De 75 leden van de Eerste Kamer worden gekozen door de leden van de twaalf Provinciale Staten. De leden van Provinciale Staten worden op hun beurt gekozen door de burgers van de provincie. De twaalf Provinciale Staten treden in feite als één kiescollege op.
De kiezers kiezen de leden van beide kamers voor vier jaar.
De Eerste Kamer kan geen wijzigingen aanbrengen in een wetsvoorstel, maar een voorstel alleen goedkeuren of verwerpen. De Eerste Kamer mag de regering ook controleren, maar maakt niet zo vaak gebruik van die mogelijkheid.
Sinds de Grondwetsherziening in 1983 wordt de Eerste Kamer eens in de vier jaar gekozen. Dit gebeurt binnen drie maanden na de verkiezingen voor Provinciale Staten. De eerstvolgende verkiezingen van de Eerste Kamer vinden plaats in 2023. In 2019 werd de Eerste Kamer gekozen op 27 mei 2019.
De Kamer heeft 75 zetels. De leden worden voor vier jaar gekozen door de leden van de Provinciale Staten van alle provincies en, vanaf 2019, ook door de leden van het Kiescollege voor de Eerste Kamer in Caribisch Nederland. Vergeleken met de Tweede Kamer heeft de Eerste Kamer minder rechten en bevoegdheden.
De taken van de Eerste Kamer liggen op het gebied van de wetgeving en het controleren van de regering. Daarnaast controleert de Eerste Kamer de totstandkoming van Europees beleid en regelgeving. De griffie ondersteunt de Eerste Kamer bij de uitvoering van deze (grond)wettelijke taken.
De regering maakt wetten in samenwerking met de Eerste en Tweede Kamer (wetgevende macht). Een wet begint met een wetsvoorstel en is klaar na publicatie in het Staatsblad. Daartussen ligt een vast aantal stappen, die alle wetsvoorstellen moeten doorlopen.
De Tweede Kamer heeft dus meer macht en middelen dan de Eerste Kamer. In de Tweede Kamer ontstaan regeringscoalities - meestal kent Nederland regeringen die steunen op een meerderheid van de Kamer - en deze kunnen hier ook weer uiteenvallen. Ook worden ministers er ter verantwoording geroepen voor hun beleid.
In Nederland wordt de Eerste Kamer der Staten-Generaal officieus ook wel de Senaat genoemd. In België is Senaat de officiële naam voor het hogere huis van de volksvertegenwoordiging.
De coalitie werd gevormd door Volkspartij voor Vrijheid en Democratie (VVD), Democraten 66 (D66), Christen-Democratisch Appèl (CDA) en ChristenUnie (CU), dezelfde partijen als het voorgaande kabinet-Rutte III.
Vergeleken met de Tweede Kamer heeft de Eerste Kamer minder wetgevende rechten. Zo heeft zij niet het recht van amendement. De belangrijkste taken van de Eerste Kamer zijn medewetgeving en controle. De Eerste Kamer is bevoegd wetsvoorstellen die de Tweede Kamer heeft goedgekeurd aan te nemen of te verwerpen.
Budgetrecht. De Eerste en de Tweede Kamer hebben het recht om de staatsuitgaven (de rijksbegroting) en de staatsinkomsten (de belastingheffing) te beoordelen en daarna te verwerpen of goed te keuren. Zo bepalen zij samen met de regering hoeveel geld de overheid zal uitgeven en waaraan zij dit zal besteden.
Soorten kabinetscrises
Het kabinet dreigt af te treden als het parlement een bepaald voorstel niet aanneemt. Het centrale discussiepunt is het toekomstige beleid. Er is zodanige kritiek op de regering vanwege (vermeend) wanbeleid, dat de regering onvoldoende vertrouwen van het parlement heeft om door te kunnen regeren.
Sinds 2 juli 2019 is Jan Anthonie Bruijn (VVD) voorzitter van de Eerste Kamer.
Meestal dient de regering een wetsvoorstel in, maar ook leden van de Tweede Kamer kunnen het initiatief hiertoe nemen (een zgn. initiatiefvoorstel). De Eerste Kamer komt in het wetgevingstraject pas aan bod nadat de Tweede Kamer het wetsvoorstel heeft aangenomen.
Het zijn vaak heel lange procedures, en het duurt soms wel 2 of 3 jaar bij heel belangrijke onderwerpen. Vooral als het lastig is voor de regering, om een meerderheid te vinden in de 2e kamer voor het wetsvoorstel. Maar het kan natuurlijk ook heel snel als het maar dringend genoeg is.
De senatoren worden niet rechtstreeks verkozen en er zijn geen senatoren van rechtswege meer. De Senaat telt 60 leden. 50 senatoren worden aangewezen door de parlementen van de gemeenschappen en gewesten onder hun leden.
Grondwettelijk is de koning het staatshoofd en maakt hij deel uit van de regering. Ook heeft hij een rol in de kabinetsformatie en het wetgevende proces. Hij moet elke wet ondertekenen om deze in werking te doen treden.
Het parlement (de Staten-Generaal) controleert de regering. Ministers leggen in het parlement verantwoording af over hun beleid.
Democratie (van het Grieks δῆμος/dèmos, "volk" en κρατειν/kratein, "heersen", dus letterlijk "volksheerschappij") is een bestuursvorm waarin de wil van het volk de bron is van legitieme machtsuitoefening.
Een motie is geldig indien zij niet in strijd met wet, statuten of enig ander bindend geldend document is, en, in overeenstemming met de vormvereisten ingediend wordt, in stemming wordt gebracht en wordt aangenomen en zich daarnaast richt op een werkgebied dat onder de competentie valt van een vergadering.
Nexit is een scenario waarin Nederland de Europese Unie verlaat. Het woord is een porte-manteau van 'Nederland' en 'exit'. Uit een peiling van EenVandaag op 31 januari 2020 bleek dat 33% van de Nederlanders een voorstander is van een Nexit en 59% een tegenstander.
Met de grondwetsherziening van 1848 door Johan Rudolph Thorbecke werd de macht van de koning beperkt. De Koning is onschendbaar en de ministers verantwoordelijk. Ministers moeten voor het beleid van de regering verantwoording afleggen aan het parlement.
Het aantal wetten en regels is de afgelopen tien jaar met ongeveer duizend toegenomen. Per 1 januari 2019 bedroeg het totale aantal regelingen 9.834.