Controleer of de router is aangesloten op het stroomnet en zet hem aan. Als de router aan staat en niet goed werkt, kunt u hem herstarten. Haal de stroom er gedurende dertig seconden af en zet de router daarna opnieuw aan. Kijk via de computer of de verbinding het weer doet.
Start je apparaat opnieuw op.
Open je app Instellingen en tik op Netwerk en internet of Verbindingen. Afhankelijk van je apparaat kunnen deze opties verschillen. Zet wifi uit en mobiele data aan en check of er een verschil is. Zo niet, dan zet je mobiele data uit en wifi aan en check je het opnieuw.
Controleer eerst of je modem wel internet verbinding heeft. Dit kun je bijvoorbeeld doen door het modem direct met een kabel op je computer of laptop aan te sluiten, de draadloze router koppel je dan even los van je modem. Ook dan geen internet? Dan ligt het probleem waarschijnlijk bij je modem of internet provider.
Routers zijn vaak voorzien van de functie WPS (Wi-Fi Protected Setup). Deze functie is bedoeld om de procedure van het verbinden met een beveiligd draadloos netwerk vanaf een computer of een ander apparaat te vergemakkelijken.
U kunt de mobiele data van uw telefoon gebruiken om een andere telefoon, tablet of computer te verbinden met internet. Het delen van een verbinding op deze manier wordt 'tethering' genoemd. Ook wordt soms gesproken over het gebruik van een 'hotspot'. Sommige telefoons kunnen de wifi-verbinding delen via tethering.
Sluit de computer kan niet naar de server omdat het op een andere software-installatie uitgevoerd wordt of de computer opgestart is. Voltooi het installatieproces of start de computer opnieuw op en probeert u opnieuw verbinding te maken.
Kunt u nog steeds geen verbinding maken? Stel de netwerkinstellingen opnieuw in. Als u iOS of iPadOS 15 of hoger gebruikt, tikt u op 'Instellingen' > 'Algemeen' > 'Zet over of stel [apparaat] opnieuw in' > 'Stel opnieuw in' > 'Herstel netwerkinstellingen'.
Werkt je wifi-verbinding nog steeds niet, dan kun je de netwerkinstellingen herstellen door binnen de instellingen van je apparaat te gaan naar Algemeen beheer. Kies vervolgens voor Resetten en daarna voor Netwerkinstellingen resetten. Hierdoor worden zowel je bluetooth- als wifi-instellingen hersteld.
De correcte spelling is wifi, met kleine letters.
Wifi wordt opgevat als een verkorting van wireless fidelity. Verkortingen schrijven we in de regel met kleine letters.
Bij een correcte verbinding tussen wifi-versterker en modem brandt het bovenste lampje ('WIFI') groen, en is het onderste ledlampje ('POWER') aan. Het middelste ledlampje ('WPS') brandt vijf minuten lang wanneer de internetverbinding is hersteld, en gaat dan uit.
De router verdeelt de binnenkomende internetverbinding door een netwerk te creëren. Op dit netwerk kunnen apparaten verbonden worden via een netwerkkabel of draadloze (WiFi) verbinding. U kunt de router dus min of meer zien als het toegangspunt tot het internet voor al uw apparaten.
Klik in Windows (Vista en 7) op "Start", typ "cmd" en bevestig met <ENTER>. De opdrachtprompt opent in een nieuw venster. Typ er "ping mijnorganisatie.be" en druk op <ENTER>. Het IP-adres van de server waarmee je verbonden bent, is in dit geval 72.14.221.104.
De DNS-server reageert dan niet, omdat hij tijdelijk niet bereikbaar is. Meestal kan dat probleem worden opgelost door van browser te wisselen of door de instellingen van de firewall te veranderen. Het opnieuw opstarten van de router kan het probleem ook oplossen.
Kijk of u het netwerk van Wi-Fi kunt gebruiken om naar websites te gaan vanaf een ander apparaat. Als dat niet mogelijk is, start u uw modem, router en apparaat en maakt u opnieuw verbinding met de Wi-Fi. Probeer de Wi-Fi in- en uit te schakelen. Dit kan problemen oplossen door uw verbinding opnieuw op te starten.
Via 'Snelle instellingen' kun je de instellingen bekijken en wijzigen vanaf elk scherm op je telefoon. Je kunt de instellingen die je vaak wijzigt, toevoegen aan of verplaatsen naar 'Snelle instellingen'. Voor sommige van deze stappen moet je het scherm aanraken.
Druk de WPS-knop op de draadloze router in en houdt de knop ingedrukt. U moet de knop indrukken binnen 2 minuten na het indrukken van in stap 6. Afhankelijk van het netwerkapparaat, moet u de knop 2 seconden of langer ingedrukt houden. Raadpleeg de handleiding van de router voor hulp.
De modem-router moet namelijk altijd in de buurt staan van het hoofdaansluitpunt, waar je internet het huis binnenkomt. Dit aansluitpunt is vaak in de meterkast. En de meterkast is niet het meest centrale punt in je woning. Een centrale plaatsing is wel belangrijk voor goed draadloos internetbereik door je woning.