Mevrouw heeft twee afkortingen: mevr.en mw. Als afkorting van meneer en mijnheer wordt soms ook mr. gebruikt, maar dat is niet aan te bevelen omdat mr.
Voor mevrouw wordt de afkorting mevr.
Het is aan te bevelen mevrouw voluit te schrijven.
De heer en mevrouw wordt als dhr. en mevr. of dhr. en mw.
Als u verschillende personen op één adres aanschrijft, zijn er heel wat mogelijkheden voor de adressering. Gehuwden worden meestal aangeschreven met de heer en mevrouw. De heer en mevrouw wordt als dhr. en mevr.
De heer wordt als dhr. afgekort. Voor meneer en mijnheer wordt de afkorting m.
Iedere volwassen vrouw spreken en schrijven we aan met 'mevrouw', ongeacht of ze getrouwd is of niet. 'Mevrouw' wordt in briefwisseling als 'mevr. ' afgekort. In ondertitels gebruiken we 'Mw', met hoofdletter en zonder punt.
In Nederland worden deze woorden klein geschreven wanneer de voornaam of de voorletters voorafgaan: de heer Jan van den Berg en mevrouw M. de Vries, maar met een hoofdletter als voornaam of voorletters ontbreken: de heer Van den Berg en mevrouw De Vries.
Gebruik Geachte (formeel) of Beste (informeel). Schrijf mevrouw en heer met een kleine letter. Zet na de aanhef een komma, en begin de eerste zin met een hoofdletter.
Wat is de beste briefaanhef als je niet weet of de geadresseerde een man of een vrouw is? Als het geslacht van de geadresseerde onbekend (en niet te achterhalen) is, is het het gebruikelijkst om in de aanhef boven een brief of e-mail zowel heer als mevrouw te vermelden.
Als u de naam en het geslacht van de geadresseerde weet, is de beste aanhef in een zakelijke brief of e-mail Geachte heer + de achternaam of Geachte mevrouw + de achternaam. Als u het geslacht niet weet, is onder meer Geachte heer of mevrouw + de achternaam gebruikelijk.
Mejuffrouw werd vroeger vaak gebruikt in de adressering en aanhef van een brief, voor ongehuwde vrouwen en jonge vrouwen in het algemeen. Deze vorm wordt steeds minder gebruikt. De gewone aanschrijfvorm voor een volwassen, al dan niet gehuwde (jonge) vrouw is tegenwoordig mevrouw.
Als je geen naam of alleen een achternaam gebruikt, kies je bij mannen voor heer en bij vrouwen voor mevrouw. Deze woorden schrijf je altijd voluit. Meneer, mijnheer en de heer gebruik je niet in de aanhef. (Me)juffrouw is verouderd, en kun je dus ook beter niet gebruiken.
Vroeger werd mejuffrouw gebruikt als mondelinge en schriftelijke aanspreekvorm voor ongehuwde vrouwen. De gewone aanspreekvorm voor een volwassen, al dan niet gehuwde vrouw is tegenwoordig mevrouw. Het woord mejuffrouw (afgekort mej.) wordt nog maar zelden gebruikt als aanspreekvorm voor jonge meisjes.
Voor mevrouw wordt de afkorting mevr. of mw.
Het verschil is dat een mevrouw getrouwd is, en een mejuffrouw ongetrouwd.
Als u de naam van de ontvanger niet kent, maar zeker weet dat het om een man gaat, gebruikt u Geachte heer. Als het om een vrouw gaat, gebruikt u Geachte mevrouw. Als een persoon in een bepaalde functie wordt aangesproken, zijn combinaties met Mijnheer de en Mevrouw de gebruikelijk, zonder het woord geachte.
Goede tip. Je kunt beginnen met Geachte (als je iemand helemaal niet kent), en daarna ga je verder met heer of mevrouw. Geen enkele andere keus.
In plaats van “meneer” of “mevrouw” kun je iemands naam gebruiken in de aanhef van een brief of mail. Waar je eerst bijvoorbeeld “Beste meneer Malali” zou zeggen, zeg je nu: “Beste Rodrigo Malali”. Of Rodrigo nu een man, vrouw of non-binair persoon is, is dan irrelevant.
Een correcte, zakelijke groet hoeft niet overdreven formeel te zijn. De meest gebruikelijke slotgroet is: Met vriendelijke groet(en). Te formeel is een slotgroet als: Hoogachtend, of Met hoogachting. Te informeel is een slotgroet als: Groetjes, of Hartelijks.
Het eerste lidwoord of voorzetsel van de achternaam krijgt een hoofdletter als er geen voornaam, voorletter(s) of deel van de achternaam aan voorafgaan: meneer Op de Beek, mevrouw Van Dijk enzovoort.
Gebruik van titulatuur Top
Iedereen kan in het Nederlands aangeschreven worden met de aanduidingen de heer of mevrouw. Dit wordt wel de 'burgerlijke titulatuur' genoemd. Afhankelijk van iemands titel, rang, functie en dergelijke kan iemand recht hebben op andere titulatuur.
Voorbeelden: meneer, mevrouw, de heer, drs., professor, dominee, etc. Schrijf dan het tussenvoegsel met een hoofdletter: de heer De Groot. Verkorte tussenvoegsels (die met een apostrof, zoals 't Hart) schrijf je te allen tijde met een kleine letter.
Aangezien het hier om een aanhef gaat, is de “heer” dus wederom de juiste keuze.
In de adressering en de aanhef van een formele brief of e-mail is heer het gebruikelijke woord. In de aanhef van minder formele brieven en e-mails wordt steeds meer de combinatie van beste met mijnheer of meneer gebruikt.