Praat niet te luid of te snel. Geef geen instructies tot iedereen stil is. Betreed het domein van de leerlingen: loop door de klas, spreek babbelaars van dichtbij rustig aan. Breng rustmomenten in je les: lezen, individuele oefeningen, videofragment …
Drie tips om hiermee om te gaan: Tip 1: Maak gebruik van de natuurlijke nieuwsgierigheid van leerlingen en probeer verveling te voorkomen. Ga bijvoorbeeld met leerlingen in gesprek over welke leervormen zij leuk vinden en over welke onderwerpen zij meer te weten zouden willen komen.
Regels: leidraad en toetssteen
Vanaf dag één leren de kinderen om hun jas aan de kapstok te hangen, niet te hollen in de gangen, elkaar niet te storen in de klas, et cetera. Net als in het verkeer zorgen deze regels ervoor dat kinderen en medewerkers op school samen kunnen leven en werken.
De school vindt jassen in de klas onveilig. Bij lessen als scheikunde of techniek kan een overdaad aan jassen gevaren opleveren voor de leerlingen. Bovendien moeten de scholieren tegen elkaar beschermd worden. Mevrouw Bloem: ,,In jassen kun je ook voorwerpen verbergen om klasgenoten mee te bedreigen.''
De studenten lezen samen een inleidende tekst. Vervolgens stellen ze zelf de vragen op die beantwoord moeten worden om tot de kern van de stof te komen. Tijdens de volgende bijeenkomst discussiëren zij samen over hun bevindingen. De tutor speelt daarbij een ondersteunende rol.
KIJK kinderen zijn visueel gericht; ze gebruiken 'kijk' woorden zoals bijvoorbeeld: “zie je dat, dat is rond”. KIJK kinderen zien letterlijk plaatjes, ze kijken omhoog. Een visueel kind is aan het kijken en ziet soms letterlijk een film voor zich afspelen. Die beelden kunnen snel gaan en daarom praten ze ook vaak snel.
Organisatorische vaardigheden zijn onmisbaar bij het managen van een klas. Naast het organiseren zelf gaat het om het plannen, coördineren, leidinggeven en het controleren van leeractiviteiten. De leerkracht moet het onderwijs zo organiseren dat alle leerlingen voldoende aandacht en tijd krijgen om te leren.
Je gebruikt organisatorische vaardigheden, zoals plannen, organiseren, coördineren, leidinggeven, controleren en het verzorgen van communicatie. Zo zorg je voor een veilige omgeving waarin kinderen beter kunnen leren en waarin pestgedrag geen plek krijgt.
In de onderwijswetten zijn verder geen regels over straffen vastgelegd. De school mag deze dus zelf opstellen. Een middelbare school moet de regels opnemen in het leerlingenstatuut en een basisschool in het schoolreglement. De medezeggenschapsraad (MR) heeft instemmingsbevoegdheid als het over reglementen gaat.
Het nieuwe sanctiebeleid is een 4 lademodel, dat werkt met vier categorieën van overtredingen, in combinatie met vier opvoedingsstrategieën. Het moet voor iedereen voor elke overtreding voorspelbaar zijn welk type maatregel van toepassing is.
Nee, een docent mag een telefoon niet 'fysiek' afpakken. Hij of zij mag het toestel dus niet uit de hand van een leerling grissen of loswrikken. De docent kan wél eisen dat het toestel wordt afgegeven op straffe van schorsing van de leerling (Art.
Het bevorderen van goed gedrag
Jouw aanmoediging, aandacht, kus of knuffel stimuleren positief gedrag bij je kind. Net zoals het belangrijk is goed gedrag te belonen, is van belang dat je nalaat om negatief gedrag te belonen. Hoe kun je dit doen? Bijvoorbeeld door het ongewenste gedrag actief te negeren.
Wanneer er sprake is van gedragsproblemen of gedragsstoornissen bij kinderen tot 12 jaar, dan is een gedragstherapeutische oudertraining het meest effectief. Wanneer de problemen ernstig zijn dan kan dit vanaf 8 jaar worden aangevuld met cognitieve gedragstherapie.