Een Pannenkoekenplant groeit vrij snel. Als je hem mooi groot wilt laten groeien is het zaak om hem regelmatig te verhuizen naar een grotere pot. Iedere twee jaar verpotten is dan het beste om te doen. Daarbij is het wel belangrijk dat de plant ook daadwerkelijk de ruimte heeft om verder te groeien.
De Pilea Peperomioides, beter bekend als de Pannenkoekenplant of Pannenkoekplant, is een makkelijke kamerplant. De plant staat het liefst op een plek met veel indirect zonlicht. De plant krijgt verder het liefst regelmatig kleine scheutjes water, zodat de grond lichtvochtig blijft.
Je herkent de pannenkoekplant aan zijn ronde, leerachtige blaadjes die zo plat zijn als een pannenkoek: de pannenkoekplant. Als bordjes op stokjes lijken ze te balanceren op dunne stengels. En dat maakt deze Pilea peperomioides ook zo decoratief. De plant groeit snel en wordt zo'n 40 cm hoog.
De Pannenkoekenplant groeit een beetje als een palm: de top groeit hoger en hoger, terwijl de onderste bladeren eraf vallen zodat er een steeds hogere stam ontstaat. De top snoeien kan niet, dan stokt de groei. Dat de onderste bladeren verwelken en loslaten, is dus normaal.
De oplossing kan ook heel simpel zijn: hij krijgt niet genoeg water. Je pannenkoekenplant heeft water nodig als de potgrond tot vijf centimeter diep droog aanvoelt. Je kan dit checken door je vinger in de potgrond te steken. Let wel op want je kan deze plant ook heel makkelijk te veel water geven.
De gemakkelijkste manier om een pannenkoekplant te stekken is met behulp van de uitlopers die uit de wortels van de moederplant groeien. Een gezonde pannenkoekplant met genoeg ruimte produceert gedurende de groeimaanden (lente en zomer) vanzelf uitlopers. Je ziet deze vanzelf verschijnen in de pot naast de moederplant!
Pannenkoekplant (Pilea Peperomioides)
De pannenkoekplant heeft ronde bladeren die wel wat lijken op kleine pannenkoekjes. Het is een luchtzuiverende plant die ideaal is voor de slaapkamer. In de zomer kan de plant bloeien met kleine witte bloemetjes, maar dat doet hij alleen als er goed voor wordt gezorgd.
Pannenkoekplanten hoef je niet te snoeien. Pluk blaadjes die lelijk geworden zijn af. Mocht je er per ongeluk een keer een blad afstoten (of als overijverige kinderhandjes een steeltje hebben geplukt) zet dat dan in een glaasje en wacht tot er wortels aan komen. Grote kans dat er een nieuwe Pannenkoekplant is geboren.
De Pilea is niet een hele dorstige kamerplant, in de meeste gevallen is één keer per week water ruimschoots voldoende. Let er vooral op dat er geen water onderin de pot blijft staan waardoor de wortels gaan rotten. En eens in de week zijn bladeren besproeien met de plantenspuit zal hij je erg dankbaar voor zijn.
Naarmate de plant hoger wordt zullen de onderste bladeren er af vallen. Dit is het normale groeiproces van deze plant. Het is wel een probleem als de plant veel bladeren laat vallen, ook de bladeren die wat verder bovenaan zitten. Dit duidt vaak op een overschot aan water.
Met extra ruimte en nieuwe voedingsstoffen, wordt je plant gestimuleerd om meer te gaan groeien. Het verpotten doe je het liefste in het voorjaar, want dan krijgt je plant sowieso meer energie om weer uit te gaan lopen. Zo krijgt je pannenkoekplant zonder stekjes, hopelijk wel heel veel baby plantjes!
Zet de plant het liefst op een plek met indirect licht, zelfs een beetje richting de schaduw. Hier zal je pan- nenkoekplant grotere en groenere bladeren krijgen. De grond mag tussendoor droogvallen en hoeft dus niet altijd vochtig te zijn.
Je kan de pannenkoekplant wel met een enkel blad stekken als je ook een stukje van de stam afsnijdt. Je snijdt dan het steeltje van het blad met een heel klein 'hapje' uit de stam, zoals je op de foto ziet. In de stam zitten namelijk de juiste cellen om een nieuw plantje te vormen.
We kennen hem allemaal wel: de Mini Pilea Peperomioides – of te wel de Pannenkoekplant. Deze plant is zeer gewild omdat hij snel groeit, en je hem gemakkelijk kunt stekken. Maar belangrijker dan dat: niet giftig voor jouw kleine spruit.
Pilea plant je in een luchtige potgrond. Traditionele potgrond is prima, maar kies dan voor de beste kwaliteit. Er wordt wel eens aangeraden om bijzondere grondsamenstellingen aan te schaffen, maar de ervaring leert dat doodgewone potgrond minstens even goed is.
De Pannenkoekenplant hoeft u niet vaak te verpotten; ongeveer eens in de twee jaar. Dit komt omdat de plant niet heel snel groeit. Het verpotten kunt u het best doen in de lente of vlak na aankoop. Dan is de plant het best in staat om zich aan te passen aan de nieuwe pot.
Heeft jouw pannenkoekplant nog niet genoeg wortels om zelfstandig te groeien? Dan kan je het stekje laten wortelen op water. Zorg ervoor dat de blaadjes en steeltjes van de plant niet in het water staan, dit kan ervoor zorgen dat de blaadjes gaat rotten.
Dat is een teken dat de plant teveel licht krijgt. Hij gaat er niet dood aan, maar hij wordt wel net wat minder mooi. Als u zijn groeiomstandigheden aanpast naar zijn wensen zal hij het hoogstwaarschijnlijk vrij snel weer goed gaan doen.
Luchtzuiverend. De Pilea is over het algemeen een fijne luchtzuiveraar, maar door zijn kleine formaat zal hij niet zo veel lucht zuiveren als zijn grotere concurrenten. Doordat de Pannenkoekplant vrij klein is, kan hij ook maar kleine beetjes zuiveren.
Symboliek. Plaats een muntstuk in de aarde bij je pannenkoek en de plant begint spontaan welvaart aan te trekken. Word je ineens heel rijk, geef je plant dan wel een echt gouden potje, dat heeft hij zeker verdiend.
In de woonkamer, slaapkamer, badkamer of in de keuken, de pannenkoekenplant maakt van iedere ruimte een aangename plek! Pannenkoekenplant ofwel Pila peperomiodes is een bijzondere plant en past ook zeker bij jouw interieur!
Om je stekje op water te zetten, vul je een vaasje met lauwwarm water. Zorg ervoor dat de luchtwortel in het water zit en ververs het water als het troebel wordt. Na een paar weken tot een maand zie je worteltjes ontwikkelen. Wanneer de wortels minstens vijf centimeter lang zijn, kun je de stek overzetten in aarde.
Zo doe je het
Snij de jonge uitlopers met een scherp mes of snoeischaar van de moederplant af. Prik met een potlood een gaatje in een pot met potgrond en steek de stek erin. Duw het gaatje dicht. De jonge wortels kunnen zelf nog niet genoeg water opnemen.
ð± Hoeveel Stekken Kun Je Nemen van een Moederplant? Dit hangt af van het formaat, de gezondheid en de leeftijd van je plant. We raden aan om slechts 2-3 stekken per keer te nemen van kleine, jonge moederplanten. Van grote, bossige moederplanten kun je daarentegen gemakkelijk 6-8 stekjes per keer nemen.