Vlinderstruik laag snoeien De vlinderstruik bloeit op eenjarig hout, voor een mooie groeiwijze en een rijke bloei is het aan te raden de vlinderstruik elk voorjaar (maart) sterk terug te snoeien. U kunt alle takken vlak boven de grond of tot 30 centimeter van de grond afzagen, het liefst vlak boven een zijscheutje.
Om een grote vlinderstruik te krijgen, geef je hem voldoende ruimte om te groeien. Kies een zonnige locatie met goede bodemafvoer. Geef regelmatig water en bemest in het voorjaar. Snoei elk jaar na de bloei om de groei te bevorderen.
Een vlinderstruik kan niet tegen: Natte voeten: een goed doorlatende grond is nodig om wortelrot te voorkomen. Strenge vorst: Hoewel vlinderstruiken redelijk winterhard zijn, kunnen strenge vorstperiodes schade veroorzaken. Het is een goed idee om de plant te beschermen met een laag mulch in de winter.
In tegenstelling tot veel andere haagplanten hoeft de vlinderstruik maar eens per jaar bemest te worden. Je kunt hiervoor gewone siertuinmest gebruiken. Daarnaast is het goed om de vlinderstruik eens per jaar te voorzien van wat kalk. De struik houdt namelijk niet van een te zure grond.
De vlinderstruik (Buddleja) krijgt zijn bloemen op jonge scheuten, dus als je hem niet snoeit, komen alle bloemen steeds hoger in de plant te zitten. En onderin de struik blijven wat zielige kale takjes over. Door je vlinderstruik te snoeien, voorkom je dat.
Vlinderstruiken groeien snel, maar worden niet oud. Door de struik geregeld te verjongen kun je zijn leven rekken. Het is niet zo dat jouw vlinderstruik hierdoor het eeuwige leven krijgt, maar vijf tot tien jaar winst is wel haalbaar.
Bemesting is nodig voor vlinderstruiken omdat het kan helpen om de bloei te bevorderen. Dit is vooral belangrijk als de grond rondom de struik erg droog is en te weinig water vasthoudt. Wanneer een plant niet genoeg voedingsstoffen uit de grond kan opnemen, kan dat de groei en bloei van de plant belemmeren.
Belangrijk is een standplaats in de halfschaduw tot volle zon, de vlinderstruik houdt van warmte. Zet de plant op een goed doorlatende, vochtige grond en geef de planten regelmatig water. Geef de planten in het voorjaar extra voeding zodat ze lang en rijk blijven bloeien en gezond blijven.
Wanneer je de vlinderstruik niet snoeit bloeit de struik eerder, ook zal de vlinderstruik op den duur minder bloemen geven. De vlinderstruik wenst een ruimte van ongeveer 50 centimeter om zich heen. De vlinderstruik groeit als een struik en niet als een boom. Het is dus geen boom.
Sterke bodembedekkers die het vaak goed doen onder of in de buurt van vlinderstruiken zijn de kleine maagdenpalm (Vinca minor), de gele aardbei (Waldsteinia ternata) en het wintergroene dikkemanskruid (Pachysandra terminalis).
Dit zal de groei van bloemen alleen maar bevorderen. Het is ook mogelijk om de Vlinderstuik tot zo'n 20 cm boven de grond terug te snoeien op jaarlijkse basis. Zo ben je altijd verzekerd van nieuwe uitgroei, mét bloemen. Vlinderstruiken hebben een gemiddelde groeisnelheid van 20 tot 30 cm per jaar.
Het onderhoud van de vlinderstruik is ongeveer hetzelfde als bij andere sierstruiken. Hierbij behoort het gieten in de droge periodes en het mulchen rondom de stam met voedingsrijke compost of humus in het vroege voorjaar. In een normale winter heeft de vlinderstruik geen bescherming tegen de vorst nodig.
Knip net boven een knop of uitlopende scheut. Wil je dat je struik hoger dan 3 m wordt, knip dan hoger af, op zo'n 60 cm van de grond. Haal alle dode en schurende takken weg, en ook dunne takjes die uit de grond opschieten. Houd 5 tot 6 hoofdtakken over.
Vlinderstruik laag snoeien
De vlinderstruik bloeit op eenjarig hout, voor een mooie groeiwijze en een rijke bloei is het aan te raden de vlinderstruik elk voorjaar (maart) sterk terug te snoeien. U kunt alle takken vlak boven de grond of tot 30 centimeter van de grond afzagen, het liefst vlak boven een zijscheutje.
Graaf een ruim gat voor de wortels of kluit, zorg voor een droge ondergrond. Owja, niet te diep, zorg dat de plant maximaal 2 centimeter met zijn takken in de grond zit.
Indien je twijfelt of je buddleja nog in leven is, haal dan eens met een nagel over de bast, is de kleur daaronder frisgroen dan is er niets aan de hand. Denk erom dat je de struik het komende seizoen goed water blijft geven. Veel succes!
Dat houdt in dat u de uitgebloeide bloemknoppen van de planten knipt. Dat kan meteen als bepaalde bloemen verwelkt zijn; u hoeft niet te wachten tot de hele struik uitgebloeid is. Koppen kan ervoor zorgen dat uw vlinderstruiken langer bloeien.
Als je de vlinderstruik niet snoeit, zullen de bloemtrossen steeds hoger groeien in de struik, wat resulteert in kale takken aan de onderkant en een afname van de bloei. Jaarlijks snoeien is dus cruciaal. Hierdoor ontstaan ook grondscheuten en groeit de struik in de breedte, waardoor hij compacter en mooier wordt.
Vlinderstruik (Buddleja)
Zoals de naam al doet vermoeden lokt deze struik zeker de nodige vlinders naar je tuin. Ook bijen, hommels en andere nuttige insecten zijn dol op de aantrekkelijke geur van de vlinderstruik. In onze webshop zijn diverse soorten vlinderstruik te vinden.
Nee, de vlinderstruik (Buddleja davidii) is niet giftig.
Zet nu de vlinderstruiken in de plantgaten of de geul die u gegraven heeft. Houd wanneer u een heg wilt maken ongeveer twee meter tussen iedere vlinderstruik over.
In het voorjaar kun je er wat koemestkorrels aan toevoegen. Tip voor echte plant lovers: geef de vlinderstruik in het voorjaar wat extra organische meststof met 100% natuurlijke grondstoffen, zodat je nog langer van de kleurrijke bloemen kunt genieten.
Hoe hoog wordt een Vlinderstruik? Veel soorten kunnen wel twee tot drie meter hoog worden. Heb je die ruimte niet, kies dan voor de Buddleja buzz: deze soort wordt zo'n zestig centimeter hoog. De Buddleja chip-soorten groeien ook compact en worden ongeveer tachtig centimeter hoog.
Vlinderstuik groeit op elke goede tuingrond waar geen plassen in blijven staan. De laagblijvende soorten kunnen ook goed in een pot. De vlinderstruiken die de hoogte in willen zijn daar niet zo geschikt voor, want: hoe hoger de plant, hoe meer wortel, en die kan 'ie niet goed kwijt in een pot.