Kunnen aardbeiplantjes overwinteren? Aardbeiplantjes kunnen makkelijk de winter doorkomen, als ze beschermd worden tegen (sterke) vorst. Wanneer er sprake is van vorst zonder sneeuwval, kan de bodem bedekt worden met takjes, stro of teenwilg.
Een aardbeiplant is een vaste winterharde plant, maar is niet wintergroen. In het najaar sterft hij af om in het voorjaar weer opnieuw uit te lopen. Hij vormt dan naast het blad steeltjes met bloemen, deze bloemen worden uiteindelijk de aardbeien.
Maak je moestuin winterklaar
Maak de moestuinbak bijvoorbeeld in oktober al schoon. Haal het raster tijdelijk weg en knip daarna alle uitlopers met nieuwe plantjes af. Plantjes die je mooi vindt, kan je tijdelijk in een andere bak zetten. De oude planten kan je weghalen.
Kweek zelf sterke aardbeienplantjes
De rest knip je telkens weg. Zodra het plantje groot genoeg is, en je de wortels al goed ziet, knip je het los van de moederplant. Zet het in een potje met mix of in een leeg vak zodat het lekker kan groeien. Het zal het volgende jaar al aardbeien geven.
Aardbeiplanten komen goed de winter door als er tijdens strenge vorstperiodes folie over gelegd wordt. De schade is zelden met het blote oog zichtbaar, maar heeft wel zijn weerslag op de hergroei in het voorjaar en uiteindelijk ook op de oogst Het zal zelden zo zijn dat de volledige aardbeiplant afsterft door de vorst.
Planten beschermen tegen vorst met een laag stro
Dat doe door een jasje te maken van kippengaas rondom de plant. Bedek de bovenkant met plastic wanneer het nat is om het stro droog te houden. Bij boomvarens en palmen kun je ook nog de kroon bedekken met stro voor extra isolatie.
Oftewel; een aardbeienplant kan wel jarenlang mee gaan maar als je haar in de moestuin zo intensief wilt gebruiken als een moestuinder doet; dan is de plant na 3 tot 4 jaar 'op'.
Aan het eind van het seizoen, merk je dat de planten in de pot in rust gaan. Je kunt ze dan weg doen (en het jaar erop een nieuwe aanschaffen) of ze overhouden tot het volgende jaar. Laat ze in het laatste geval op een koele, maar vorstvrije, lichte plek overwinteren. Laat de potgrond ook dan niet helemaal uitdrogen.
Aardbeien worden eigenlijk niet gesnoeid maar er zijn wel andere handige tip zoals verplanten en stekken. Het verplanten van aardbeienplanten kun je het beste doen in februari tot maart. Verplant ze met zoveel mogelijk grond er omheen om de wortels zo min mogelijk te verstoren. Schud de aarde dus niet af.
Aardbeien verzorgen
Aardbeien zijn sterke planten. Het best groeien ze in humusrijke, vruchtbare grond die niet te droog en in de winter ook zeker niet te nat is. Bemest in het voorjaar met een gemengde organische meststof, eventueel aangevuld met wat kalium. Gebruik bijvoorbeeld meststof voor groenten en fruit.
Aardbei verzorging & onderhoud
De aardbei groeit goed in een bodem met voldoende humus en voedingsstoffen. De grond moet, zeker na het planten van aardbei, flink nat zijn. Als de plant voldoende gegroeid is, kunt u teruggaan naar ongeveer drie keer per week water geven. Zorg voor een voldoende vochtige bodem.
Om je aardbeien te beschermen tegen flinke regenbuien kun je rond de planten een bed van stro aanbrengen. Zo voorkom je dat de aardbeien op de natte bodem liggen en dat er zand opspat. Daardoor gaan ze niet rotten en worden ze niet aangetast door schimmel.
Tijdens warme en zonnige periodes geef je ze liever elke dag een beetje water in plaats van een grote hoeveelheid ineens. Giet het water aan de kroon en zeker niet op de vruchten, anders gaan ze rotten. Aardbeien zijn gulzig dus geef ze af en toe wat speciale en kaliumrijke meststof. Haal de uitlopers regelmatig weg.
Wanneer aardbeien planten? In principe worden aardbeien het best geplant van eind juli tot half augustus. Dit heeft te maken met het feit dat de uitlopers die de aardbeien vanaf juni beginnen te vormen tegen augustus meestal volgroeid zijn en voldoende wortels gevormd hebben om te verplanten.
Eén van de beste manieren om er voor te zorgen dat vogels niet aan je aardbeien komen, is door het plaatsen van insectengaas. Het voordeel van insectengaas is dat deze gaas erg fijnmazig is, namelijk 1,35 x 1,35 millimeter. Het is hierdoor niet mogelijk dat vogels met hun poten en vleugels verstrikt raken in het net.
Kies voor een zonnige standplaats. Zo produceren ze meer vruchten. Halfschaduw kan ook, maar je oogst zal dan kleiner zijn. Aardbeien houden van vruchtbare en goed doorlatende grond.
koemestkorrels zijn die ook goed voor aardbeien.
Je aardbeiplantjes krijgen het liefst twee keer een maaltijd voorgeschoteld: Op het moment dat je ze aanplant: werk wat organische meststof in de bodem. Acht à tien weken na het aanplanten herhaal je de bemesting.
Aardbeien houden van rijke grond die niet te zuur is, tussen de 5.5 en 6.5. Heb je te zure grond, dan kun je gesteentemeel toevoegen zoals kalk.
Een aardbeiplant heeft gemiddeld drie trossen aardbeien die na elkaar bloeien. De eerste aardbeien van een tros zijn groot en verder in het seizoen worden ze steeds kleiner. Het plukken kan beginnen. Als de groene aardbeien in zicht komen gaan we trossen doorhalen.
Groeiwijze. Aardbeienplanten (Fragaria) zijn vaste planten: ze kunnen meerdere jaren op dezelfde plek in de tuin blijven staan en ze overleven de winter. In het voorjaar groeit de plant geleidelijk uit: er ontstaan steeds meer blaadjes en op een gegeven moment begint de plant te bloeien.
Als zo een zaadje in de grond zou worden gestopt, zou er een aardbeiplant groeien. Alleen gebeurt dit zelden, want aardbeiplanten worden meestal opgekweekt uit uitlopers. Uit de moederplant groeit een stengel over de grond. Hier en daar komen er jonge plantjes aan.
Tijdens de teelt adviseren we om te kiezen voor meststoffen met een lager stikstof gehalte, maar met meer Kalium. Dat zorgt voor stevigere vruchten. Ook is het goed mogelijk om goed verteerde stalmest en compost door de bodem te mengen, zo'n 4 weken voor het planten.
Heb je al aardbeien staan, dan kun je die ook zelf stekken. Aardbeien vormen namelijk in de loop van het seizoen nieuwe uitlopers, die heel gemakkelijk wortel schieten. Leid zo'n uitloper over de grond en zet hem vast met een krammetje. Op elke knoop waar een blad zit kan een nieuw plantje ontstaan.