De meeste kastelen werden gebouwd in de middeleeuwen, tussen 500 en 1500. Dat was de Tijd van monniken en ridders.
Dit tijdperk noemen wij de Middeleeuwen. De Middeleeuwen duren 1000 jaar: van 500 tot 1500. Tijdvak 3 en 4 gaan over de Middeleeuwen. Na het verdwijnen van het Romeinse Rijk werd het erg onrustig in Europa.
Al in de middeleeuwen werd uitgegaan van een driestandenschema van de geestelijkheid als eerste stand, de adel als tweede stand en de boeren als derde stand, waar later ook wel de burgerij onder werd gerekend.
Nu moesten ze zichzelf redden. Hierdoor ging de oogst achteruit en kon een gemiddeld boerengezin maar moeilijk rondkomen. Ook stortte de handel in. Het Romeinse geld was niets meer waard en mensen begonnen weer met ruilhandel.
Dit tijdvak wordt ook wel de vroege Middeleeuwen genoemd. Het tijdvak begint na de val van het West- Romeinse Rijk en duurt tot ongeveer het jaar 1000. Kenmerkend voor deze periode zijn de verspreiding van het christendom en de islam en de feodaal georganiseerde samenleving.
De 19e eeuw (van de christelijke jaartelling) is de 19e periode van 100 jaar, dus bestaande uit de jaren 1801 tot en met 1900.
Het ontstaan van de adel
In ruil voor hun steun en veel geld aan de leenheer waren zij vaak in staat om hun leen erfelijk te maken. Op die manier hadden zij voor hun familie speciale privileges (voorrechten) gekregen die nog eeuwenlang zouden gelden.
De middeleeuwse samenleving was ingedeeld in standen. Bovenaan stond de koning of keizer met daaronder de geestelijken. Daarna de edelen (graven, hertogen en ridders) en onderaan de boeren en burgers. Rond 800 behoorde Nederland tot het Frankische rijk, met Karel de Grote als koning.
In Europa werden rond het jaar 1000 de eerste kastelen gebouwd, voornamelijk ter verdediging. In die tijd maakten Noormannen of Vikingen al enige tijd de kusten van Europa onveilig: ze plunderden dorpen en boerderijen. De mensen waren bang en probeerden hun land tegen indringers te beschermen.
We onderscheiden over het algemeen drie standen: de geestelijkheid, de adel en de boeren en burgers. Onder de geestelijkheid rekenen we de mensen die in de kerk werkten, zoals monniken, priesters, bisschoppen en nonnen. Er was een constante strijd tussen de geestelijkheid en de adel om de macht.
tijdvak 1: van jagers en boeren (- 3000 voor Christus) tijdvak 2: tijd van Grieken en Romeinen (3000 voor Christus-500 na Christus) tijdvak 3: tijd van monniken en ridders (500-1000) tijdvak 4: tijd van steden en staten (1000-1500)
Zij leven in een klooster waar zij de hele dag bezig zijn met het geloof: bidden, boeken lezen en boeken overschrijven (zodat de christelijke verhalen bewaard konden blijven). Daarnaast mochten monniken en nonnen ook niet trouwen en geen eigen bezit hebben: alles staat in het teken van het geloof.
De drie tijdvakken op een rij
Het eerste tijdvak loopt van donderdag 12 mei tot en met maandag 30 mei 2022. In dit tijdvak vinden alleen maar eerste afnames plaats. De uitslag van het eerste tijdvak is op donderdag 9 juni 2022. Het tweede tijdvak loopt van maandag 13 juni tot en met vrijdag 24 juni 2022.
Het tweede tijdvak is bedoeld voor kandidaten die door overmacht tijdens het eerste tijdvak verhinderd waren (zie Eindexamenbesluit VO artikel 45). Tevens biedt dit tijdvak gelegenheid tot het afleggen van de herkansing van het centraal examen voor een vak (zie Eindexamenbesluit VO artikel 51).
Is een herexamen makkelijker of juist moeilijker? Er zit altijd verschil tussen de examens uit het eerste en tweede tijdvak. Maar het is niet gezegd dat een herexamen moeilijker is dan het originele examen. Beide examens worden zorgvuldig samengesteld.
Er ontstaat een nieuw belangrijk gebied in de Vroege Middeleeuwen: Holland. In 1250 is het graafschap qua omvang af. De Hollandse Graven krijgen steeds meer macht. In Noord-Holland zijn de Friezen verjaagd.
Zo kookt en poetst ze, maalt het graan, brouwt het bier en helpt ook bij de graanoogst. Maar ze werkt ook op het land, ze ploegt, zaait en oogst, vaak in slechte weersomstandigheden. De vrouwen uit lagere standen, zowel in de stad als op het land, hebben hetzelfde slechte leven als hun man.
Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden
Deze krijgt de naam Bataafse Republiek (1795-1806). Onder Lodewijk Napoleon werd Nederland voor het eerst een Koninkrijk, het Koninkrijk Holland. Dit duurde slechts vier jaar (1806-1810). In 1813 herwon Nederland zijn onafhankelijkheid.
Je bent van adel als je afstamt van een vader die van adel is en die bovendien dezelfde achternaam heeft als jij, omdat titel en predikaat met de achternaam verbonden zijn en adeldom alleen in de mannelijke lijn kan worden doorgegeven.
Ridders leefden in kastelen. In zo'n kasteel moesten de bewoners veilig zijn tegen aanvallen van eventuele vijanden. Een kasteel werd gebouwd op een plek die moeilijk te bereiken was, bijvoorbeeld op een berg. In een kasteel woonden koningen, baronnen, ridders, bedienden en ander personeel.
Sterft bijvoorbeeld een hertog, dan wordt zijn zoon de nieuwe hertog of de dochter de nieuwe hertogin. Daarom horen de kinderen van de edelen ook in de adel.
Wij leven nu in de 21e eeuw. Deze eeuw loopt van 2001 tot en met 2100. Een nieuwe eeuw begint bij een jaartal dat eindigt op 01 en eindigt op een jaartal dat eindigt op 00 (bijvoorbeeld 1801 tot en met 1900).
Het eerste jaar van een eeuw is het jaar dat eindigt op "01", dit komt omdat onze jaartelling begon bij het jaar 1 en niet bij het jaar 0. Voorbeeld : 1701, 1801, 1901. Het laatste jaar van een bepaalde eeuw is het jaar dat eindigt op "00", voorbeeld 1700, 1800, 1900.