Sluit aan bij de belevingswereld van leerlingen als je iets uitlegt. Maak duidelijk wat het belang is van het uitvoeren van opdrachten. Gebruik informatieve taal in plaats van dwingende taal door bijvoorbeeld woorden als 'moeten' te vermijden.
In een boodschap kun je gebruikmaken van schaarste om mensen te motiveren om in actie te komen. Het creëert een urgentie, waardoor de kans stijgt dat jouw boodschap een respons krijgt. Een paar voorbeelden van schaarste zijn uitspraken als 'nog maar enkele plekken beschikbaar' of 'dit aanbod is twee dagen beschikbaar'.
De studenten lezen samen een inleidende tekst. Vervolgens stellen ze zelf de vragen op die beantwoord moeten worden om tot de kern van de stof te komen. Tijdens de volgende bijeenkomst discussiëren zij samen over hun bevindingen. De tutor speelt daarbij een ondersteunende rol.
Toon je eigen betrokkenheid door het delen van persoonlijke verhalen. Dit nodigt de leerlingen uit om naar hun eigen persoonlijke banden met het onderwerp te kijken. Gebruik humor, zoals zelfspot, grappige krantenkoppen of quotes.
Het geven van betekenisvolle uitleg Door betekenisvolle uitleg te geven en aan te sluiten bij de belevingswereld van leerlingen wordt de intrinsieke motivatie van leerlingen gestimuleerd. Aansluiten bij het dagelijks leven van de leerlingen of de actualiteit kunnen hierbij helpen.
Wat moet je doen als je geen motivatie hebt om te leren?
Bedenk eens wat jou kan aanzetten om iets te doen, ook al is het moeilijk om te doen. Misschien kan je een vriend of een familielid vragen om je motiverende berichten te sturen, of laat die persoon je ter verantwoording roepen… Het kan helpen afspraken te maken met studiegenoten om samen, op afstand, te studeren.
Het is het ontzettend belangrijk om te blijven communiceren met alles en iedereen om je kind heen. Spreek met vrienden, familie, teamleden van de sportclub, de huisarts en uiteraard de school. Samen kunnen jullie meer bereiken dan alleen. Uiteindelijk is het doel om weer met je kind in contact te komen.
Een goede les(dag) vraagt om dynamiek. Woorden, beelden, geuren, kleuren en smaak toevoegen aan je les kan zorgen voor leuke lessen. Leerlingen hun eigen inbreng geven is hierbij belangrijk! Zorg er daarnaast voor dat duidelijk is wat de opbouw van je les gaat zijn en dat je weet waarom jouw leerstof belangrijk is.
Grappig – Enthousiast – Zorgzaam – Creatief – Geduldig – Lief – Positief – Luistervaardig. Dit zijn de 8 kwaliteiten die leerlingen, ouders, collega's en directeurs het vaakst vermelden als 'sterkste eigenschap' van een leraar in de nominatiedossiers voor de Leraar van het Jaar 2016.
De competentie Stimuleren en motiveren geeft aan of je anderen enthousiasmeert, aanmoedigt en het goede voorbeeld geeft. Een voorbeeld van een vraag die bij deze competentie hoort is: "Door mijn aanpak worden anderen enthousiast".