Observeren doe je vooral door te kijken. Non-verbaal gedrag is een belangrijk aspect van het totale gedrag. Je registreert non-verbaal gedrag door naar de lichaamstaal te kijken: je bekijkt wat voor handelingen iemand uitvoert: kletsen, wiebelen op een stoel, om zich heen kijken, wegkijken, friemelen, tikken enzovoort.
Je kunt op verschillende manieren observeren: Participerende of niet-participerende observatie. Gestructureerde of ongestructureerde observatie.
Bij gestructureerde of systematische observatie wordt van tevoren vastgelegd welk gedrag je observeert en welke aspecten van het gedrag: frequentie, duur, intensiteit. De observaties worden vastgelegd in een observatieformulier. Dit kan alleen als je van tevoren precies weet wat voor aspecten belangrijk zijn.
Observatie is een onderzoeksmethode waarbij je naar mensen kijkt en luistert. Je kunt bijvoorbeeld het gedrag van een bepaalde groep hiermee onderzoeken. Observatie komt dan ook vaak voor bij sociologische studies. Er worden vooral observaties gedaan bij kwalitatief onderzoek.
De beginsituatie: Wat is de aanleiding van deze observatie? Wat is het probleem? Achtergrondgegevens: Wat weet je allemaal van de geobserveerde persoon? Observatiedoel en de doelgroep: Waar wil je uiteindelijk een antwoord op geven?
Waarom observeren we? Het is een hulpmiddel om iemand beter te leren kennen. Het is een hulpmiddel om bepaalde problematiek nader te onderzoeken en zo de achtergronden van het gedrag te achterhalen. Het kan gebruikt worden als informatie-overdracht naar anderen toe.
Er zijn een aantal valkuilen bij het observeren. De neiging om te snel een mening te vormen op grond van een eerste indruk. De neiging om anderen onze eigen motieven, eigenschappen of gebreken toe te dichten. Een vooraf gevormd oordeel, gebaseerd op eerdere ervaringen.
Een gedragsobservatieprogramma is een instrument waarmee gedrag meetbaar gemaakt kan worden en waarmee gedrag beïnvloed kan worden. Gedragsobservaties zijn gericht op (on)veilige handelingen (gedrag).
Observeren is het (bewust) waarnemen van een persoon en het beschrijven van wat je ziet. Dat kunnen handelingen van bijvoorbeeld kinderen zijn, maar ook de houding, het gedrag, interacties tussen kinderen of gebeurtenissen.
Bij een zogenaamde open observatie wordt alles beschreven dat wordt gezien en belangrijk en/of opvallend wordt gevonden. Een voordeel hiervan is dat er een compleet beeld wordt geschetst van wat er gebeurt. Ook kunnen interacties en details goed gemeten worden.
Een observatieformulier is een formulier dat gebruikt wordt bij het observeren van leerlingen. Observeren is het aandachtig waarnemen van een persoon en beschrijven wat je ziet. Op een observatieformulier staan vragen en/of punten waar de observator op let.
Waarnemen doe je altijd, observeren doe je in bijzondere situaties. Het verschil tussen waarnemen en observeren is dat je niet alleen bewust waarneemt, maar ook met een bepaald doel en volgens een plan en methode. De gegevens die er uit je observatie komen, gebruik je om een handelingsplan te maken, of een rapportage.
Subjectief observeren van je doelgroep gebeurt wanneer er eigen meningen, gedachten en gevoelens worden verwerkt in de observaties. Subjectief observeren is eigenlijk mens-eigen: wanneer er drie mensen onafhankelijk naar een persoon kijken zullen ze alle drie weer een andere beschrijving geven.
Observeren is de doelgerichte en systematische waarneming van gedragingen, kenmerken en uitingen van een of meer personen of van een gebeurtenis. Voor de verpleegkundige betekent dit het bewust en gericht waarnemen van feiten die voor het verplegen relevant zijn.
Methodisch verwerken
Van iedere geobserveerde situatie maak je een observatieverslag, bij voorkeur aan de hand van een topiclist. Tijdens je onderzoek beschrijf je alleen wat je waarneemt, je interpreteert nog niet. Pas nadat je alle observaties hebt verricht ga je analyseren.
De beschrijvende observatie Als je nog precies weet wat je zoekt, of als je zoveel mogelijk verschillende gegevens wilt verzamelen, dan kies je voor de beschrijvende observatie. Een beschrijvende observatie is een soort 'opstel' waarin je beschrijft wat je waarneemt.
Het is belangrijk om oog te hebben voor de non-verbale signalen, denk hierbij aan lichaamshouding, gezichtsuitdrukking en stemgebruik. Door bewust naar het kind te kijken en door nieuwsgierig te zijn naar het gedrag zie je veel meer.
Het Kijk! registratiemodel wordt meestal twee keer per jaar ingevuld. In de tussenliggende periodes observeert de pedagogisch medewerker of leerkracht de kinderen tijdens door de kinderen zelf gekozen activiteiten en de door de leidster georganiseerde activiteiten.
Observeren moet je zo objectief mogelijk doen, dus je moet vooral feiten registreren. Registreer aantallen (frequenties, duur) van bepaald gedrag, en vermijd subjectieve aanduidingen als 'verdrietig' als iemand huilt. Iemand kan ook huilen van woede of machteloosheid.
Proefpersoon = Of een persoon die vrijwillig meewerkt, of een persoon die zonder dat hij het weet geobserveerd wordt.
In het ABC schema wordt niet alleen het probleem gedrag in kaart gebracht maar ook de situatie waarin de leerling zich bevindt en wat mogelijk uitlokkende factoren zijn geweest. Ook de gevolgen van het gedrag worden beschreven.