Je strijkbout moet uiteraard schoon en glad zijn aan de onderkant. Kijk uiteraard even op het etiket hoe warm het kledingstuk gestreken mag worden. Heeft het strijkijzertje één stip dan moet je koud strijken, met twee stippen warm en met drie kun je het heet strijken.
In de voorschriften vind je doorgaans 1, 2 of 3 stippen, of een groot kruis. Kleding met een groot kruis bij het icoontje van het strijkijzer, mag niet gestreken worden. 1 stip betekent koud strijken, 2 stippen kun je warm strijken en 3 stippen kun je heet strijken. Hoe warmer je kunt strijken, hoe sneller het gaat.
Doordat de vezels in textiel warm worden, verdwijnen kreukels. Maar als de vezels te warm worden, beschadigt de stof. Deze kan verbranden of gaan glanzen.
Een bolletje betekent een lage temperatuur (110 graden), twee bolletjes een middelmatige temperatuur (150 graden) en drie bolletjes maximale warmte (200 graden). Strijk katoen op een hoge temperatuur terwijl de stof nog wat vochtig is.
Strijk kwetsbare stoffen aan de binnenkant op lage temperatuur. Je kunt de stof ook beschermen door er een theedoek op te leggen. Of hou het strijkijzer iets boven de stof en strijk het met de hand glad.
Een kledingstomer is in veel gevallen geen complete vervanging voor je strijkijzer. Zo verwijder je met een handstomer geen hardnekkige kreukels, omdat de continue stoomproductie over het algemeen te laag is. Bedenk daarom vooraf waarvoor je de kledingstomer gebruikt.
Verwarm je strijkbout (liefst met gladde zool) 5 minuten voor op 160-170 graden (niet heter!!) * en zet de stoom uit.
Hoge temperatuur (max. 200°): Stoffen als kantoen en linnen verdragen een hoge temperatuur en mag je op een temperatuur rond de 200° strijken. Matige temperatuur (max. 150°): Voor delicatere textielsoorten zoals wol en synthetische stoffen (polyester, viscose) gebruik je best een middelmatige temperatuur.
Strijk eerst de binnenkant van het hemd en de buitenkant van de boord en de kraag. Om plooitjes te vermijden, strijk je altijd van de punt van de kraag naar het midden toe. Leg het platte stuk aan de achterkant glad op de strijkplank en strijk erover.
Dit geldt bijvoorbeeld voor kleding van linnen, katoen en viscose. Alleen op lage temperatuur strijken (tot 110° Celsius. Dit is het geval bij de meeste synthetische stoffen zoals acryl, polyester of nylon. Dit kledingstuk niet strijken, omdat dit tot schade kan leiden.
Sommige donkere stoffen moeten voor het strijken binnenstebuiten worden gedraaid, omdat donkere stoffen snel kunnen gaan glanzen wanneer ze worden gestreken. Ook kwetsbare prints of kleding met opdrukken zoals pailletten mogen alleen binnenstebuiten worden gestreken.
Begin met de kleren die op de laagste stand gestreken moeten worden, en behandel dan de kleren die op een hogere stand gestreken mogen worden. Acetaat, viscose, zijde en wol moeten allemaal op een lage stand gestreken worden. Keer kledingstukken van viscose en zijde binnenstebuiten voordat je ze strijkt.
Strijk vochtig
een andere tip is om kleding te strijken wanneer ze nog vochtig zijn. Droge kleding kreukt makkelijker. Je kunt je kleding het beste van de lijn of uit de droger halen wanneer ze nog een beetje vochtig zijn (niet nat). Strijk ze direct, want anders gaan ze muf ruiken.
Hoelang het duurt om een overhemd te strijken is vooral afhankelijk van hoe ervaren u bent. Als u pas net begint, kunt u verwachten dat het 10-15 minuten duurt om het goed gestreken te krijgen. Als u meer ervaren bent, zal het ongeveer 3 tot 5 minuten duren.
Iedereen kan leren strijken, het is namelijk niet moeilijk. Maar je moet er wel wat tijd voor uittrekken. Wat heb je nodig? Een strijkplank met een (stoom)strijkijzer met een gladde en schone zool en eventueel een sprayflacon met water of een strijkspray.
Hang het kledingstuk wat je wilt strijken op een hanger, pak het vanaf de onderkant vast en trek het zachtjes aan. Glijd met de draagbare kledingstomer langzaam over de stof heen. Met je stoomgenerator kun je ook verticaal stomen, maar daarbij houd je het strijkijzer een klein stukje van de stof af.
Je moet bijzonder voorzichtig zijn wanneer je wol strijkt omdat deze stof niet tegen grote hitte kan. Stel je strijkijzer in op de laagste temperatuur – de strijkzool moet lauw aanvoelen, niet heet. En gebruik ook hier de truc met de vochtige doek, net als bij het strijken van zwarte kleding.
Normaal strijken, op ongeveer 150C. Wordt gedaan bij stoffen zoals Wol en Polyester. Heet strijken, op ongeveer 200C. Wordt gedaan bij stoffen zoals Katoen, Linnen en Viscose.
Wanneer u uw natte kleding uit de wasmachine haalt, is het belangrijk om uw kleding goed uit te schudden. Strijk uw kleding ook even glad met uw handen voor u het ophangt. Hierdoor komen er minder kreuken in uw was, waardoor u tijd kan besparen tijdens het strijken.
De kraag van het overhemd strijken
Vouw de kraag van het overhemd open en leg hem met de binnenkant boven, plat op de strijkplank. Strijk de uitgevouwen kraag van buiten naar binnen. Strijk niet van binnen naar buiten, want dan strijk je de naden omhoog.
Stoom ontstaat door een samenspel van water en warmte in de stoomkamer van het apparaat. Bij strijkijzers zit de stoomkamer vlak boven de strijkzool. Als de strijkzool (of het plaatje eronder) goed opgewarmd is, verdampt het water uit het reservoir tot stoom.
Automatische temperatuurregeling
Het strijkijzer herkent zelf de stof die je gaat strijken en past daar automatisch de temperatuur, maar ook de stoomfunctie op aan. Alles wordt automatisch ingesteld en het maakt dus niet uit of je eerst een dikke jeans strijkt en daarna een zijden blouse.