De oorzaak van het ontstaan van een brughoektumor is onbekend. Een brughoektumor wordt ook wel akoestisch neurinoom of vestibularis-schwannoom genoemd. Het behoort tot de retrocohleaire pathologie. Dit refereert aan stoornissen die zich voorbij de cochlea (slakkenhuis) voordoen in de gehoorzenuw en de hersenstam.
Oorzaak. Waarom een brughoektumor ontstaat, is niet bekend. Het is dus ook niet mogelijk om te zeggen wat iemand kan doen om het krijgen van een brughoektumor te voorkomen. In Nederland krijgen jaarlijks 350 mensen de diagnose brughoektumor, vaak rond het 50ste levensjaar.
Ondanks dat een brughoektumor meestal niet kwaadaardig is, is een vroegtijdige opsporing belangrijk vanwege de centrale ligging in het hoofd. Naarmate de tumor groeit neemt de kans op schade van zenuwen en hersenstam toe. Ook worden de risico's van een behandeling groter.
Een brughoektumor kan klachten veroorzaken als gevolg van druk op de zenuwen die zich in de buurt van de tumor bevinden. In de meeste gevallen zijn dit evenwichtsklachten, een verminderd gehoor en oorsuizen aan de kant van de brughoektumor.
De klachten van een brughoektumor
Vaak zijn er klachten van oorsuizen. Door groei van de tumor ontstaat druk op de omliggende zenuwen en eventueel hersenweefsels. Dit geeft uitval van de gehoor- en evenwichtszenuw; ook kan een doof gevoel in het gelaat ontstaan.
Het is belangrijk te benadrukken dat een brughoektumor niet agressief is, dus niet uitzaait en niet levensbedreigend is. Een brughoektumor kan wel ingrijpende gevolgen hebben indien hij groter wordt en daardoor verschillende zenuwen of hersendelen beknelt.
Hoe snel een brughoektumor groeit, is niet altijd goed voorspelbaar. Meestal groeit de tumor langzaam, 1 à 2 mm per jaar. Soms kan de tumor ook jarenlang niet groter worden. Daarom is het soms niet nodig om direct tot behandeling over te gaan.
Een snelgroeiende of grote tumor veroorzaakt drukverhoging in de hersenen. Een gevolg van drukverhoging kan hoofdpijn zijn. Dit krijg je vooral bij activiteiten die zelf ook de druk laten toenemen, zoals bukken, niezen of persen. Soms gaat de hoofdpijn samen met misselijkheid en overgeven, vaak vroeg in de ochtend.
Heel wat hersentumoren worden ontdekt naar aanleiding van aanhoudende, met de tijd erger wordende hoofdpijn die al dan niet gepaard gaat met misselijkheid, braken, slechter zien en bewustzijnsdalingen. Die symptomen komen hoofdzakelijk voor door een drukstijging in het hoofd.
De tumoren ontstaan meestal rond het 50e tot 60e levensjaar, maar kunnen ook veel eerder of later optreden. Wat dat betreft is er een grote spreiding. Mannen en vrouwen lopen min of meer in gelijke mate het risico een hersentumor te krijgen.
De levensverwachting van patiënten met een kwaadaardige hersentumor is kort. Van de honderd mensen is de helft na vijftien maanden overleden. Met haar onderzoek hoopt Broekman hun situatie te verbeteren. De ontwikkeling staat al bijna vijftien jaar nagenoeg stil.
De hoofdpijn bij een hersentumor is niet voor iedereen gelijk, maar de typische hoofdpijn bevindt zich achter de ogen, heeft een drukkend karakter en is niet kloppend, zoals bijvoorbeeld bij migraine het geval is. Bij tumoren in de kleine hersenen kan de hoofdpijn juist in het achterhoofd zitten.
Als tijdens een operatie zekerheid bestaat dat de tumor voor 100% is weggenomen is de kans dat de tumor terugkomt vrijwel nihil. Echter, om sommige functies te sparen, bijvoorbeeld die van de aangezichtszenuw, wordt soms met opzet een (klein) deel van de tumor achtergelaten.
Een brughoektumor is een gezwel dat gelegen is in het achterhoofd, ongeveer achter en onder het oor, in een welbepaalde ruimte in de schedel, de brughoek genaamd.
Door te klaren, kunt u actief lucht vanuit de neus door de buis van Eustachius persen. Hierdoor kunt u merken dat de druk op de oren afneemt. Klaren doet u door uw neus dicht te knijpen, uw mond dicht te houden en vervolgens te proberen uw neus te snuiten. Hierdoor voelt u de trommelvliezen 'ploppen'.
Van de mensen met een laaggradig glioom is ruim 80% twee jaar na diagnose nog in leven, terwijl dit ongeveer de helft is onder patiënten met een hooggradige ziekte. Glioblastoom, het meest voorkomende type, heeft de slechtste prognose met een 2-jaarsoverleving van nog geen 20%.
U kunt niets doen om hersentumoren te voorkomen. U kunt zelf ook niets doen om de tumor te verkleinen of de groei te vertragen.
Door de verhoogde hersendruk krijg je last van hoofdpijn, misselijkheid en overgeven. Je oogzenuw kan door de druk in de hersenen ook opzwellen, dat noemen we papiloedeem. De oogarts kan dat zien. Je kunt ook prikkelbaar worden en je gedrag en je ontwikkeling kunnen veranderen.
Een kwaadaardige hersentumor groeit snel en dringt wel door in het omliggende hersenweefsel. De tumor kan uitzaaien naar andere delen van de hersenen of het ruggenmerg. Een kwaadaardige hersentumor zaait heel zelden uit naar andere delen van het lichaam.
Met bevolkingsonderzoek kan men een bepaalde kankersoort in een vroeg stadium opsporen. Door deel te nemen aan bevolkingsonderzoek vergroot u de kans op vroegtijdige ontdekking en genezing van kanker.
Tumoren met veel celverlies groeien langzaam. Groei van een tumor die in drie maanden in volume verdubbelt. Vanaf het ontstaan tot het moment waarop de tumor wordt ontdekt, kan een periode van 10 jaar liggen. De klachten van een tumor kunnen sterk variëren.
De reden om een dergelijk onderzoek van het oor uit te voeren ligt meestal bij aangeboren of verworven gehoorsverlies of zelfs doofheid gelegen in het binnenoor (slakkenhuis), op het verloop van de gehoorszenuw of de hersenstam of hersenschors verantwoordelijk voor het gehoor.
Doordat het oorsmeer tegen de huidwand aankleeft, kan het gaan broeien en jeuk veroorzaken. Ook kan het duizeligheidsklachten en tinnitus geven.
Als het gehoorverlies aan één oor optreedt, kunt u niet meer aangeven van welke kant het geluid komt. Met behulp van het MRI-onderzoek kunnen pezen, spieren, hersenweefsel, kraakbeen, tussenwervelschijven, organen of bloedvaten zichtbaar worden gemaakt.