Herman Ebbinghaus ontdekte het volgende: In de eerste twintig minuten nadat je hebt geleerd, vergeet je relatief gezien het meest. In het eerste uur nadat je iets hebt geleerd, vergeet je ongeveer de helft. Na ongeveer een dag neemt hetgeen je vergeet af.
Veel beter dan een boek in de loop van twee maanden van a tot z te lezen, is het om stof voor jezelf te herhalen. Zorg ervoor dat je elke week heel kort de belangrijkste en moeilijkste stof van de weken daarvoor herhaalt. Herhaling zorgt ervoor dat je kennis in je langetermijngeheugen opslaat.
Maak gebruik van letterwoorden. Dat zijn woorden die je maakt met de beginletters van een reeks woorden (bv: ROGGBIV = de kleuren van de regenboog) Verzin een fantasierijk verhaal met de leerstof en/of woorden die je moet onthouden. Zoek relaties en verbindingen tussen woorden.
In 1986 onderzocht wetenschapper Thomas Landauer hoeveel visuele en verbale informatie een mens kan opslaan, en hoe snel een mens deze informatie vergeet. Zijn conclusie: een gemiddelde volwassene slaat in zijn leven ongeveer 125 megabyte informatie op. Dit kunt u vergelijken met honderd dikke leesboeken.
Bij spanningen en heftige gebeurtenissen kan het erger worden. Ook bij een depressie, sommige medicijnen of ziekten werkt het geheugen soms minder goed. U kunt ook andere klachten hebben, zoals problemen met aandacht of dingen begrijpen.
Het langetermijngeheugen kan niet vol raken. Door hersenletsel of andere hersenziektes kan het wel worden aangetast.
Lezen is dus niet automatisch onthouden wat je leest. Als je reflexen nog storen en je ogen niet optimaal samenwerken met je hersenen is het lezen al lastig genoeg! Je hersenen hebben geen energie en capaciteit meer over om nog meer te doen, zoals begrijpen en onthouden!
Het antwoord op de vraag “hoe onthoud je dingen beter” is: “Door het hardop tegen jezelf te zeggen.” Gebruik je alleen je interne stem, dus door wat stilletjes in je hoofd te zeggen wat je leest of wil onthouden, dan komt er weinig van dat onthouden terecht.
Je sensorisch geheugen slaat al die indrukken heel even op. Maar dan wel voor maar drie tot vijf seconden. Je begrijpt dat het sensorische geheugen een grote capaciteit heeft. Al deze informatie kun je niet onthouden.
Door hardop te lezen, slaan leerlingen informatie beter op.
Hierdoor zullen hardop gelezen woorden in je geheugen worden onderscheiden van stil gelezen woorden. Deze onderscheidende geheugensporen worden beter herinnerd dan stil gelezen woordsporen (zie grafiek, MacLeod, 2010).
Het aantal hersencellen dat je hebt is beperkt (volgens de laatste inzichten 86 miljard), maar het aantal connecties tussen die cellen is onbeperkt. Je geheugen kan dus niet vol raken. Wel is het zo dat nieuwe herinneringen oude herinneringen die daar sterk op lijken, weg kunnen duwen.
Of je een “echt” fotografisch geheugen kan trainen wordt tot op de dag van vandaag nog in twijfel getrokken. Uit studies is wel gebleken dat oefenen weldegelijk effect heeft op je capaciteit om dingen te onthouden, echter betekent dit niet direct dat je een fotografisch geheugen traint.
De universitaire richtlijn ligt op 40 à 50 uren per week
Op een gewone dag volstaan 8 uur, zoals op een normale werkdag. Althans tijdens het semester. In de examens zelf is het anders. In de examens kan je beter 10 uur per dag studeren.
Bonustip, rijtjes leren
Leer rijtjes op dezelfde manier als woorden: met gebruik van zoveel mogelijk zintuigen en volgens de 'ik-ga-op-reis-en-ik-neem-mee-methode'. Je hoeft alleen niet blokjes van 5 te maken. Het is handiger om steeds een woord of ene vorm toe te voegen, totdat je de hele rij kent.
Een student kan gemiddeld vijf bladzijden verwerken per uur. Dit kan sneller of trager afhankelijk van de moeilijkheid van het vak. Als je dit vertaalt naar acht uur studeren (die richtlijn hanteren we bij Rebus), betekent dit dat je 40 bladzijden per dag kan studeren.