De titel baron komt in Nederland en België op twee manieren voor: "op allen" en "met het recht op eerstgeboorte". In het eerste geval heeft ieder lid van de betreffende adellijke familie (dat wil zeggen iedere afstammeling, mannelijk of vrouwelijk, in mannelijke lijn) recht op de titel baron of barones.
Heden ten dage kan adeldom alleen aan een Nederlander verleend worden door erkenning, verheffing, inlijving of bij naamwijziging. Adeldom in Nederland vererft langs mannelijke lijn, waarbij het predicaat of titel is verbonden aan de geslachtsnaam van de vader.
Adel in Nederland
Er zijn zeven titels in totaal. Van hoog naar laag: prins/prinses, hertog, hertogin, markies, markiezin, graaf/gravin, burggraaf/burggravin, baron/barones, ridder. De titel Ridder komt het minste voor, daar zijn slechts zeven families van in Nederland.
De titel van baron komt nog bij 92 families voor. Er zijn nog maar zeven families met de titel van ridder. Het grootste deel van de Nederlandse adel heeft geen titel, maar voert het predikaat jonkheer/jonkvrouw(e).
Voor een baron luidt die formule Hoogwelgeboren heer baron en voor een barones Hoogwelgeboren vrouwe barones. Bij brieven aan adellijke personen schrijven we in het adres de volledige naam na de titel.
Vanwege de vrije naamskeuze is het kopen en dragen van een adellijke titel legaal. U moet er echter rekening mee houden dat u geen echte edelman wordt door geboorte, huwelijk of adoptie. Vanuit juridisch oogpunt is het een pseudoniem met een wapenschild.
Deze titels kunnen zijn, van laag naar hoog: ridder, baron, burggraaf, graaf, markies, hertog, prins. Adellijke personen zonder titel dragen het predicaat jonkheer of jonkvrouw.
Sir is een Brits erepredicaat dat gevoerd wordt door mannen die de erfelijke eretitel baronet bezitten of een ridderschap voor het leven hebben ontvangen als Knight Bachelor of Knight Companion. Zowel ridders als baronetten hebben het recht zichzelf Sir te noemen. Het vrouwelijke equivalent voor Sir is Dame.
Een hertog staat boven andere adel zoals een jonkheer, baron, markies of graaf. Alleen de titel 'prins' is nog hoger. Hoewel daar uitzonderingen op zijn; soms kan de titel hertog ook gevoerd worden door een monarch, en die staat dan weer boven een prins. Het vrouwelijke equivalent is hertogin.
De ongehuwde dochter van een (burg)graaf, baron, ridder of jonkheer werd aangesproken met freule.
Dat wil zeggen dat de oudste zoon zich baron mag noemen. De rest is titelloos en is dus gewoon jonkheer of jonkvrouw. Deze komt vooral voor in families die tot de adelstand verheven zijn. Overgang op iedereen komt het meeste voor bij 'geslachten' die ooit ingelijfd of erkend zijn.
Sterft bijvoorbeeld een hertog, dan wordt zijn zoon de nieuwe hertog of de dochter de nieuwe hertogin. Daarom horen de kinderen van de edelen ook in de adel.
Het ontstaan van de adel
In ruil voor hun steun en veel geld aan de leenheer waren zij vaak in staat om hun leen erfelijk te maken. Op die manier hadden zij voor hun familie speciale privileges (voorrechten) gekregen die nog eeuwenlang zouden gelden.
Prins is de hoogste adellijke titel, maar kan ook een (lagere) vorstelijke titel zijn. Het vrouwelijke equivalent is Prinses. Koning is na keizer de hoogste vorstelijke titel, en met deze titel wordt het (mannelijk) staatshoofd van een koninkrijk aangeduid. Het vrouwelijke equivalent wordt koningin genoemd.
Van lagere adel naar hogere adel zijn dit: jonkheer/jonkvrouw, ridder (geen vrouwelijk equivalent), baron/barones, burggraaf/burggravin, graaf/gravin, markies/markiezin, hertog/hertogin, prins/prinses.
Voor €33 koop je een stuk landgoed in Schotland en mag je jezelf Lord, Lady of Laird van de Schotse hooglanden noemen. Heb je wat geld over aan het eind van de maand? In plaats van eens lekker uiteten te gaan, kan je ook Lord, Lady of Laird worden van een landgoed in Schotland!
In Nederland is de titel ridder met recht van eerstgeboorte verleend aan leden van de geslachten De Bye en De Stuers; bij de overige geslachten is de titel "op allen" gekregen, zij het dat er ook titelloze adellijke takken bestaan bij de familie (van) Rappard.
De Belgische adel is een groep van zo'n 1200 adellijke families (2015) in België, tezamen goed voor een 32.500 leden.
Hoogleraar (titel: prof.): De hooggeleerde heer/vrouwe. Aanspraak: professor. Arts (titel: drs. met achter naam Arts): De weledelgeleerde heer/vrouwe (tenzij gepromoveerd, zie doctor).