Je zaait tomaten 5mm diep in goed vochtige zaai- en stekgrond. Je wil tot aan het kiemen geen water meer geven. Teveel water, water dat blijft staan, kan je zaadje doen rotten voor het kan kiemen en dan is het vaak 'game over' voor je teelt en kan je herbeginnen.
In een kas kweek je de tomaten langs een touw. De touwen hangen aan ijzerdraden die horizontaal in de kas hangen. Draai de stengel van de elke tomatenplant aan het het touw. Elke keer als de plant een stukje groeit, draai je het sukje tomatenplant rond het touw.
Je zaait tomaten binnen, ze kunnen geen vorst verdragen dus de jonge planten mogen pas vanaf 12 mei (IJsheiligen) naar buiten. Maar je wilt dan wel een voorsprong hebben, en dus zaai je in maart bij kamertemperatuur in een zo licht en zonnig raamkozijn, zo heb je al grote zaailingen in mei.
Zaai de tomatenzaden in vochtige potgrond, ongeveer één centimeter uit elkaar, en bedek ze met een klein laagje aarde (maximaal 0,5 cm). Besproei deze aarde met een plantenspuit. Zaai niet te diep, om te voorkomen dat de tomatenzaden niet genoeg energie hebben om boven de grond te komen.
Tomatenplanten houden van een warme en zonnige plek. In kas heb je altijd voldoende warmte, daardoor groeien tomatenplanten hierin erg goed. Het seizoen is langer en je kan dus meer tomaten oogsten. Je kan de jonge tomatenplanten vanaf half april planten in de kas.
Tomaat - aardappel, erwt, venkel, diverse koolsoorten.
Geef ook liever 1x in de week heel veel water in plaats van elke dag een klein beetje. Zo ontwikkelt je tomatenplant langere, diepere wortels en daarmee een sterker wortelsysteem. Tomaten geef je dus veel water, maar alleen totdat deze beginnen te verkleuren. Geef dan matig water, anders barsten de vruchten!
tomaten: 7 tot 15 dagen. bieten: 7 – 21 dagen. bonen: 8 -18 dagen.
Je kan tomatenzaden voor trostomaatjes in een pot in huis zaaien, of eerst binnen zaaien en later verplaatsen naar de tuin. In huis blijven de planten en tomaatjes wat kleiner dan buiten. Een tomatenplant kan wel vrij groot worden als je hem in huis kweekt en niet snoeit.
Struiktomaten kun je in de volle grond langs een eenvoudig hekwerk zetten. Help ze hier en daar wel een beetje door ze aan het hek vast te binden. Plant kleine struiktomaten 25 centimeter van elkaar, voor grotere tomaten geldt een afstand van vijftig centimeter.
Zaai een beetje op reserve (om uit te delen of te ruilen), maar niet meer dan drie tot vijf planten per soort. Vul een bakje met zaaigrond en duw goed aan; tot 1 centimeter van de bovenrand.
Als hobby kweker maakt je tomatenplant zo een 6 tot 8 trossen aan in je serre of tuinkas en 4 tot 6 trossen buiten. Wanneer je in april al 1 tros bloemetjes hebt, wil dat zeggen dat je in mei al drie trossen hebt met de eerste groene vruchten op de onderste tros.
Regelmatig water geven is belangrijk
Van elke dag water geven, bouw je na 2 weken af tot 2 à 3 keer per week en na anderhalve maand geef je de plant 1 keer per week water. Geef je de tomatenplant onregelmatig water, dan gaan de tomatenvruchten barsten.
Bij tomaten kan je ook nog paprika, meloenen, pepers, en komkommers planten. Wel te verstaan als ze groot genoeg is .
Oorzaak 1: Je geeft gewoonweg te veel water. Geef minder vaak en/of minder water. Oorzaak 2: De grond is uitgedroogd en je geeft dan plots te veel water in 1 keer. Giet beter frequent grondig.
Toppen doe je door de stam te verwijderen boven de 2 eerste bladeren na de laatste tros. Tomatenplanten kunnen echt groeien als onkruid. Het verwijderen van bladeren heeft als voordeel dat de plant beter opdroogt na regen (buitenteelt), maar ook dat er meer licht en lucht aan de plant en zijn vruchten kan.
Tomaten houden van zon en warmte. Plant pas midden april in je serre, en wacht tot midden mei als je in de openlucht kweekt. Geef ze een plekje met veel zon. Geef je tomaten ruimte om te groeien: plant gemiddeld 2,5 planten per vierkante meter (of 5 planten op 2 vierkante meter).
Voor een goede ontwikkeling heeft de tomatenplant veertien uur licht per dag nodig.
Zorg dat je van tevoren al een potje hebt gevuld met een mengsel van 5 delen potgrond en 1 deel grof zand en/of vermiculiet, dat je al goed nat hebt gemaakt. Prik er met een stokje of je vinger een gaatje in tot ruim de helft van het potjes diep. Want je wilt de stek graag vrij diep in de grond steken.
Tomaten houden niet van regen. Knip eventueel wat blad weg wanneer een plant te lang nat blijft na een regenbui. Knip ook bladeren weg die het zonlicht weghouden van de vruchten. Laat in ieder geval altijd minstens 6 tot 8 grote bladeren aan de plant zitten.
Geef aan het begin van de teelt, wanneer je tomaten net hebt geplant, elke dag water. De planten moeten zich namelijk kunnen aanpassen aan hun nieuwe groeiomgeving. Na gemiddeld 2 weken geef je nog 2 à 3 keer water / per week. Breng daarna het aantal gietbeurten terug tot 1 keer per week, na anderhalve maand.
Van zaadje tot plant
De kleine pitjes die je in het vruchtvlees van een tomaat ziet zitten, zijn de zaadjes van de tomatenplant. Het zaadje ontkiemt in de grond tot een klein plantje. De kiem groeit boven de grond uit, omhoog naar het licht. Aan de uiteindes van de kiem komen eerst twee kleine blaadjes te zitten.
Doorgaans kan een tomatenplant tussen de 10 en 45 kilo per plant produceren. Als het gezond is, kan het meer dan honderdtien pond per jaar produceren. Een tomatenplant kan tussen de twintig en negentig tomaten produceren.
De tomaat behoort tot de zelfbestuivende planten. Dit betekent dat de pollen van de plant de bloemen van dezelfde plant kunnen bestuiven. Je hebt dus niet noodzakelijk meerdere tomatenplanten nodig. De bestuiving gebeurt hoofdzakelijk door hommels en wilde bijen.
Tomaten kunnen hard groeien en gedijen goed in een vruchtbare bodem. Meng daarom een of meerdere handen potgrond, compost, of verteerde stalmest door het plantgat en geef goed water bij het uitplanten.