De Nederlandse regering had haar onzijdigheid (neutraliteit) in augustus 1914 kenbaar gemaakt bij de oorlogvoerende landen. Die landen gaven direct als antwoord de Nederlandse neutraliteit te zullen respecteren. Bij het Nederlandse volk lag tijdens de oorlog over het algemeen de sympathie bij de Geallieerden.
Aan neutraliteit zijn voorwaarden verbonden. Zo mag een neutraal land op geen enkele manier militaire of logistieke steun verlenen aan een van de strijdende partijen en mag het ook zijn onderdanen niet toestaan dit te doen. Uitzonderingen zijn er bijvoorbeeld voor humanitaire hulp, zoals het vervoer van gewonden.
Op 10 mei 1940 begon voor Nederland de Tweede Wereldoorlog met de inval van het Duitse leger. Nederland had tot die tijd de neutraliteitspolitiek bedreven. Door geen partij te kiezen voor een van de oorlogvoerende partijen hoopte Nederland, net als tijdens de Eerste Wereldoorlog, buiten het strijdgewoel te blijven.
Tijdens de Eerste Wereldoorlog (1914-1918) blijft Nederland neutraal. Ondanks deze neutraliteit treft de oorlog Nederland behoorlijk. Vooral in economisch opzicht. Het handelsverkeer lijdt erg en al snel ontstaat er schaarste aan grondstoffen en voedingsmiddelen.
Waarom is Nederland neutraal tijdens WO I? Nederland is een klein land tussen grootmachten als Frankrijk, Engeland en Duitsland, tegen wie het Nederlandse leger niet opgewassen is. Neutraal blijven is volgens de regering de beste manier om zo ongeschonden mogelijk uit conflicten te komen.
Er zijn op dit moment geen aanwijzingen voor specifieke dreigingen voor Nederland, maar de ontwikkelingen in het conflict volgen elkaar snel op. Dat maakt dat het dreigingsbeeld snel kan veranderen.
Neutrale landen
Spanje en Portugal zijn fascistisch, maar neutraal en vormen daarom een toevluchtsoord voor Europese Joden. Ook Zweden en Zwitserland zijn neutraal. In Portugal is Salazar (1932-1968) aan de macht.
Embed. In 1945 neemt de kracht van het Duitse leger verder af, ondanks de verwoestende raketten die ze gebruiken tegen de Engelsen. Als de Russen in april 1945 Berlijn hebben veroverd beseft Hitler dat het voorbij is en pleegt hij zelfmoord. De tweede wereldoorlog loopt ten einde.
Duitsland en Nederland werken nauw met elkaar samen op politiek, sociaal en bestuurlijk gebied, maar vooral op economisch vlak zijn de betrekkingen tussen deze twee landen sterk. Duitsland is voor Nederland de belangrijkste handelspartner, zowel voor export als voor import.
De wederopbouw in Nederland vond vooral na afloop van de Tweede Wereldoorlog plaats. Tijdens de oorlog was veel infrastructuur, zoals bruggen, wegen en spoorwegen vernield. Ook waren huizen, fabrieken en gebouwen vernietigd of beschadigd.
In het najaar van 1944 werd het zuiden van Nederland bevrijd door het Engelse, Amerikaanse, Canadese en Poolse leger. Deze samenwerkende legers werden de 'geallieerden' genoemd. Het gebied ten noorden van de grote rivieren was nog niet bevrijd; een gewaagde poging daartoe mislukte in september.
Tijdens de Koude Oorlog sloot Zweden zich, net zoals Finland, niet aan bij een van de grote machtsblokken. Het land was dus geen lid van de NAVO of van het Warschaupact. In plaats daarvan zette het haar beleid van een gewapende neutraliteit voort. Het land ontwikkelde een sterke eigen krijgsmacht en wapenindustrie.
Internationale samenwerking Nederlandse leger
Het Nederlandse leger werkt op verschillende manieren samen met legers van andere landen. Zo is Nederland lid van de Noord-Atlantische Verdragsorganisatie (NAVO). De NAVO-landen werken ook samen met 28 Midden- en Oost-Europese niet-NAVO-landen.
Er zijn slechts tien landen die echt in vrede leven, dat wil zeggen dat ze niet bij een intern of extern conflict betrokken zijn. Dat zijn Botswana, Chili, Costa Rica, Japan, Mauritius, Panama, Qatar, Zwitserland, Uruguay en Vietnam.
Met Finland en Zweden verwelkomt de Navo relatief kleine legermachten. De landen beschikken over respectievelijk 21.500 en 24 duizend soldaten. Alle Navo-landen bij elkaar beschikken over zo'n 3,5 miljoen militairen. Het Zweedse leger is laatste jaren gegroeid, na een herinvoering van de dienstplicht.
De volgende landen van de Europese Unie zijn geen lidstaten van de NAVO: Finland, Ierland, Oostenrijk, Zweden, Cyprus en Malta. Oostenrijk wil geen lid worden omdat het land, toen het na inwerkingtreding van het Oostenrijks Staatsverdrag in 1955 weer zelfstandig werd, verklaarde voor eeuwig neutraal te blijven.
Nederland geeft zich over
Onder dreiging van de bezetters dat de stad Utrecht hetzelfde lot beschoren zou zijn als Rotterdam, capituleerde het Nederlandse leger op 15 mei. De Duitse bezetting was een feit. Twee weken later werd Arthur Seyss-Inquart namens de bezetter aangesteld als Rijkscommissaris in Nederland.
Toch merkte veel mensen in Nederland dat er oorlog was. Er waren veel mannen in het leger of de marine. Ook raakte het eten steeds verder op. Ondanks dat Nederland niet mee deed in de oorlog, heeft de bevolking dus veel geleden.
Bij de geallieerden zaten de landen o.a. het Verenigd Koninkrijk, Frankrijk, Canada, de Sovjet-Unie, Nederland, België en de Verenigde Staten. Bij de Asmogendheden zaten o.a. Nazi-Duitsland, Italië en Japan. Uiteindelijk wonnen de geallieerden de oorlog.
Er werd veel gevochten bij de Grebbeberg, de IJssel- en Maaslinie, de Peellinie, de Moerdijkbruggen en Den Haag. Na het bombardement op Rotterdam op 14 mei was de situatie uitzichtloos voor Nederland. Op 15 mei capituleerde het Nederlandse leger, met uitzondering van Zeeland.
De geallieerde troepen die België bereikten, waren in de eerste plaats het Tweede Britse Leger en het Eerste Amerikaanse Leger. Ze werden bijgestaan of opgevolgd door legereenheden bestaande uit Britten, Amerikanen, Canadezen, Polen (1ste Poolse Pantserdivisie) en de Belgische troepen van de Brigade Piron.
De permanente leden zijn China, Frankrijk, Groot-Brittannië, Rusland en de Verenigde Staten. De overige 10 leden wisselen om de 2 jaar. Deze indeling geeft de machtsverhouding van 1945 weer.
De Duitse filosoof Ernst Haeckel voorspelde dat de massaliteit van een strijd tussen de grote landen niets anders dan een mondiale oorlog, een 'wereldoorlog' zou inluiden. Al in september 1914 werd zijn citaat in Amerikaanse media gebruikt en kwam het zo ook wereldwijd in gebruik."