Wanneer je niet gemotiveerd bent om te gaan studeren, ga je misschien allerlei andere activiteiten bedenken die je ook nog moet doen ( het huishouden, koken etc.). Daarom is het zoeken van een rustige omgeving erg belangrijk. Ga naar een bibliotheek of een studieruimte in de hogeschool of universiteit.
Een goede manier om je algemene motivatie te trainen is door vroeg (of in elk geval op tijd) op te staan en te gaan bewegen. Wanneer je sport maken je hersenen bepaalde stofjes aan die zorgen voor een geluksgevoel. Je zult je beter over jezelf voelen. En op deze manier start je de motor op.
Ga niet meteen drie taken bedenken die je voor die dag wilt doen, maar kies er één uit waar je je aandacht aan wilt besteden. Door je focus te richten op één taak zul je merken dat het ook beter lukt om het af te ronden. Houd het klein en weet dat één ding genoeg is. Onthoud: stap voor stap zul je er komen.
Waar komt het gebrek aan motivatie vandaan? Mensen kunnen slecht gemotiveerd raken vanuit een te hoge of te lage lichamelijke opwinding. Beide storingen gaan gepaard met lichamelijke en geestelijke ongemakken, zoals gevoelens en emoties.
Intrinsieke motivatie ontstaat bij uitstek door persoonlijke erkenning, door een goede sfeer en fijne mensen om mee samen te werken. Ook het gevoel dat je jezelf ontwikkelt, dat je bijleert, uitdagingen aangaat en dingen doet die je interessant vindt, kunnen de intrinsieke motivatie versterken.
Een doel dat voorziet in een bepaalde behoefte. Je mensen motiveren betekent dus dat je ze beweegredenen geeft om een bepaald doel te bereiken dat voorziet in hun behoefte. Het werkt echter veel beter als je mensen hun eigen beweegredenen hebben.
Even chillen, naar je favoriete muziek luisteren, lekker tussendoortje eten, een leuke activiteit plannen met vrienden of praat erover met iemand die belangrijk voor je is.
Wat kan je zelf doen? Niet alle vakken zijn hetzelfde, wat betekent dat je voor bepaalde vakken best een andere studieaanpak hanteert. Praktische vakken vragen vaak veel inzicht. Maak voldoende nieuwe oefeningen, herbekijk eerder gemaakte oefeningen en analyseer waar je nog kan verbeteren.
Volgens de zelfbeschikkingstheorie ontstaat extrinsieke motivatie vanuit een externe bron, bijvoorbeeld het vooruitzicht op een beloning of een straf bij een bepaalde handeling. Bij intrinsieke motivatie komt de motivatie vanuit de persoon zelf.
Intrinsieke motivatie wil zeggen dat je iets uit jezelf wilt bereiken. Een leerling maakt dan opdrachten omdat ze het zelf leuk vindt om iets nieuws te leren over geometrie. De drijfveer is hier oprechte nieuwsgierigheid. Intrinsieke motivatie is iets wat je niet bij iemand af kunt dwingen.
De universitaire richtlijn ligt op 40 à 50 uren per week
Op een gewone dag volstaan 8 uur, zoals op een normale werkdag. Althans tijdens het semester. In de examens zelf is het anders. In de examens kan je beter 10 uur per dag studeren.
Een student kan gemiddeld vijf bladzijden verwerken per uur. Dit kan sneller of trager afhankelijk van de moeilijkheid van het vak. Als je dit vertaalt naar acht uur studeren (die richtlijn hanteren we bij Rebus), betekent dit dat je 40 bladzijden per dag kan studeren.
Waarom jij af en toe (of heel vaak) geen motivatie hebt, hangt geheel af van wat je tegen jezelf zegt. Is jouw interne dialoog er één van een 'perfectionist' (“dit moet beter!”) dan klinkt de oplossing heel anders dan wanneer je jezelf te 'soft' toespreekt (“ik weet niet of dit je gaat lukken, hoor”).
Luiheid kan ontstaan na een gevoel van overprikkeling of overweldiging: hetgeen je moet doen stijgt je boven het hoofd en je kunt je er niet toe zetten om een begin te maken. En dan heb je nog de luiheid om het lui zijn; als je gewoon echt geen zin hebt. En soms, soms is dat niet erg.
Motivatie is de reden waarom je in beweging komt. Het woord motivatie komt van 'to motion'. Je kunt gemotiveerd zijn om iedere dag een uur te sporten, een studie te beginnen of naar jouw werk te gaan. Wanneer je intrinsiek gemotiveerd bent, kom je uit jezelf in beweging.