Interactief voorlezen stimuleert het begrijpend luisteren. Het is een werkwijze waarbij een kinderboek (prentenboek) herhaald wordt voorgelezen, onderbroken door specifieke vragen. De leerkracht stimuleert door interactie met de kinderen het verhaalbegrip, maar ook de taalvaardigheid en de woordenschat.
Vertel vooraf in het kort iets over de inhoud van het verhaal. Lees de tekst rustig en duidelijk voor en zorg dat je gezicht duidelijk zichtbaar blijft. Maak gebruik van de mogelijkheden van je stem, maar let op dat je niet overdrijft. Maak tijdens het voorlezen af en toe gebaren om de woorden te verduidelijken.
Bij voorlezen luisteren de kinderen. Bij interactief voorlezen is er voor het lezen, tijdens het lezen en na het lezen ruimte voor gesprekken over het verhaal en hebben kinderen dus een actieve, betrokken rol. Het is dus geen eenrichtingsverkeer, maar echte communicatie.
Het voorlezen aan je kind zorgt ervoor dat hun taalinzicht groter wordt. In verhalen worden andere woorden en zinnen gebruikt dan in de spreektaal, dus kunnen kinderen hun woordenschat vergroten. En ook het gevoel voor zinsbouw en grammatica ontwikkelt zich doordat ze in aanraking komen met boekentaal.
Het prikkelt de fantasie en stimuleert onder meer de taal- en spraakontwikkeling en sociaal-emotionele vaardigheden. Wanneer je kindje wordt voorgelezen, maakt het bovendien op een aangename manier kennis met de wereld van de boeken. Een wereld waarvan het thuis en op school veel profijt en plezier kan hebben.
Emotionele ontwikkeling
Voorlezen prikkelt de fantasie en nieuwsgierigheid van kinderen. Door samen met kinderen in een verhaal te duiken, komen ze in een andere wereld terecht en leren ze nieuwe en onbekende dingen kennen. Hun dagelijkse wereld wordt groter, ze kunnen meeleven en zich identificeren met personages.
Wie-wat-waar? Introduceer eerst de wie-wat-waar kaarten nadat je een verhaal of prentenboek hebt voorgelezen. Vraag de kinderen met behulp van deze kaarten over WIE het verhaal ging, WAT er gebeurde en WAAR het verhaal zich afspeelde.
De verteltas werd in 1995 in Engeland ontwikkeld door een oud-onderwijzer. Het concept is eenvoudig: Je neemt een prentenboek en stopt het in een mooie tas of doos. Daarna voeg je ondersteunend materiaal toe om het verhaal tot leven te brengen.
Verhalen vertellen in de klas is samen met de leerlingen op avontuur gaan. Het is werken aan groepsvorming, sociaal-emotionele ontwikkeling, creativiteit en taalvaardigheid. Ze krijgen verhalen mee die indruk maken en langdurig bijblijven.
Interactief betekent letterlijk 'in beide richtingen verlopend'. Een communicatieproces verloopt interactief wanneer de verzender tijdens de communicatie ook ontvanger wordt en omgekeerd.
Met een luistervraag richt je de aandacht van de leerlingen nadrukkelijk op de inhoud van het boek. Een voorbeeld van een luistervraag is: Wat gebeurt er met de post nadat je het in de brievenbus gooit? Kom na het lezen terug op de vraag, bespreek de antwoorden en schrijf ze op.
De verteltafel is een geweldig middel om een verhaal tot leven te brengen. Door knuffels, poppetjes, attributen die een rol spelen in het boek, kunnen kinderen het verhaal na spelen. Ze spelen één of meerdere rollen en voeren, onder begeleiding van de leerkracht, dialogen uit het verhaal.
“Voorlezen draagt bij tot een beter taalgevoel en taalbegrip. Kinderen leren ook beter luisteren en trainen hun concentratievermogen.” Bovendien draagt voorlezen bij tot een beter taalgevoel en taalbegrip. Kinderen leren immers dat letters en woorden een betekenis hebben, en krijgen zo meer inzicht in taalgebruik.
Tussen zes en negen jaar. Op deze leeftijd leren kinderen lezen en schrijven. Het is heel belangrijk om te leren lezen. Bij alle vakken op school is het nodig om goed te kunnen lezen, ook bij rekenen.
Tellen is een vaardigheid die zich geleidelijk aan ontwikkelt, met vallen en opstaan. Gemiddeld leren kinderen tellen vanaf de leeftijd van 2 jaar, maar het is een proces dat duurt tot het kind 5 à 6 jaar is.
Varieer tijdens het voorlezen met stemmetjes of de intonatie, dit maakt het verhaal lekker levendiger, wat het voorlezen leuker maakt. Stem de lengte van het verhaal af op de spanningsboog van een kind. Kies een verhaal welke je in een keer uit kan lezen. Herhaling vinden jonge kinderen erg leuk.
Wie leest, leert de wereld!
Wie goed leest en verhalende en informatieve teksten begrijpt, kan kennis opdoen en zich ontwikkelen. Gaat het alleen om kennis? Nee, verhalen en gedichten helpen je kind en tiener ook om zich beter in te leven en om meer begrip te hebben voor anderen.
Vooral de taalontwikkeling van kinderen wordt extra gestimuleerd wanneer ze veel voorgelezen worden. Door uit verschillende boeken voor te lezen, komen ze in aanraking met allerlei nieuwe woorden die hun vocabulaire uitbreiden.
Het belang van voorlezen is al vaak benadrukt. Uit onderzoek komt voortdurend naar voren dat kinderen beter presteren op school als ze elke dag worden voorgelezen. Het is eigenlijk heel logisch: door voor te lezen komen kinderen in aanraking met nieuwe woorden, het vergroot hun woordenschat én taalbegrip.