Koppelingspedaal met je linkervoet geleidelijk naar het aangrijpingspunt laten opkomen. Altijd geleidelijk werken met het koppelingspedaal, als je het laat opkomen. Want de koppelingsplaten moeten geleidelijk aangrijpen anders slaat de motor af. Bij het aangrijpingspunt gaat de auto al rollen/rijden.
Ga een keertje naar een verlaten plek/parkeerplaats waar je niemand tot last bent. En dan laat je heel erg langzaam de koppeling opkomen. Als de auto begint te bibberen hou je de koppeling vast, dus even niet verder laten opkomen. Als de auto dan niet meer bibbert kun je de koppeling langzaam los laten.
Auto valt uit tijdens rijden of slaat af
Een motor heeft brandstof, lucht (zuurstof) en een ontsteking nodig om te kunnen lopen. Het kan ook zijn dat de mengverhouding tussen brandstof en lucht niet juist is. De auto kan uitvallen door het ontbreken van de brandstof.
De motor laten afslaan:
Een auto met handgeschakelde versnellingsbak: zet de auto in de vrij en laat de koppeling opkomen. De motor slaat uit en het lampje gaat branden. Auto met automatische versnelling: houd de rem vast, de motor slaat dan automatisch af.
Bij een benzine leer je best als volgt uit stilstand vertrekken. Ontkoppeld, dan geleidelijk wat gas geven tot 2000 rpm ofzo, die hoeveelheid gas aanhouden en dan de koppeling lichtjes laten komen tot hij aangrijpt en begint te kruipen dan geleidelijk aan gas verder opbouwen terwijl je koppeling ook verder laat komen.
Waar je in een diesel gemakkelijker de hellingproef kan doen door met rechtervoet de rem ingetrapt te houden, met linkervoet de koppeling een beetje op te laten komen, en dan pas met rechtervoet de rem los te laten om gas te kunnen geven, zal zeker in het begin een benzine-auto op die manier afslaan.
gewoon gas loslaten, koppeling induwen, opschakelen, koppeling zachtjes loslaten en terug gas geven. Probeer eens om, wanneer je koppeling licht contact maakt (aangrijpingspunt), lichtjes gas te beginnen geven terwijl het koppelingspedaal rustig omhoog komt.
Laat de koppeling opkomen tot dat je voelt dat de auto wil gaan rijden ( aangrijpingspunt ) geef dan een beetje gas en laat de koppeling rustig verder opkomen en geef steeds een beetje meer gas. als de auto rijdt laat je de koppeling geheel los. Laat je de koppeling te snel los dan slaat de auto af.
met de bal van je linkervoet trap je het koppelingspedaal soepel en geheel in. Dit is noodzakelijk om te kunnen gaan schakelen. Je onderbreekt hiermee de koppeling tussen de motor en de versnellingsbak. ga met je rechterhand naar de versnellingspook en schakel vanuit de vrijstand in de eerste versnelling.
Bij neerschakelen kun je het bij wijze van tussengas (mits met een beheerste gasvoet) eventueel wel doen, dus wat gas blijven geven of zelfs juist wat gas beginnen te geven tijdens het neerschakelen, omdat het snelheidsverschil tussen de motor en de versnellingsbak bij het weer op laten komen van de koppeling in de ...
Snel optrekken betekent vooral goed en snel schakelen! Om snel op te trekken is snel schakelen het toverwoord! Let goed op wanneer het verkeerslicht op groen springt, met een snelle reactie ben je de meeste auto's al voor. Laat de koppeling snel opkomen naar het aangrijpingspunt.
Tip van de Wegenwacht: rijd niet met een slippende koppeling. Dat wil zeggen: laat nooit de koppeling erg langzaam opkomen of maar half opkomen. Daarvan slijt de koppelingsplaat zeer snel – dat is een dure reparatie – en het kan op vakantie zelfs voor paniek zorgen!
Autorijden is erg intensief voor je enkels, armen, nek en schouders. De eerste paar lessen zal je dan ook veel spierpijn hebben. Dit is volkomen normaal. Maar als je halverwege de rijles je enkels bijna niet meer kan bewegen, dan zit je niet lekker achter het stuur en gaat dit invloed hebben op de rest van de les.
De conclusie is: een versnelling overslaan is geen enkel probleem, als je de juiste mechanische sympathie toepast. Heb respect voor de mechanische delen en hun werking en je kunt gerust van z'n twee naar z'n vier en andersom.
Het is verstandig om zo min mogelijk met ingetrapte koppeling te rijden. Niet alleen omdat dit leidt tot slijtage aan je koppeling, maar ook omdat het gevaarlijk kan zijn, zeker in de bochten. Als je remt met ingetrapte koppeling, dan rem je ontkoppeld. Dat kost energie en dus ook brandstof.
Regel 1: Laat het gaspedaal los en trap het koppelingspedaal vlot en geheel in. Schakel naar de 2e versnelling door de versnellingspook naar links te duwen en rustig naar achteren te trekken.
Met koppeling ingetrapt, heeft de startmotor het wat gemakkelijker (kan vooral helpen als je accu wat minder is/wordt) > Je kunt langer 'doorstarten' als je de koppeling intrapt bij het starten waardoor de kans dat de auto aanslaat voordat de accu het niet meer trekt groter is.
Na het starten moet je in elk geval een halfuurtje gaan rijden, zodat de dynamo de accu kan opladen. Zet nu de achterruitverwarming en blower weer uit.
Als leidraad kun je aanhouden. Wegrijden 0 tot 20 km/h in zijn 1 vanaf 20 km/h tot 35 in de 2 vanaf 35 tot 50 km/h in zijn 3 vanaf 50 tot 80 km/h in zijn 4 vanaf 80 tot 120 in zijn 5 constante snelheid vanaf 90 in zijn 6 let op!
Van 5e naar 2e is quasi onmogelijk om foutloos te schakelen, behalve als je hard remt en stevig tussengas geeft.
Je kan van 4de naar 2de versnelling terugschakelen , als je eerst genoeg afgeremd bent.
De auto zal op de startmotor in beweging komen en de verbrandingsmotor zal de beweging overnemen. Gefeliciteerd, je eerste meters zonder koppelingspedaal zitten erop. Tot stilstand komen is ook eenvoudig: haal de auto uit z'n versnelling en laat hem tot stilstand uitrollen.
Vergeet het 'moderne rijden' met een laag toerental in de bergen. Om hellingen te beklimmen, moet je auto toeren maken en dit doe je in een lage versnelling. Merk je dat de auto kracht verliest tijdens het klimmen, schakel dan terug naar een lagere versnelling en geef gas.