Doe niet meteen het harnas of het tuigje om je kat, want dat vindt hij niet zo leuk. Laat het harnas eerst een paar dagen liggen.Leg het op een bekende plek voor je kat, want zo kan je kat eraan snuffelen of misschien lichtelijk spelen. Op deze manier zal het besef van angst voor het tuigje veranderen in plezier!
Je moet dus goed bedenken of het veilig en prettig voor je kat is om mee uit wandelen te gaan. Toch kunnen er nog steeds situaties zijn waarin het geen gek idee is om je kat uit te laten. Woon je klein en heb je een kat die erg veel dadendrang heeft? Sommige katten weten het extra avontuur zeker te waarderen.
speel eerst binnen spelletjes voor minder energie buiten. zorg dat je kat hongerig is zodat ze in de buurt blijft. laat een deur of raam openstaan. roep en beloon buiten zonder dat ze direct naar binnen hoeft.
Laat de kat in het begin alleen naar buiten als hij al honger heeft, laat de deur open staan en roep hem na korte tijd weer binnen om te eten. Zorg dat de kat niet regelmatig voor een gesloten deur komt te zitten buiten.
Het zal enkele dagen duren totdat de kat haar zelfvertrouwen opbouwt en zich thuis zal kunnen voelen in een nieuwe omgeving. Dit zal ze doen door overal geurtjes achter te laten. Als je zo gelukkig bent om een vakantiehuis te hebben waar de kat al bekend mee is, kan je de kat met een gerust hart mee nemen.
Ja, een kat kan wennen aan twee huizen; geen probleem. In mijn studententijd ging ik in het weekend naar huis en dan nam ik mijn kat altijd mee. Zij was 7 weken toen ik er mee begon en ze vond het heel normaal. Wist ook bij mijn moeder feilloos de kattenbak te vinden en ging ook daar naar buiten.
Katten reizen niet graag. Elke verplaatsing is pure spanning voor de gevoelige dieren, omdat onbekende geluiden en geuren zelfs de meest robuuste naturen nerveus maken.
U kunt uw kat leren met u in de buurt te gaan wandelen, maar u kunt de looplijn (er zijn diverse looplijn lengtes beschikbaar) ook bevestigen aan een vast punt in de tuin of met een beweegbaar oog of lus aan een (was)lijn die over de lengte of breedte van de tuin is gespannen.
Houd uw kat minstens twee weken binnen om te wennen aan zijn nieuwe omgeving. Voer uw kat regelmatig met kleine maaltijden. Houd zoveel mogelijk vast aan de vertrouwde routine en gewoonten uit het oude huis. Verspreid de geur van uw kat door het nieuwe huis zodat hij zich daar snel veilig gaat voelen.
Bij sommige katten zal dat sneller gaan dan bij andere, kijk daarom goed naar je eigen kat. Voor een echte buitenkat kunnen die zes weken binnenshuis te lang zijn, voor een onzekere kat is een paar maanden binnen een beter idee.
Probeer het gedrag te negeren en corrigeren waar nodig. Straf jouw kat niet tijdens ongewenst gedrag, maar laat op andere manieren merken dat je het niet fijn vindt. Deze vorm met trainen wordt negatieve bekrachtiging. De kern van negatieve bekrachtiging is dat je iets leuks weghaalt bij gedraging.
Gewoon een bepaald geluid (jouw fluitje) vaak laten horen en dan als beloning wat brokjes of een maaltijd neer zetten. Dan combineer je dus deze twee zaken en als hij later buiten is en het fluitje hoort, komt hij rennend naar huis. Zo heb ik het mijn katten geleerd en het werkt perfekt!
Op onbekende plaatsen kan een kat net zo goed verdwalen als mensen. Dichtbij huis onthouden katten waar ze lopen. Net als bij mensen zien ze waar ze zijn, en weten dus zo de weg naar huis. Ook maken ze gebruik van geuren.
Het antwoord op de vraag of een buitenkat gelukkiger is dan een binnenkat, is dus niet per definitie ja. Het verschilt helemaal per situatie en je kan veel doen om een binnenkat gelukkig te houden. Maar ook als hij binnen blijft kun je hem altijd een klein stukje van buiten geven.
Katten kunnen niet verliefd worden op mensen, op andere katten, op speciale plekken of op levenloze voorwerpen. Ze voelen geen liefde, en ze ervaren niet het gevoel voor iets of iemand te vallen. In plaats daarvan gaan ze het onderwerp van hun genegenheid waarderen.
De leeftijd van de kat – een kitten dat je net in huis hebt gehaald laat je het beste maximaal 2-3 uur alleen. Een oudere kat kun je het beste niet langer dan 8 uur alleen laten. En een volwassen, gezonde kat kun je prima 8-12 uur alleen laten met een maximum van 24 uur.
Een gelukkige kat herkennen aan gedrag
Diep en relaxt slapen. Uitgebreid in de zon slapen of rollen. Jou begroeten wanneer je thuiskomt. Zichzelf, een soortgenootje of jou regelmatig wassen, maar niet te veel; overmatig wassen kan ook wijzen op pijn.
Geef de kat bij thuiskomst een kleine, rustige ruimte met alle voorzieningen erin. Zorg dat de kat zich hier kan verstoppen. Hoe veiliger, hoe beter en des te sneller zal de kat ontdooien. Zo kan hij op zijn eigen tempo de ruimte verkennen en er zijn geur afgeven om zich lekker te voelen.
Zeker wanneer de kat plotseling veel meer miauwt dan dat hij normaal doet, is de kans groot dat de kat ergens last van heeft, pijn heeft of ziek is en dat op deze manier duidelijk probeert te maken. Het is verstandig om dan even naar de dierenarts te gaan, zodat een medische oorzaak uitgesloten of behandeld kan worden.
Katten willen rennen, jagen en vangen. Of dit nu buiten of binnen gebeurt, maakt niet zo veel uit. De 'prooi' kan ook een pluche speeltje zijn.
Wanneer jouw kat op de schutting probeert te klimmen, zal hij door de meedraaiende buis geen houvast vinden en zijn evenwicht verliezen. Zo wordt het onmogelijk voor jouw kat om over de schutting, de muur of het hek heen te klimmen.
Zet de kattenbak buiten.
Zet hem naast het kattenluik (of de deur die je gebruikt om de kat buiten te zetten) zodat je kat niet ver naar buiten hoeft te lopen om het te gebruiken. Nogmaals, zorgen voor dat je de kat de nieuwe plek van de kattenbak laat zien om te voorkomen dat hij de vloer binnen gaan gebruiken.
Over het algemeen houden katten niet van lawaai, zoals bijvoorbeeld van vuurwerk met Oud en Nieuw of een of ander festival in de buurt. Vaak zijn ze er zelfs doodsbang voor. Ook lawaaiierige feestjes of onweer vinden ze niks. Vaak zoeken ze een rustige, veilige plek op, zoals onder het bed of achter of in een kast.
Zet de reismand goed vast door middel van de autogordel. Zet de autoradio zacht en praat af en toe tegen uw kat met een kalme stem om hem/haar gerust te stellen. Zorg ervoor dat de blowers van de verwarming of airco niet op de kat gericht staan. Probeer rustig te rijden.
Een huisdier dat los in de auto wordt vervoerd, loopt veel risico bij een aanrijding. De Duitse ANWB, de ADAC, voerde in 2008 een onderzoek uit naar het vervoer van dieren in de auto. Uit het onderzoek bleek dat het lichaamsgewicht van een dier bij een botsing van 50 km/u ruim 25 keer groter wordt.