Voederen kan het hele jaar door, maar vooral wanneer het vriest en/of sneeuwt. Voeder niet teveel tegelijk en liefst 's ochtends en tegen het einde van de middag. Na een lange, koude nacht hebben vogels behoefte aan een stevig ontbijt en tegen de avond eten ze hun buikje rond om de nacht door te komen.
Hoe weten vogels waar eten is? Vogels doen niets anders dan de hele tijd in de gaten houden of er ergens gezonde voeding te halen valt. Ze kunnen het zien en ruiken, maar houden daarbij ook andere vogels in de gaten. Zodra ze zien dat er ergens 'wat te halen valt' gaan ze snel een kijkje nemen.
Als de krop van uw vogel bijvoorbeeld elke vier uur leegloopt, moet u hem elke vier tot vijf uur tussen 06.00 uur en middernacht voeren. Laat echter vanaf middernacht ten minste zes uur over om de krop langer te legen, waardoor voedselresten (en het toegenomen aantal bacteriën) kunnen worden geëlimineerd.
Vogels gebruiken het hele jaar veel energie. In de winter om zich op temperatuur te houden, in het voorjaar om eieren te leggen en hun jongen groot te brengen. En in de herfst bouwen ze reserves op voor de winter. U kunt ze dus het hele jaar bijvoeren.
Begin met wat bijvoeren op een bakje of plankje aan de reling. Dat valt goed op en daar komen ze van ver op af. Kies dingen die ze extra lekker vinden, zoals meelwormen of verkruimelde vetbollen met insecten. Strooi er een zadenmengsel bij of hang er een voedersilo met zaden in de buurt.
Geen (oud) brood!
In brood zit zout en dat zout is niet goed voor vogels. Soms zit op het brood boter/margarine. Daar krijgen watervogels diarree van en de olie die in het brood zit komt in het verenkleed te zitten. Brood dat blijft liggen gaat bovendien schimmelen en trekt dieren zoals ratten aan.
Zo zorg je ervoor dat hij uit de wind, regen en zon hangt. Hang hem op een rustige plaats. Vogels houden niet van te veel activiteit rondom hun nest. Naast de voordeur of boven het terras zijn wat dat betreft minder ideaal.
Een vogel kan dus niet zoals de mens, hond en kat vele dagen tot weken zonder eten. Dit geldt wat minder voor de hele grote vogels dan voor de kleine vogeltjes. Een dag niet eten en drinken betekent voor een klein vogeltje al vaak dat ze flink verzwakt zijn.
Ook vogels houden van een veelzijdig menu. Voer bijvoorbeeld zaden, pinda's en vetbollen, maar ook rozijnen en appels. Geef geen vloeibare olie, margarine en zoute producten.
Overvoeren kan bijna niet, omdat vogels stoppen met eten als ze verzadigd zijn. Maar als de hele tuin al vol ligt of staat met voedsel, kun je natuurlijk best even wachten met bijvoeren. En geen zorgen, vogels zullen het zelf zoeken van voedsel heus niet verleren: dit zit namelijk in hun genen.
Havermout: havermout kan je zowel als strooivoer op de grond gebruiken als op de voedertafel. Zaadeters zoals mussen, mezen, vinken, groenlingen en roodborstjes houden hiervan. Meelwormen en insecten: bevatten veel proteïnen en zijn bijzonder voedzaam voor vogels.
Heeft u nog pinda's liggen of vinden uw tuinvogels écht alléén maar pindakaas lekker, voer dat dus gerust, maar let op: Bij heel warm weer kan pindakaas sneller bederven, hang het daarom liever in de schaduw en kijk af en toe of het er nog goed uit ziet.
Gevaar op verstrikking
Het plastic net om de vetbol heen is extreem gevaarlijk voor vogels, omdat ze hier met hun pootjes of snavel in verstrikt kunnen raken. Vogels kunnen dan sterven van de honger, dorst en uitputting. Ook kunnen wat grotere vogels, zoals meeuwen, de hele bol met net en al in één keer doorslikken.
De meeste vogels slapen met hun kop naar achter gedraaid en onder de veren gestoken. Ze slapen vaak waar ze overdag ook zijn. Dat is op een tak verscholen tussen de bladeren, of zoals spechten, hangend aan een boomstam. Watervogels slapen meestal op het water, waar ze veilig zijn voor landroofdieren.
Vogels kunnen denken, leren en plannen en ze hebben een goed geheugen. Afhankelijk van de soort beschikken ze over een bepaalde mate van zelfbewustzijn en intelligentie. Vogels kennen gevoelens van pijn, empathie, verdriet en plezier.
5 tips om vogels te voederen
Na een lange, koude nacht hebben vogels behoefte aan een stevig ontbijt en tegen de avond eten ze hun buikje rond om de nacht door te komen. Strooi niet te veel, dat kan muizen en ratten aantrekken. Geef geen voedsel waarin zout is verwerkt of kaas of brood.
Groente. Voorbeelden van geschikte groente voor vogels zijn: Wortel, broccoli, spruitjes, andijvie, sla (niet te veel om waterige ontslasting te voorkomen), komkommer, boerenkool, prei, witlof.
Heb je restjes eten over? Veel keukenrestjes zijn prima en kan je geven aan de tuinvogels. Wat je niet mag geven zijn restjes met veel zout of kruiden of restjes die beschimmeld zijn. Vetrandjes, gekookte aardappelen, gekookte rijst of fruit zullen je tuinvogels heerlijk vinden en zijn ook nog eens goed voor ze.
De meeste tuinvogels gebruiken een of twee drinkmethoden. De meeste vogels drinken door een slokje te nemen uit een plas of drinkschaal en vervolgens hun kop naar achter te buigen. Duiven drinken door hun snavel in het water te steken en het water vervolgens als door een rietje op te zuigen.
Vogels voeren
Vogels houden van een veelzijdig menu. Voer ze bijvoorbeeld zaden, pinda's en vetbollen, maar ook rozijnen en fruit. Geef geen vloeibare olie, margarine of zoute producten; dit is niet goed voor vogels en kan gevaarlijk zijn.
De meeste bomen en struiken plant u als ze in rust zijn, in de winter dus. Kies voor struiken met bessen, daar zijn vogels in de winter dol op. En in de warme maanden geniet u zelf van de bloemen. Goede soorten zijn meidoorn, rozenbottel, klimop, kardinaalsmuts of krentenboompje.
Vogels drinken 5-10% van hun lichaamsgewicht per dag, afhankelijk van de omstandigheden. Bij kleinere vogels is de vochtopname relatief groter.
Er is te weinig contrast, waardoor de vogels het net niet zullen zien. Je kunt daarom beter kiezen voor een net met een fellere kleur. Denk bijvoorbeeld aan helder blauw, paars of geel. Deze kleuren bieden meer contrast met de ondergrond, waardoor de kans een stuk groter is dat de vogels het net nu wél kunnen zien.
Kijken in een mezen-, mussen- of andere nestkast is bij wet verboden. Er zijn heel veel camera's te koop, daarmee kan ongehinderd in een nestkast gekeken worden.