Over het algemeen geldt dat gedroogde kruiden mee moeten koken om de smaak af te kunnen geven, verse kruiden moeten juist niet meekoken. Uitzonderingen daarop zijn o.a. venkel, dille, rozemarijn en laurier. Gedroogde kruiden zijn vaak sterker, dus moet je daar minder van nemen.
Gedroogde kruiden kun je het beste mee laten koken, stoven of bakken. Zo heeft de smaak de tijd om “los” te komen en te mengen met de smaak van de rest van het gerecht.
Wanneer je wat hardere kruiden hebt (tijm, salie of rozemarijn), is het het best om deze aan het begin van het koken toe te voegen. Deze kruiden geven vaak een sterke smaak af. Zeer taaie kruiden zoals laurierblad en kruidnagel voeg je vaak toe bij gerechten die voor een lange tijd moeten stoven.
De meeste onderzoekers zijn het erover eens dat de hoeveelheid voedingsstoffen die verloren gaan door vriesdrogen minuscuul is. Daarnaast krijg je met gedroogde kruiden, doordat ze zo compact zijn, grotere hoeveelheden van het kruid binnen. Gedroogde kruiden zijn daarom niet ongezonder dan verse kruiden.
Reden hiervoor is dat verse tuinkruiden vaak erg teer zijn. Bij het snijden of knippen wordt het zo min mogelijk beschadigd en gaan de aroma's niet al voor het gebruik verloren. Uitzondering op deze regel vormen de al wat sterkere kruiden zoals peterselie, rozemarijn en salie.
Bij verse basilicum bestaat bij meekoken echter het gevaar dat deze zijn smaak verliest, deze moet dus pas op het laatste moment worden toegevoegd. Verse blaadjes basilicum kun je het makkelijkste in kleine stukjes snijden door eerst de blaadjes bij elkaar te doen en op te rollen.
Voeg de blaadjes kort voor het serveren aan het gerecht toe. Kook ze niet mee, want het aroma verdwijnt dan en de smaak kan zelfs bitter worden.
GROENTE KRUIDEN EN OF SPECERIJEN AARDAPPELEN; Basilicum, bieslook, koriander, nootmuskaat, paprika, rozemarijn, selderij. ANDIJVIE; Bieslook, citroenmelisse, dragon, mosterd, nootmuskaat, peper, selderij, uien. ASPERGES; Bonenkruid, dille, kerrie, nootmuskaat. AUBERGINES; Basilicum, kervel, salie, rozemarijn.
Gedroogde kruiden hebben een intensere smaak dan de verse variant. Ze bevatten minder oliën en water en je hebt er daarom qua volume ook minder van nodig. Vuistregel: gebruik 1/3 hoeveelheid gedroogde kruiden ten opzichte van verse. Echter verliezen gedroogde kruiden (deels) hun smaak tijdens het drogingsproces.
Een verwarmend kruidenthee recept
Gember is verwarmend en werkt tegen misselijkheid. Kardemom is een kruid uit de gemberfamilie. Geen wonder dat die twee zo goed samengaan in een kopje heet water. Kardemom doet een beetje denken aan de sauna, het ruikt fris en heeft een ontspannend effect.
Het bevat antioxidanten en flavonoïden. Tijm kan gebruikt worden tegen acne, infecties, hart- en vaatziekten, aandoeningen van de luchtwegen, diarree, maagkrampen en kanker.
De zachte stelen zijn allemaal eetbaar en hebben vrijwel dezelfde smaak als de blaadjes. Denk hierbij aan basilicum, bieslook, dille, koriander en peterselie. Kruiden met harde of stevige stelen zijn bijvoorbeeld munt, oregano, rozemarijn, salie en tijm. Hiervan kun je beter alleen de blaadjes gebruiken.
Takjes kruiden ritsen met een zeef
Kies een niet al te fijne zeef en steek hier de onderkant van de steel van je kruidentakje doorheen. Trek vervolgens het takje door de zeef. Hierdoor blijven de losse blaadjes in de zeef achter.
Harde en zachte stelen
De zachte stelen zijn allemaal eetbaar. Ze hebben dezelfde smaak als de blaadjes van het kruid. Kruiden met een zachte, eetbare, steel zijn bijvoorbeeld bieslook, dille, peterselie, basilicum en koriander.
Uiteraard is verse peterselie het allerlekkerst. Maar er is nog een ander reden om dit kruidje zo vers mogelijk te gebruiken. Er zit relatief veel vitamine C in.
Verse oregano voeg je pas aan het einde van de bereiding toe, gedroogde oregano mag je meekoken. Heeft een positief effect op de spijsvertering en bij buikkrampen.
Waarom is de basilicum goed voor je gezondheid:
Basilicum bevat volop vitamines, mineralen en vezels. Zo bevat het riboflavine (vitamine B2), een belangrijke vitamine voor onder andere je energiestofwisseling en het behoud van een gezonde huid.
Gebruik en toepassing van rozemarijn
Het smaakt lekker in vleesgerechten (zoals varkens- en lamsvlees), groenten, soepen en salades. Het kruid is ook zeer geschikt bij schelp- en schaaldieren. Het kan goed meegebakken of -gebraden worden zonder dat de smaak verloren gaat. Je komt het ook tegen in stoofschotels.
Normaal gebruik van kruiden en specerijen is niet schadelijk voor de gezondheid. Normaal gebruik betekent dat je het gebruikt om je eten op smaak te brengen. Gebruik liever niet langere tijd achter elkaar elke dag veel van dezelfde kruiden zoals kaneel.
Gebruik alleen de naaldjes van het plantje. Voeg rozemarijn snel toe aan een gerecht zodat je de rozemarijn zo lang mogelijk mee kan laten koken of bakken zodat het zoveel mogelijk smaak afgeeft. Rozemarijn smaakt heerlijk in gerechten met aardappel, champignons of vlees.