.
Hoe vaak heb je al wel niet gehoord dat "paardrijden slecht is voor je rug"? Héél vaak, ongetwijfeld. In werkelijkheid is paardrijden echter uitstekend om net die lichaamsspieren goed te trainen. Door te leren hoe je goed rechtop moet zitten en je te ontspannen, ontwikkel je een evenwichtige houding.
Want veel conditie krijg je niet van paardrijden, toch? Nicoline: 'Het is geen intensieve sport, maar tegelijkertijd is een gemiddelde training wel een redelijke cardiofitness workout. Anders gezegd: paardrijden zorgt vaak voor een verhoogde hartslag. De gemiddelde ruiter heeft dan ook een redelijke conditie.
Paardrijden is in principe niet schadelijk voor de rug
Deze sport kan zelfs rugpijn verhelpen als deze door spierverslapping wordt veroorzaakt. Doordat je goed recht op het paard moet zitten, worden de spieren van de ruggengraat en de buikwand sterker gemaakt.
Als het jonge paard voorbereid is op een leven met mensen door de basistraining voor driejarigen, kun je starten met grondwerk. Bij grondwerk maak je gebruik van de kaptoom en een longeerlijn. De longeerlijn is bevestigd aan de middelste ring van de kaptoom.
Een paard van twee jaar oud wordt een twenter genoemd. Vanaf driejarige leeftijd wordt er gesproken over een driejarige of een (jong) paard.
Met het werk aan de longeerlijn kan men al redelijk vroeg beginnen, zo ongeveer wanneer het veulen tussen de 2 en 2,5 jaar oud is. Het werken aan de longeerlijn moet spelenderwijs beginnen en moet niet de enige manier zijn waarop het veulen aan zijn beweging komt.