Een eerste voorwaarde is dat de zieke zich daadwerkelijk in de stervensfase bevindt: zijn levensverwachting moet beperkt zijn (enkele dagen, hooguit twee weken); 2. De tweede voorwaarde is dat de klachten niet meer op een andere wijze te verlichten zijn ('refractaire symptomen' in medisch jargon).
Een arts mag palliatieve sedatie toepassen als hij verwacht dat de patiënt niet langer dan twee weken te leven heeft en ondraaglijk lijdt aan symptomen die niet op andere wijze te verhelpen zijn. Het is dus een medisch besluit, dat met de patiënt zelf, zijn naaste familie of een vertegenwoordiger wordt overlegd.
Ben je ongeneeslijk ziek, dan kun je palliatieve zorg krijgen. Palliatieve zorg richt zich op het verminderen of voorkomen van klachten en problemen tijdens je laatste levensfase. Er is aandacht voor lichamelijke klachten en voor psychische en sociale problemen.
Gemiddeld duurt het een tot drie dagen voor de patiënt overlijdt. Hoe langer het duurt, hoe minder positief mensen zijn. Patiëntenfederatie Nederland onderstreept het belang van duidelijke informatie voor patiënten en hun naasten.
345678 Experts adviseren om sedatie in de laatste levensfase alleen toe te passen bij patiënten met een ongeneeslijke en vergevorderde aandoening bij wie de levensverwachting maximaal twee weken is.
Het doel bij euthanasie is: het overlijden van de patiënt. Palliatieve sedatie heeft als doel om ondraaglijke klachten te bestrijden door iemand in een diepe slaap te brengen.
De palliatieve fase begint op het moment dat duidelijk wordt dat je niet meer beter kunt worden. De palliatieve fase kan kort of lang duren: van dagen tot enkele maanden of jaren.
Met beperkte levensverwachting wordt hier bedoeld een levensverwachting van meer dan 12 maanden of een onbekende en beperkte levensverwachting in combinatie met de vaststelling dat iemand uitbehandeld is. Mensen in de palliatieve fase kunnen immers een langere periode overleven, met vaak een onzekere prognose.
Maar wat is precies het verschil? Het grootste verschil is de duur van de zorg. De palliatieve fase kan soms jaren duren, terwijl terminale zorg vaak van korte duur is. Terminale zorg wordt immers verleend aan mensen die een levensverwachting van drie maanden of minder hebben.
Artsen noemen een patiënt doorgaans terminaal wanneer ze verwachten dat die persoon minder dan drie maanden te leven heeft. Natuurlijk komt het ook voor dat mensen langer leven dan die drie maanden.
De terminale fase is de laatste levensfase van iemands leven. Concreet is deze persoon ziek en is deze ziekte ook niet meer te genezen of behandelen. Of de nadelen van de behandeling wegen niet op tegen de voordelen. Deze fase duurt meestal maximaal 3 maanden, maar kan ook langer duren.
In de laatste fase van het leven eten en drinken mensen vaak nog maar heel weinig. Soms zelfs helemaal niets meer. Het heeft daarom geen zin om tijdens palliatieve sedatie via een infuus vocht toe te dienen. Zou het toch gebeuren, dan geeft het klachten, omdat het lichaam het vocht niet meer verwerkt.
Palliatieve sedatie gebeurt door een arts. Door medicijnen wordt de cliënt 'soezerig' of valt in een diepe slaap. Het doel van palliatieve sedatie is het verlichten van de klachten en zo min mogelijk lijden van de cliënt. De sedatie kan tijdelijk of blijvend (in de laatste levensfase) worden ingezet.
Er zijn twee vormen van palliatieve sedatie: de tijdelijke of intermitterende sedatie en de continue of diepe sedatie. controleren hoe de ziekte waaraan hij/zij lijdt zich ontwikkelt. Bij de continue sedatie is sprake van continue vermindering van het bewustzijn (24 uur per dag).
We spreken van een terminale fase als het vermoedelijke overlijden binnen 3 maanden plaats vindt. In de praktijk wordt deze term meestal gebruikt om de laatste 6 weken van iemands leven aan te duiden. Afhankelijk van de verschillende symptomen is deze inschatting makkelijker of moeilijker te maken.
Huisartsen herkennen een behoefte aan palliatieve zorg vaak aan de hand van (een combinatie van) subtiele signalen: een toenemende zorgafhankelijkheid, verlies van interesse in dagelijkse activiteiten of hobby's of mentale veranderingen.
Verschil tussen palliatieve zorg en terminale zorg
Het verschil is dat palliatieve zorg jaren kan duren, terwijl we pas van terminale zorg spreken wanneer het overlijden op korte termijn (3 maanden of minder) wordt verwacht. Palliatieve zorg richt zich op een zo goed mogelijke kwaliteit van leven.
De overige 13 procent overlijdt tijdens de behandeling, bijvoorbeeld door een acute hartstilstand, of door een bloeding. De gemiddelde leeftijd van de onderzochte IC-patiëntenpopulatie is 70 jaar. Gemiddeld liggen zij 6,95 dagen op de IC. Vaak hebben zij drie tot vier organen die falen.
Morfine is niet geschikt om de dood te bespoedigen of patiënten te sederen. Het snel ophogen van morfine kan ervoor zorgen dat het bewustzijn onvoldoende wordt verlaagd, de patiënt verward raakt, of spiertrekkingen (myoclonieën) krijgt.
Bij palliatieve sedatie geeft een arts u medicijnen waardoor u slaperig wordt. Daardoor heeft u minder last van pijn en benauwdheid aan het einde van uw leven. en u waarschijnlijk binnen een paar weken overlijdt.
Palliatieve sedatie is geen eenvoudige interventie, noch qua indicatie en communicatie, noch qua uitvoering. Een goede opvolging vraagt nogal wat ervaring en dus zal allicht een hulpverlener de diepte ervan soms niet accuraat inschatten.
Bij een behandeling onder sedatie krijgt u medicijnen die u slaperig en minder gevoelig voor pijn maken. Deze vorm van anesthesie wordt in de volksmond ook wel een 'roesje' genoemd.
Complicaties/bijwerkingen
Hoewel sedatie veilig is bestaat er een kans op: Problemen met de ademhaling met zuurstoftekort. Tijdens de behandeling kan de hartslag en/of bloeddruk dalen. Sufheid tot enkele uren na de behandeling.