Waar komt vermijding vandaan? Meestal hebben vermijding en uitstel te maken met irrationele angst en stress. Neem als voorbeeld het tandartsbezoek: we hebben allemaal onplezierige ervaringen in de tandartsstoel, verergerd door horrorverhalen die we van anderen hebben gehoord over kapotte kiezen en zenuwbehandelingen.
Vermijdings- en veiligheidsgedrag
Vermijdingsgedrag is het niet-aangaan van de blootstelling aan hetgeen waar men angstig voor is of het stoppen van deze confrontatie (respectievelijk passieve en actieve vermijding).
Wat is vermijdend gedrag? Mensen die vermijdend gedrag vertonen, voelen zich vaak erg angstig en onzeker in vriendschappen en relaties. Ze voelen zich minderwaardig en zijn erg gevoelig voor kritiek en het oordeel van anderen. Ook vinden ze het moeilijk om te laten zien wie ze werkelijk zijn.
Wanneer mensen bepaalde belevingen (gedachten, emoties, herinneringen, impulsen, lichamelijke gewaarwordingen) niet willen ervaren, kunnen ze allerlei strategieën ontwikkelen om deze te vermijden. Dit noemt men experiëntiële-vermijdings- of controlestrategieën.
Veiligheidsgedrag (safety behavior) zijn alle acties die mensen uitvoeren om een gevreesde uitkomst te detecteren, te voorkomen, te vermijden of te neutraliseren. Hoewel essentieel voor overleving tonen angstpatiënten vaak veiligheidsgedrag terwijl er geen objectieve dreiging is.
Productiviteit verhogen. Door je vermijdingsgedrag onder controle te brengen, kun je je productiviteit verhogen. Als je een onprettig klusje in plaats van uit de weg gaat, meteen doet, ben je daarna klaar om je geconcentreerd aan je andere taken te wijden.
Mensen met dwanggedachten en -handelingen proberen meestal situa- ties en stimuli te vermijden die dergelijke gedachten of handelingen zouden kunnen oproepen. Dit wordt aangeduid met de term 'passieve vermijding'.
Gedragstherapie richt zich op het veranderen van gedrag. Je gedrag heeft namelijk veel invloed op hoe je je voelt. Met een therapeut breng je het problematische gedrag in kaart en bespreek je wanneer je dit gedrag vertoont.
Negatieve cognitie (NC) De gevoelde negatieve betekenis die past bij het targetbeeld, geformu- leerd in een zelfuitspraak ('Ik ben...'). Positief afsluiten Aan het einde van een EMDR-zitting wordt aan de cliënt gevraagd wat voor positiefs hij tijdens deze sessie over zichzelf heeft geleerd.
Met CGT meende men de cognitie, het denken over actief zijn, te beïnvloeden waardoor patiënten weer zouden kunnen opbouwen. Dit blijkt dus niet te werken. Het overgrote deel van de patiënten ervaart alleen verslechtering. Daarnaast ervaren patiënten door de beeldvorming weinig erkenning en een stigma.
Zelfvertrouwen (kunnen vertrouwen op jezelf) is van groot belang als je vermijdingsgedrag voortaan wilt voorkomen. Het groeit alleen als je dingen gaat doen en afspraken met jezelf nakomt. In de praktijk betekent dit: doe iets wel, of doe het niet. Denk er nooit langer dan 5 seconden over na.
Je wordt geboren met sterke kanten en kwetsbaarheden. Je kan bijvoorbeeld een aanleg voor angst, somberheid of verlegenheid (introversie) meekrijgen. Hoe deze aanleg zich ontwikkelt hangt af van je levenservaringen, bijvoorbeeld van je opvoeding. Opvoedingsfactoren spelen vaak een rol.
Vaak komt conflictvermijdend gedrag voort uit gedachten die je onbewust over jezelf hebt. Bijvoorbeeld de gedachte dat jouw mening minder belangrijk is dan die van anderen. Dat je mensen niet mag teleurstellen. Of dat je je moet aanpassen aan anderen.
Iemand met een vermijdende persoonlijkheidsstoornis heeft in vriendschappen en relaties last van veel onzekerheid en angst. Hij of zij durft zich in gezelschap niet of nauwelijks open te stellen en vindt het lastig om zichzelf te laten zien aan anderen.
Via cognitieve gedragstherapie leert men via inzichten het gedrag te beheersen en zo nodig te veranderen. Het is daarom belangrijk inzicht te krijgen in de manier van denken. Dit gebeurt aan de hand van gesprekken met een psycholoog of psychiater en door opdrachten thuis te doen.
In deze behandeling wordt u in de dagelijkse praktijk bloot gesteld aan gevreesde situaties, die bij u angst oproepen en die u om deze reden vermijdt. Bij angstklachten denkt u in situaties, die u beangstigend vindt, dat de angst alleen maar erger wordt tot u dit niet meer aan kan.
Gebeurtenis > Gedachten > Gevoelens > Gedrag > Gevolg
Gedrag is namelijk vaak een reactie op een bepaalde gebeurtenis, die gedachten en gevoelens bij je teweeg brachten. De volgorde kan ook anders zijn; soms begint het met een gevoel, waar je vervolgens over na gaat denken.
Bij de taartpunt techniek gaat u niet één alternatieve gedachten bedenken voor uw automatische negatieve gedachten, maar probeert u zo veel mogelijk alternatieve gedachten te verzinnen. Bijvoorbeeld uw klasgenoot kijkt al de hele dag wat nors en praat niet tegen u (gebeurtenis).
Een cognitieve stoornis is een stoornis in een of meer cognitieve functies. Dit kan problemen opleveren met het geheugen, taal, gedrag en het oplossen van problemen. Een cognitieve stoornis kan tijdelijk of blijvend zijn.
Hoe lang duurt cognitieve gedragstherapie? Door huiswerkopdrachten duurt de behandeling relatief kort. Vaak gaat het om 5 tot 25 afspraken. Als u 1 keer per 14 dagen komt duurt een behandeling dus enkele maanden tot een jaar.
Met gedragstherapie leer je hoe je niet-helpend gedrag kunt afleren en nieuw, gezonder gedrag kunt aanleren. Gedragstherapie is gericht op het aanpakken van concrete klachten die bijvoorbeeld ontstaan door angsten, fobieën of dwanghandelingen.
Bij imaginaire exposure ga je de ingrijpende gebeurtenis steeds opnieuw, tot in detail, doorlopen. Dit doe je met je ogen dicht en je vertelt de gebeurtenis in tegenwoordige tijd, alsof je daar (in het traumatische moment) weer bent.
Meerdimensioneel evalueren is een techniek om opvattingen te wijzigen die een gepolariseerde denkwijze weerspiegelen. Het gaat hierbij over opvattingen waarbij het totaaloordeel over de eigen persoon of over anderen bepaald wordt door één dimensie, het zogenoemde zwart-wit denken.