Heb je primaire trombocytose? Dan schrijft je arts je een kleine dosis aspirine voor om het risico op klonters te vermijden. Aspirine maakt je bloedplaatjes minder kleverig. Zo vermindert het geneesmiddel de kans op klontervorming.
De behandeling is gericht op het voorkomen van complicaties, zoals trombose, en het verminderen van klachten. U krijgt het medicijn acetylsalicylzuur (ascal) om de kans op trombose te verkleinen. Als de trombocyten te hoog worden, zal met een celdodende (cytoreductieve) behandeling gestart worden.
Een teveel aan bloedplaatjes kan komen door een bloedziekte zoals leukemie (primaire trombocytose). Bij een secundaire trombocytose is het hoge aantal bloedplaatjes een reactie op een andere aandoening (zoals een bloeding, ijzertekort of infectie) of het gevolg van een inname van bepaalde medicijnen.
Als je te weinig bloedplaatjes hebt, ontstaan er problemen met de bloedstolling. Hierdoor heb je een groter risico op bloedingen. Bij een waarde van 20 tot 30 miljard bloedplaatjes per liter kan er al bij klein letsel een bloeding ontstaan.
Bij essentiële trombocythemie (ET) maakt het beenmerg teveel bloedplaatjes aan waardoor deze gaan woekeren in het bloed. Dit kan onder andere bloedstolsels veroorzaken in de aders of slagaders.
Trombocytopenie kan diverse oorzaken hebben. Het kan bijvoorbeeld gaan om een verstoorde aanmaak, een verhoogd verbruik of het wegvangen van bloedplaatjes. Een veelvoorkomende oorzaak is chemotherapie. Die remt de aanmaak van bloedcellen in het beenmerg.
In eerste instantie start de behandeling met corticosteroïden (bijvoorbeeld prednison of eventueel dexamethason). Dit zijn medicijnen die lijken op natuurlijke bijnierschorshormonen. Ze beïnvloeden het immuunsysteem en gaan de afbraak van bloedplaatjes tegen.
Essentiële trombocytemie is niet te genezen, maar met een goede behandeling leven mensen met deze ziekte nog vele jaren. De behandeling verschilt per persoon. Je krijgt altijd medicijnen tegen trombose: carbasalaatcalcium (Ascal®) of acetylsalicylzuur (Aspirine®).
De eerste symptomen (verschijnselen) van acute leukemie zijn vooral vermoeidheid en bloedarmoede. Ook kunt u vaker infecties hebben, blauwe plekken en slijmvliesbloedingen in mond en neus. Daarnaast ontstaan soms klachten als botpijnen, gezwollen tandvlees en klachten als gevolg van vergrote lymfklieren en milt.
Essentiële trombocytemie (ET) is een zeldzame aandoening van het beenmerg. Bij deze ziekte ontstaan er teveel bloedplaatjes. Hierdoor is er een hoger risico op bloedstolsels in de aders (veneuze trombose) of slagaders (arteriële trombose). Essentiële trombocytemie is een kwaadaardige bloedziekte.
Om het aantal bloedplaatjes te bepalen, wordt een buisje bloed voor onderzoek naar het laboratorium gestuurd. Bij gezonde mensen zijn de bloedplaatjes tussen de 150 en de 450 (*109 per liter bloed). Bij ITP zijn de bloedplaatjes vaak minder dan 100, maar ze kunnen ook veel lager zijn, zelfs minder dan 10.
Door een teveel aan rode bloedcellen wordt het bloed stroperiger. Daardoor stroomt het minder gemakkelijk door de kleine bloedvaatjes. Hierdoor is er een hoger risico op bloedstolsels in de aders (veneuze trombose) of in de slagaders (arteriële trombose). Polycythemia vera is een kwaadaardige bloedziekte.
Essentiële trombocytose (ET) is een zeldzame, chronische en kwaadaardige aandoening van het bloed. Je beenmerg maakt dan te veel bloedplaatjes aan.
Bij leukemie bijvoorbeeld geeft het bloedonderzoek een abnormale stijging van het aantal witte bloedlichaampjes weer, maar ook een daling van het aantal rode bloedcellen en bloedplaatjes.
De woekering van abnormale witte bloedcellen komt vooral tot uiting in: zwelling van de lever, de milt en de lymfeklieren. bot- of gewrichtspijn, zozeer zelfs dat het kind mank gaat lopen (dit is te wijten aan de woekering van leukemische cellen in het betrokken beenmerg)
Meest voorkomende symptomen
Toename van infecties door verminderde afweer; Zwaar of pijnlijk gevoel in de bovenbuik door een vergrote lever en/of milt; Vergrote lymfeklieren, die meestal niet pijnlijk zijn; Jeuk.
In een verder gevorderd stadium van acute leukemie komen de zieke witte bloedcellen in de bloedbaan terecht. En soms ook in de organen. Die kunnen dan overvol raken met leukemiecellen. Mogelijke symptomen hiervan zijn hoofdpijn en zwelling van het tandvlees.
De meest voorkomende oorzaken van thrombocytose zijn ontstekingsprocessen en infecties waardoor het beenmerg tijdelijk meer thrombocyten produceert. Ijzergebrek leidt ook tot een matige verhoging van het aantal bloedplaatjes.
Meestal is essentiële trombocytemie niet erfelijk. De JAK2 mutatie is dan bij jou ontstaan in de cellen die je bloed maken. De mutatie zit dan alleen in die bloed-makende cellen, en niet in de rest van je cellen. Dus ook niet in je eicellen.
ET is een zeldzame ziekte en komt naar schatting voor bij 1,5 tot 2,5 op de 100.000 mensen. Dit zijn vooral oudere mensen, maar ook jonge mensen kunnen deze ziekte krijgen. De gemiddelde leeftijd op het moment van diagnose is ongeveer 60 jaar. Ongeveer 20% van de patiënten is jonger dan 40 jaar.
Voor het aanmaken van rode bloedcellen moet er voldoende ijzer, foliumzuur en vitamine B12 in uw voeding zitten. Als uw voeding te weinig van deze voedingsstoffen bevat, kunt u ook bloedarmoede krijgen. Het beenmerg speelt een belangrijke rol in het aanmaken van (rode) bloedcellen.
De behandeling is bij iedere persoon anders. Je krijgt altijd medicijnen tegen trombose (carbasalaatcalcium of acetylsalicylzuur) en aderlatingen om de hematocriet te verlagen. De hematocriet is de hoeveelheid rode bloedcellen per liter bloed (in liter per liter = l/l)).
De rode bloedcellen (RBC) transporteren zuurstof naar je organen en weefsels. De witte bloedcellen (WBC) verdedigen je lichaam tegen infecties en spelen een rol bij allergische aandoeningen. De bloedplaatjes (BP) of trombocyten spelen een rol bij de bloedstolling.