Mogelijke oorzaken van een verstandelijke beperking zijn onder andere erfelijke aandoeningen, aangeboren afwijkingen, verwondingen ('trauma'), stofwisselingsziekten (zoals de ziekte van Sanfilippo en galactosemie), een zuurstoftekort tijdens of na de geboorte, een "accidenteel" zuurstoftekort bijvoorbeeld bij een bijna ...
Wat zijn de oorzaken van een verstandelijke beperking? Verstandelijke beperkingen kunnen tal van oorzaken hebben, zoals genetische factoren, prenatale problemen, complicaties rondom de geboorte, oplopen van een infectie en blootstelling aan bepaalde stoffen. Ook zijn er mensen met niet-aangeboren hersenletsel (NAH).
Een verstandelijke beperking wordt vastgesteld op basis van het intellectueel functioneren (IQ) en de ondersteuningsbehoefte. De bovengrens voor een verstandelijke beperking is een IQ van 70-75.
ernstige verstandelijke beperking (IQ 20-34 / ontwikkelingsleeftijd tussen de 3 en 5 jaar); matige verstandelijke beperking (IQ 35-49 / ontwikkelingsleeftijd 6-9 jaar; milde verstandelijke beperking (IQ 50-70 / ontwikkelingsleeftijd 9-12 jaar).
Kenmerkend voor autisme – al dan niet in combinatie met een verstandelijke beperking – is dat prikkels op een andere manier worden verwerkt. Mensen met autisme zijn vaak overgevoelig voor zintuiglijke prikkels zoals geluid, licht, geur of aanraking.
Psychologisch onderzoek kan bepalen of en in welke mate iemand een verstandelijke beperking heeft. Een verstandelijke beperking kan ook door een kinderarts worden vastgesteld, door het doen van chromosoom - of DNA onderzoek.
Grove schatting: ruim 700.000 mensen met IQ tussen 70 en 85 en sociale redzaamheidsproblemen. Ongeveer 2,3 miljoen mensen in Nederland hebben een IQ tussen 70 en 85. Een deel van hen heeft zodanige sociale redzaamheidsproblemen dat ook zij toegang hebben tot de zorg voor mensen met verstandelijke beperkingen.
Mensen met een licht verstandelijke beperking (LVB) denken minder snel dan leeftijdsgenoten die normaal begaafd zijn.Ze hebben een IQ-score tussen de 50 en 70 (laag IQ).
Algemene kenmerken
Een IQ onder de 75. (Blijvende) achterstand in de ontwikkeling, zowel verstandelijk als lichamelijk zoals moeite met leren of bewegen. Psychische problemen zoals moeite met communicatie en aangaan van (vriendschaps)relaties. Moeite met praktische zaken zoals aankleden, eten, omgaan met geld.
De DSM-5-criteria voor verstandelijke beperking houden rekening met drie primaire elementen: tekorten in intellectuele functies, beperkingen in adaptief gedrag en het begin van deze tekenen tijdens de ontwikkelingsperiode . De evaluatie van verstandelijke beperking onder DSM-5 is gebaseerd op deze punten.
Tot deze factoren behoren onder meer genetica, de gezondheid van de ouders en hun gedrag (zoals roken en drinken) tijdens de zwangerschap, complicaties tijdens de geboorte, infecties die de moeder tijdens de zwangerschap kan oplopen of die de baby al vroeg in zijn leven kan oplopen, en de blootstelling van de moeder of het kind aan hoge concentraties giftige stoffen in het milieu, zoals lood.
Gedragsproblemen. De gedragsproblemen die zwakbegaafde kinderen over het algemeen meer laten zien dan gemiddeld begaafde kinderen hebben vaak te maken met overbeweeglijkheid, concentratie, impulsiviteit, koppigheid en agressie. Het kan zo zijn dat door de lagere intelligentie het normbesef van het kind zwak is.
Intelligentie wordt voor een deel bepaald door genen. Als de intelligentie van ouders of gezinsleden beneden het gemiddelde is, is de kans op een lvb voor een kind groter. Dit is ook zo als ouders of gezinsleden zelf een lvb hebben. Gunstige omstandigheden kunnen de kans op het ontwikkelen van een lvb beperken.
En naar verwachting stijgt dat aantal de komende jaren verder. Monique legt uit: “De levensverwachting van mensen met een verstandelijke beperking is in de afgelopen 40 jaar verdubbeld. In 1980 werden zij gemiddeld 35 jaar. Nu is dat gestegen naar 65 tot 70 jaar.
De meest voorkomende typen verstandelijke beperkingen zijn: Downsyndroom , fragiel X-syndroom, foetaal alcoholsyndroom en Prader-Willi-syndroom. Verstandelijke beperking is de beperking van het cognitieve functioneren.
Mensen met een verstandelijke beperking hebben vaak moeite met het zelf organiseren van hun huishouden en dagelijkse bezigheden, het gebruik van het openbaar vervoer, het invullen van formulieren en het afhandelen van financiën.
Gemiddeld IQ
Daarnaast kan ook een IQ-score iets zeggen over een mogelijke lvb of zwakbegaafdheid. Een gemiddeld IQ tussen de 50 en zeventig duidt op een lvb, een gemiddeld IQ tussen de 70 en 85 duidt op zwakbegaafdheid. Maar, zo stelt het Netwerk Gewoon Meedoen, een IQ-test is geen 'robuust gegeven'.
Dat kan aangetoond worden met behulp van een gestandaardiseerde intelligentietest waarop de persoon een intelligentiequotiënt (IQ) van 70-75 of lager behaalt. Het is belangrijk om rekening te houden met standaardfouten van testen, wat betekent dat een IQ-score kan variëren tussen verschillende metingen.
Iemand met een verstandelijke beperking heeft een IQ van maximaal 75. Er zijn grote verschillen tussen mensen met een verstandelijke beperking. Daarom maken we onderscheid tussen mensen met lichte, matige, ernstige en diepe verstandelijke beperking.
Veel nieuwe gevallen van verstandelijke beperking hebben hun oorsprong voor of rond de geboorte. Ernstige vroeggeboorte, een veel te laag geboortegewicht of het hebben van een aangeboren chromosomale afwijking dragen bij aan het ontstaan van een verstandelijke beperking ( Verloove-Vanhorick et al., 1991.
Type 7: auditieve beperking of spraak- of taalstoornis.
In Nederland wordt iedereen van 18 jaar of ouder – dus ook als je een verstandelijke beperking hebt - gezien als wilsbekwaam, tenzij door een zorgverlener is vastgesteld dat iemand ter zake wilsonbekwaam is.