Dit kunt u doen als uw kind heel druk is: Op vaste tijden spelen, huiswerk maken, eten en naar bed. Duidelijke regels afspreken voor de dingen die u belangrijk vindt. Bijvoorbeeld: rennen doen we buiten.
Het idee is dat je de baby oppakt en zijn armpjes rond de borst vouwt. Vervolgens moet je de armpjes zacht tegen de borst drukken terwijl je de kin ondersteunt. Met je andere hand kun je de baby ondersteunen. Ten slotte houd je de baby in een hoek van 45 graden en wieg je de baby langzaam heen en weer.
Kinderen met ADHD hebben soms moeite met emotieregulatie. Daar kunnen ze weinig aan doen, dat heeft te maken met een minder goed functioneren van de executieve functies. Let dus goed op in situaties waar emoties aan te pas komen, zoals sportlessen, woordenwisselingen, enz.
Officieel wordt de diagnose bij kinderen pas gesteld vanaf 5, 6 jaar. Natuurlijk begint ADHD al eerder, maar dan is het vaak moeilijk om hyperactiviteit te onderscheiden van normaal druk gedrag bij peuters en kleuters.
Als ze boos zijn, blij, verdrietig, dan produceren ze vaak extra geluid. Ook tijdens het spelen, en dan vooral in de omgang met andere kinderen, vinden ze het heerlijk om veel lawaai te maken. Zo raken ze hun energie kwijt en kunnen ze zich uiten.
Onrustig gedrag kan te maken hebben met het kind zelf, maar ook met de omgeving. Dus de prikkels die het kind thuis en op school en verder om zich heen op zich af krijgt. De onrust maakt dat het kind niet stil kan zitten en altijd in beweging wil zijn.
ADHD kenmerken
Je kind is hyperactief: zit moeilijk stil, kan niet rustig spelen, kan zich niet lang met één activiteit bezighouden en praat extreem veel. Je kind heeft een slechte concentratie: is snel afgeleid, kan zijn aandacht er niet bij houden en luistert niet naar anderen of valt hen in de rede.
Een kind met ADD in de klas valt meestal niet zo snel op. Ze vertonen gedrag dat je ook bij andere kinderen ziet, zoals dagdromen of een korte aandachtsspanne. Als je regelmatig in het rapport ziet staan dat het kind moeite heeft met concentreren, dan zou het kunnen dat het kind ADD heeft.
Kinderen met motorische onrust kunnen thuis niet aan tafel blijven zitten bij het eten, hebben op school moeite met het blijven zitten op de stoel, zijn met andere dingen bezig dan waar de focus eigenlijk moet liggen.
Bij ADHD is uw kind sneller afgeleid, drukker en/of doet het vaker dingen zonder na te denken dan andere kinderen van dezelfde leeftijd. Dit geeft problemen: thuis, op school en/of in het omgaan met andere kinderen. Als ouder kunt u training krijgen om hiermee om te gaan.
Zeker niet, volgens kinderoefentherapeut Daniëlle Kin: 'Sommige kinderen van die leeftijd kunnen maximaal een uur stilzitten, anderen een half uur. Duurt het langer, dan worden ze onrustig. De concentratie verdwijnt, ze gaan wiebelen op hun stoel, opstaan, andere kinderen lastigvallen of rondlopen.
Dagelijks schreeuwen tegen je kind levert volgens onderzoekers namelijk angstige kinderen op, die bovendien vaak gaan liegen. "Het gevolg van een schreeuwen is dat kinderen alles gaan doen voor de goedkeuring van de ouder, om te checken of je nog wel van ze houdt."
Peuterpuberteit: symptomen
Niet luisteren naar wat je vraagt of zegt. Wegrennen. Zeuren en jammeren om de eigen zin door te drijven. Agressie (slaan, schoppen, duwen, trekken, met dingen gooien) in reactie op frustraties en grenzen.
Er is lang verondersteld dat ADHD een rijpingsprobleem was dat vanzelf zou verdwijnen met het ouder worden. Het blijkt echter gecompliceerder. Bij één op de drie jeugdigen verdwijnen de symptomen vrijwel helemaal.
De beste benadering in situaties als deze kan eenvoudigweg zijn om je kind eraan te herinneren dat hij moet doen wat je hem wilt laten doen. Straf is logisch als het overduidelijk is dat je kind uitdagend is – bijvoorbeeld als hij weigert het bed op te maken. Maar geef hem het voordeel van de twijfel.